ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ5419
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen-Poortvliet
- C.G. Kleene-Eijk
- W.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van bestreden beschikking inzake afwikkeling huwelijkse voorwaarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 februari 2013 uitspraak gedaan over het verzoek van de vrouw om de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van een beschikking van de rechtbank Amsterdam te schorsen. De vrouw had op 26 juli 2012 een verzoekschrift ingediend om de werking van de beschikking van de rechtbank, genomen op 11 juli 2012, te schorsen totdat het hof op haar hoger beroep zou beslissen. De rechtbank had in haar beschikking geoordeeld dat de vermogensrechtelijke afwikkeling van de echtscheiding zou plaatsvinden op basis van een eerder vastgesteld uitgangspunt, waartegen de vrouw bezwaar had gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat partijen in 1994 waren gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, met uitsluiting van elke huwelijksgoederengemeenschap, en dat hun huwelijk op 2 juni 2008 was ontbonden. De peildatum voor de verrekening was vastgesteld op 1 juli 2006. Het hof oordeelde dat de rechtbank onterecht had aangenomen dat er een gemeenschappelijke partijbedoeling was, zonder dat dit voldoende was onderbouwd. Het hof concludeerde dat er sprake was van een kennelijke misslag in de beschikkingen van de rechtbank en schorste de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de beschikking van 11 juli 2012 totdat het hof definitief zou beslissen op het hoger beroep van de vrouw.