ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ9696

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
200.114.173/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Van Lier - van der Lans B.V.

In deze zaak, die voor de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, ging het om een verzoek van Van Lier Holding B.V. en Van Lier - van der Lans B.V. betreffende de beëindiging van een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van VLVDL. De Ondernemingskamer had eerder op 22 november 2012 een onderzoek bevolen en had daarbij ook onmiddellijke voorzieningen getroffen. De verzoekers gaven aan dat de situatie bij VLVDL uitzichtloos was en dat er geen middelen waren om de kosten van het onderzoek en de bestuurders te financieren. Dit leidde tot een verzoek om ontheffing van de bestuurders uit hun functie.

De Ondernemingskamer overwoog dat de vele schikkingspogingen die waren ondernomen niet tot resultaat hadden geleid en dat VLVDL niet in staat was de kosten te dekken. De Ondernemingskamer besloot daarom het bevolen onderzoek te beëindigen en de onmiddellijke voorzieningen op te heffen. De beslissing werd genomen in het licht van de aanstaande faillissementszitting, die op 9 april 2013 zou plaatsvinden. De Ondernemingskamer verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht was, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking zouden worden aangewend.

De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, bijgestaan door twee raden en een griffier. De zaak illustreert de uitdagingen waarmee vennootschappen worden geconfronteerd in situaties van financiële nood en de rol van de Ondernemingskamer in het toezicht op het bestuur van vennootschappen.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING in de zaak met nummer 200.114.173/02 OK van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN LIER HOLDING B.V.,
gevestigd te Maasland,
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. A.A. Leroux, kantoorhoudende te Rijswijk,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN LIER - VAN DER LANS B.V.,
gevestigd te Poeldijk,
VERWEERSTER,
advocaat: mr. D.D. Castelijns, kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEMEN BEHEER B.V.,
gevestigd te Poeldijk,
2. Alexander Cornelis Wilhelmus VAN DER LANS,
wonende te ‘s-Gravenhage,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: mr. D.D. Castelijns, kantoorhoudende te Utrecht.
1 Het verloop van het geding
1.1 Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
- Verzoekster als Van Lier Holding;
- Van Lier - van der Lans B.V. als VLVDL;
- Belanghebbende sub 1 als Lemen Beheer;
- Belanghebbende sub 2 als Van der Lans.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 22 en 23 november 2012 in de zaak met nummer 200.114.173/01 en haar beschikking van 27 december 2012 in de zaak met nummer 200.114.173/02.
1.3 Bij beschikking van 22 november 2012 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van VLVDL over de periode vanaf 1 mei 2007, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen, vooralsnog voor de duur van het geding, zowel – onder de in voornoemde beschikking bedoelde voorwaarde – Van Lier Holding als Lemen Beheer geschorst als bestuurders, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder en bepaald dat alle aandelen in VLVDL ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon.
1.4 Bij de beschikking van 23 november 2012 heeft de Ondernemingskamer ir. A. van der Walle te Blaricum en mr. A.E. Driessen te Poortugaal aangewezen respectievelijk als bestuurder en beheerder van de aandelen. De Ondernemingskamer heeft de aanwijzing van een onderzoeker in verband met te verwachten schikkingsonderhandelingen opgeschort.
1.5 Bij beschikking van 27 december 2012 heeft de Ondernemingskamer - mede ten behoeve van VLVDL - aan Lemen Beheer en Van der Lans, hoofdelijk naast elkaar, bevolen om binnen vijf werkdagen na de datum van de beschikking zekerheid te stellen door middel van een eersteklas bankgarantie
1. ten bedrage van € 30.000, te vermeerderen met 21% BTW en met rente en kosten, voor de betaling door of namens Van Lier - Van der Lans B.V. van de kosten van het onderzoek en
2. ten bedrage van € 30.000, te vermeerderen met 21% BTW en met rente en kosten, voor de betaling door of namens Van Lier - Van der Lans B.V. van het salaris en de kosten van de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder en beheerder van de aandelen,
door de garanderende bank uit te betalen aan de onderzoeker respectievelijk aan de bestuurder en de beheerder van de aandelen, op hun onderscheiden eerste verzoek dan wel het verzoek van VLVDL, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 15.000 voor elke dag, dat Lemen Beheer en Van der Lans geheel of gedeeltelijk in gebreke zijn bij de nakoming van dit bevel, tot een maximum van € 100.000, en hen veroordeeld hoofdelijk tot betaling van de verbeurde dwangsommen. Bij die gelegenheid heeft de Ondernemingskamer aangekondigd een onderzoeker aan te wijzen, zodra zij van de bestuurder bericht zou hebben ontvangen, dat deze beschikking is nageleefd.
1.6 Ir. van der Walle en mr. Driessen hebben de Ondernemingskamer verschillende malen (bij e-mailberichten van 18 december 2012, 17 januari 2013, 1 maart 2013 en 7 maart 2013) verzocht om hen uit hun functies te ontheffen, omdat hun kosten niet dan wel slechts gedeeltelijk werden vergoed en er geen uitzicht was op (verdere) betaling. Het verzoek van 18 december 2012 leidde (mede) tot voormelde beschikking van 27 december 2012. Ir. van der Walle en mr. Driessen hebben de overige verzoeken ingetrokken en hun werkzaamheden voortgezet, telkenmale omdat er toch weer een kans op een minnelijke regeling tussen partijen bleek te zijn.
1.7 Bij e-mailbericht van 19 maart 2013 heeft ir. Van der Walle mede namens mr. Driessen de Ondernemingskamer – voor zover hier relevant - het volgende geschreven:
“Gedurende de eerste week van maart zijn er initiatieven geweest van enkele marktpartijen om VLVDL over te nemen. Dit heeft echter niet tot resultaten geleid.
Op maandag 11 maart zijn gesprekken gestart met een combinatie van een marktpartij, Nebro en vd Lans om tot een gedeeltelijke overname van activiteiten van VLVDL te komen.
Doel was vooral de continuïteit van de werkgelegenheid te bewerkstelligen. Daarnaast voor de betrokken marktpartij een versteviging van zijn positie.
Op donderdag 14 maart wordt er door v Lier beslag gelegd op de banktegoeden van VLVDL en op vrijdag 15 maart wordt door v Lier het faillissement van VLVDL aangevraagd. Hierop wordt door bovengenoemde combinatie het onderzoek naar een overname van activiteiten gestaakt.
Gezien de uitzichtloze situatie bij VLVDL en het ontbreken van enige middelen voor o.m. betaling van onze kosten verzoeken wij wederom met klem om onmiddellijk ontheven te worden van onze taken.”
1.8 Bij faxbericht van 21 maart 2013 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld om te zich uit laten over het ontheffingsverzoek van 19 maart 2013 van ir. Van der Walle en mr. Driessen en de verdere voortgang van de procedure. Voor het geval partijen voortgang van de procedure zouden wensen heeft de secretaris heeft hen er voorts op gewezen dat zij dienden toe te lichten op welke wijze dat kan worden gefinancierd, zowel ten aanzien van de reeds gemaakte kosten als de nog te maken kosten.
1.8 Bij faxbericht van 25 maart 2013, tevens verzonden per e-mail, heeft Van der Lans (zonder tussenkomst van zijn advocaat) de Ondernemingskamer bericht dat hij geen voortgang van de procedure wenst en niet inziet hoe de procedure gefinancierd kan worden.
1.9 Bij faxbericht van 25 januari 2013 heeft mr. Leroux namens R.S.U. van Lier en Van Lier Holding, voor zover hier relevant, de Ondernemingskamer het volgende geschreven:
“(..) Van Lier en Van Lier Holding B.V. weten niet op welke andere wijze de te maken en reeds gemaakte kosten alsnog gefinancierd kunnen worden dan door een mogelijke (maar onzekere) opbrengst uit de executie van de dwangsommen. Wel betreurt cliënte het dat niet eerder in het traject is besloten om de kosten voor de enquête via de dwangsommen te laten voldoen. Nu lijkt dat te laat en wordt de vennootschap de facto “stuurloos” achtergelaten door de interim-directie.
Een “kapitein” behoort overigens als laatste het spreekwoordelijke zinkende schip te verlaten. Om die reden verzoekt Van Lier Holding B.V./ Van Lier uw college de beslissing eerst te nemen na de datum waarop het kennelijk aangevraagde faillissement zal worden behandeld en mogelijk zal worden uitgesproken. Cliënten, Van Lier van Van Lier Holding B.V. hebben begrepen dat de faillissementszitting op 9 april a.s. dient. Het is onaanvaardbaar dat in de periode tot 9 april a.s. (althans mogelijke datum van uitspraak faillissement) er géén bestuurder van de vennootschap meer is”
2. De gronden van de beslissing
2.1 Ir. van der Walle en mr. Driessen hebben te kennen gegeven dat gezien de uitzichtloze situatie bij VLVDL en het ontbreken van middelen voor betaling van hun kosten, zij uit hun functie van bestuurder respectievelijk beheerder van aandelen ontheven willen worden. Van Lier Holding heeft te kennen gegeven dat zij niet weet op welke andere wijze het onderzoek en de kosten gefinancierd kan worden dan door executie van de dwangsommen, waarvan onzeker of hieruit opbrengsten kunnen worden verkregen. Zij heeft zich voor de beslissing over de verdere voortgang van de procedure gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
2.2 De Ondernemingskamer overweegt als volgt. De Ondernemingskamer heeft aanvankelijk geen onderzoeker aangewezen in verband met te verwachten schikkingsonderhandelingen en ter beperking van kosten. In haar beschikking van 27 december 2012 heeft zij aangekondigd een onderzoeker aan te wijzen zodra die beschikking zou zijn nageleefd. De Ondernemingskamer stelt vast dat de vele schikkingspogingen die de bestuurder en de beheerder voor en na de beschikking van 27 december 2012 hebben ondernomen niet tot resultaat hebben geleid.
2.3 De Ondernemingskamer stelt voorts vast dat VLVDL noch in staat is de kosten van de bestuurder en de beheerder van aandelen, noch die van het onderzoek te financieren. Pogingen om daarin te voorzien door de beschikking van 27 december 2012 ten uitvoer te leggen hebben gefaald en er bestaat geen vooruitzicht dat deze situatie in de nabije toekomst zal veranderen. Gelet op dit een en ander zal de Ondernemingskamer het bevolen onderzoek beëindigen en de onmiddellijke voorzieningen opheffen. De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding om de ophanden zijnde faillissementszitting af te wachten.
3. De beslissing
De Ondernemingskamer:
beëindigt het bij haar beschikking van 22 november 2012 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Van Lier - van der Lans B.V., gevestigd te Poeldijk, met ingang van heden;
heft de bij haar beschikking van 22 november 2012 bevolen onmiddellijke voorzieningen op, met ingang van heden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.F. Faase en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en prof. dr. J. Klaassen RA en drs. J. van den Belt, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Meerdink-Schenau, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 26 maart 2013.