Uitspraak
mr. J.C.A. Stevenste ‘s-Gravenhage,
mr. J. Hagerste Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Beoordeling
letter of credit, hierna: de LC. Ter onderbouwing van deze grief heeft Galladio aangevoerd dat Xalladio weliswaar niet rechtstreeks door Wachovia Bank is aangesproken onder de LC, maar wel de partij is om wie het gaat, omdat zij de partij is die het verlies heeft geleden terzake waarvan door [geïntimeerde] (en vele anderen) een garantie was afgegeven.
grief 2doet Galladio een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Zij meent dat het onaanvaardbaar is dat [geïntimeerde] zich beroept op de tekst van de overeenkomst, terwijl de tenaamstelling van de LC slechts het gevolg is van een vergissing van de bank waardoor [geïntimeerde] niet in haar belangen is geschaad en het risico dat zich heeft verwezenlijkt precies het risico is waarvoor zij zich garant heeft verklaard. De onredelijkheid is temeer evident nu de overige garanten wel hebben betaald en de Nederlandse fiscus heeft aanvaard dat Xalladio, en niet de heren [X,Y] in privé, dit verlies heeft geleden.