ECLI:NL:GHAMS:2013:CA1844
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- M.M.A. Gerritzen - Gunst
- L.H.M. Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ondercuratelestelling en benoeming van de curator
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de ondercuratelestelling van [x] en de benoeming van [y] als curator. De beschikking van de rechtbank Amsterdam, waartegen hoger beroep is ingesteld, dateert van 2 augustus 2012. [x] is op 24 oktober 2012 in hoger beroep gekomen. De rechtbank had [x] onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis, waarbij [y] als curator was benoemd. Tijdens de zitting op 20 februari 2013 zijn de betrokken partijen niet verschenen, maar de zaak is wel behandeld.
De feiten van de zaak zijn als volgt: bij beschikking van 22 mei 1996 zijn de goederen van [x] onder bewind gesteld. [s] was benoemd tot bewindvoerder, maar is op 23 november 2011 ontslagen. [y] werd benoemd tot provisioneel bewindvoerder. Een psychiater heeft een rapport opgesteld waarin wordt bevestigd dat [x] lijdt aan een geestelijke stoornis, met een persoonlijkheidsstoornis van het cluster B type. Dit heeft geleid tot een herhalend patroon van conflicten en een vereenzaamd bestaan.
Het hof heeft overwogen dat [x] niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen, wat een ondercuratelestelling rechtvaardigt. De huidige hulpverlening is moeizaam, maar er is een stabiel evenwicht. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, omdat de ondercuratelestelling noodzakelijk is voor de bescherming van [x]. Tevens is het verzoek van [x] om een andere curator te benoemen afgewezen, omdat er geen gegronde redenen zijn om dit verzoek in te willigen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 2 april 2013.