2.3. Op 17 december 2007 is een tweede boekenonderzoek aangekondigd. Op 21 oktober 2009 is het rapport uitgebracht, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“2.2 Administratie
De belastingplichtige verzorgt zelf de administratie.
De belastingadviseur (administratiekantoor A te P) stelt wekelijks achteraf een tabellarisch kas-bankboek samen. (…)
(…)
3.1 Aangifte
De belastingplichtige verzorgt zelf de kwartaal - aangiften.
Administratiekantoor A heeft de administratie van het jaar 2007 uitgewerkt en een suppletieberekening omzetbelasting opgesteld. Accountantskantoor B heeft de berekening gedeeltelijk overgenomen en aan de hand daarvan op 12 december 2008 een suppletieaangifte omzetbelasting 2007 ingediend.
De ingediende suppletie-aangifte omzetbelasting 2007 (gedateerd 12 december 2008) is als basis voor dit onderzoek aangehouden.
(…)
3.2.2 Margeregeling
De belastingplichtige is aan te merken als wederverkoper in de zin van artikel 2a, lid 1, letter k Wet op de omzetbelasting 1968. Het betreft activiteiten die geheel of ten dele bestaan uit de wederverkoop van roerende gebruikte goederen. Deze goederen worden meer dan incidenteel door belastingplichtige verhandeld. Het betreft de verkoop van merkhorloges.
3.2.3 Globalisatieregeling
De belastingplichtige verricht leveringen van goederen die volgens artikel 4c Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 zijn aangewezen voor globalisatie. Het betreft de verkoop van gebruikte auto’s.
3.2.4 Winstmarge
De winstmarge in de gecontroleerde periode is onjuist vastgesteld.
Belastingplichtige berekent de gerealiseerde omzet marge verkoop (horloges en auto’s) als volgt. De marge (incl. omzetbelasting) voor het berekenen van de verschuldigde belasting wordt bepaald op 10 % van de gerealiseerde omzet marge verkoop. Volgens opgave van de heer X is dat gebaseerd op een ervaringscijfer.
(…)
De nieuw door C B.V. uitgewerkte administratie is ook niet zodanig ingericht, dat de winstmarge per individueel goed kan worden bepaald.
(…)
Om de volgende redenen heeft ondergetekende (…) in 1e instantie de gehanteerde methode om de marge omzet te bepalen m.b.t. de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal van 2007 in dit specifieke geval wel geaccepteerd:
(…)
4 Beoordeling aangifte omzetbelasting periode 01 juli 2007 t/m 30 september 2007
(…)
Tijdens het onderzoek is gebleken dat de margeomzet niet juist is berekend.
Diverse bedragen die zijn opgenomen in de berekening zijn de bedragen die in rekening zijn gebracht na inruil. Dat is niet juist omdat moet worden uitgegaan van de bedragen die in rekening zijn gebracht voor de verkoop van de diverse goederen, dus zonder rekening te houden met de inruilbedragen. Verder is gebleken dat 3 in het 3e kwartaal uitgeschreven nota’s ten onrechte niet in de berekening zijn betrokken. (…)
Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende (…) samen met belastingplichtige een nieuwe omzetberekening over de periode 1 juli t/m 30 september 2007 opgesteld, waarin rekening is gehouden met de juiste bedragen die in rekening zijn gebracht. Daarvan uitgaande en rekening houdende met het door belastingplichtige gehanteerde opslagpercentage van 10%, blijkt dat te weinig omzetbelasting is afgedragen.
(…)
5 Onderzoek gehele jaar 2007
Gezien de bevindingen tijdens het onderzoek over de periode 01 juli 2007 t/m 30 september 2007 is het onderzoek daarna uitgebreid. (…)
5.1 Bevindingen
(…)
Tijdens het onderzoek bleek dat een deel van de administratie niet was geadministreerd. (…) Deze bankrekeningen zijn ten onrechte niet in de verwerking betrokken. Daardoor is de ingediende suppletieberekening omzetbelasting over 2007 onjuist opgesteld.
(…)
Uit het vorenstaande kan worden opgemaakt dat kennelijk diverse horloges die zijn ingekocht met berekening van omzetbelasting zijn doorverkocht als margehorloge. Daardoor is dus te weinig omzetbelasting betrokken in de afgedragen omzetbelasting.
Verder is tijdens het onderzoek het volgende vastgesteld:
- Door niet gespecificeerde verrekeningen, deelbetalingen, inruil, betalingen via diverse bankrekeningen en niet gespecificeerde omschrijvingen op de facturen en bonnen, zijn de transacties veelal niet individueel te volgen;
- De in- en verkoop van auto’s volgens de administratie komen veelal niet overeen met de gegevens die zijn opgenomen in de administratie van de Rijksdienst voor het wegverkeer;
- Volgens de nieuw uitgewerkte administratie is een negatieve marge op de in – en verkoop auto’s marge”) gerealiseerd van € 561.152 ! (€ 1.127.849 -/- € 1.689.001) gerealiseerd.
5.2 Beoordeling kasadministratie
(…)
Uit het vorenstaande blijkt dat de kasadministratie geen betrouwbare basis is voor de winstberekening.
(…)
(…) De in – en verkoop wordt niet afzonderlijk bijgehouden. De winstmarge per margegoed is niet afzonderlijk vast te stellen, omdat uitgaande van de summiere omschrijvingen op de facturen vaak geen relatie tussen de in – en verkoop kan worden gelegd.
5.3 Uitreiken van inkoopverklaringen:
(…)
Uit het onderzoek is gebleken dat m.b.t. de inkoop van margehorloges vaak niet aan bovenstaande eisen is voldaan. Er zijn in de aangeboden slechts enkele transacties met daarbij behorende inkoopverklaringen aangetroffen.
Verder wordt veelal niet voldaan aan de eis dat op de facturen de naam, adres en woonplaatsgegevens moeten worden opgenomen.
(…)
- Het is onmogelijk de toepassing van de marge regeling te controleren, mede omdat geen gespecificeerde voorraadlijsten aanwezig zijn;
- De bij de Belastingdienst bekende gegevens m.b.t. het houderschap van auto’s komt veeal niet overeen met de data en namen op de in – en verkoopfacturen.
(…)
6 Omzetbelasting
Uitgaande van de door C B.V. uitgewerkte administratie luidt de omzetbelastingberekening als volgt:
Te betalen BTW 19% (gefactureerd) € 251.210,64
Te betalen BTW over marge verkoop horloges
( € 395.725 x 19/119) = € 63.182,98
€ 314.393,62
Te vorderen BTW 19%: € 252.382,15
Te vorderen BTW 6%: € 253,98
€ 252.636,13
saldo af te dragen volgens de nieuwe administratie € 61.757,49
In de door C B.V. uitgewerkte administratie is ten onrechte geen rekening gehouden met privé-gebruik auto. In de 1e opgestelde berekening van administratie kantoor A is uitgegaan van een te betalen bedrag aan omzetbelasting van € 1.504. (…) per saldo € 63.261 (afgerond).
In 2007 zijn de volgende bedragen ontvangen en betaald:
(…)
Per saldo is over 2007 een bedrag van € 17.871 ontvangen.
Correctie 1: Omzetbelasting 2007 € 81.132.
Bovenstaande berekening is gebaseerd op de nieuw uitgewerkte administratie. Zoals hiervoor reeds is aangegeven onder 4.1 zijn kennelijk diverse horloges die zijn ingekocht met berekening van omzetbelasting, ten onrechte als margehorloges in de verkoopadministratie opgenomen.
Indien wordt uitgegaan van een gemiddelde winstmarge van 10% (is een opgegeven ervaringscijfer door de heer X) bedraagt de omzet BTW horloges als volgt:
€ 267.606,66 (geboekte inkoop BTW horloges) x 110% = € 294.367,32.
De af te dragen omzetbelasting bedraagt € 55.929,79.
Afgedragen volgens de nieuwe administratie van C B.V. is: € 211.011,23 x 19% =
€ 40.092,13
(…)
Correctie 2: Omzetbelasting 2007: € 15.837.
Door voorgaande correctie wijzigt tevens de omzet margehorloges en de daarover af te dragen omzetbelasting als volgt:
(…)
Correctie 3: Omzetbelasting 2007 -/- € 4.258
(…)
9.1 Boete omzetbelasting
Correctie 1:
Uit het onderzoek is gebleken dat over 2007 een bedrag van € 81.132 te weinig omzetbelasting is afgedragen. De correctie is grotendeels ontstaan doordat in eerste instantie een deel van de administratie niet in de uitwerking van adm. kantoor A was opgenomen.
Schuldgraad: Het had aan belastingplichtige duidelijk moeten zijn dat een deel van de administratie niet ter beschikking is gesteld aan de belastingadviseur, waardoor de opgestelde jaarcijfers en de daarop gebaseerde omzetbelastingberekening niet juist was. Daardoor is sprake van het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting.
Ingevolge art. 67f algemene Wet inzake rijksbelastingen (AWR) en par. 25 – en 28 besluit bestuurlijke boeten belastingdienst bedraagt het boetepercentage 50%.
Correctie 2:
Het had aan belastingplichtige duidelijk moeten zijn dat horloges die met berekening van omzetbelasting zijn ingekocht, met berekening van omzetbelasting dienen te worden verkocht.
Uit het onderzoek is gebleken dat veelal ten onrechte met BTW ingekochte horloges worden verantwoord onder de margeomzet. Daardoor wordt te weinig omzetbelasting afgedragen. Deze handeling wordt gekwalificeerd als opzet.
Ingevolge art. 67f AWR en par. 25 – en 28 besluit bestuurlijke boeten belastingdienst bedraagt het boetepercentage 50%.
Rekening houdend met de negatieve correctie 3 zoals vermeld is vermeld in Hoofdstuk 6 van dit rapport en de schuldgraad m.b.t. de correcties 1 – en 2 zoals hiervoor is omschreven, wordt de boete van 50% opgelegd over het saldo van de naheffingsaanslag.
(…)
9.3 Mededeling art 67 G AWR
De heer X heeft op 24 april 2009 schriftelijk o.a. het volgende verklaard:
“ Verder verklaar ik gewezen te zijn op mijn zwijgerecht en af te zien van de termijnen die gelden bij het opleggen van vergrijpboete”.
De hiervoor opgenomen standpunten inzake de op te leggen vergrijpboete, gelden dus als kennisgeving art 67K AWR en mededeling artikel 67 G AWR. (…)”