ECLI:NL:GHAMS:2013:5234
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- M.F.G.H. Beckers
- M. Perfors
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar ondertoezichtstelling en verblijf van een minderjarige bij grootmoeder
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van een minderjarige, die bij zijn grootmoeder verblijft. De moeder van de minderjarige is in hoger beroep gegaan tegen een beschikking van de kinderrechter die op 25 april 2013 werd gegeven. De kinderrechter had op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming de minderjarige onder toezicht gesteld voor de duur van een jaar, omdat zijn zedelijke en geestelijke belangen in het geding waren. De moeder betwist de noodzaak van deze ondertoezichtstelling en stelt dat de opvoedingssituatie bij de grootmoeder adequaat is. De Raad heeft echter aangegeven dat de moeder kampt met ernstige persoonlijke problematiek, waaronder een verstandelijke beperking en een psychotische stoornis, en dat de minderjarige bij de moeder in een onveilige situatie verkeert.
Tijdens de zitting is gebleken dat de moeder niet is verschenen, terwijl de Raad en de grootmoeder wel aanwezig waren. De Raad heeft verzocht om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, terwijl de moeder verzoekt om vernietiging van deze beschikking. Het hof heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de moeder niet in staat is om de minderjarige de benodigde opvoeding en ondersteuning te bieden. De grootmoeder kan deze rol wel vervullen, maar het hof is van mening dat er toezicht nodig is om de belangen van de minderjarige te waarborgen.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig zijn en heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd. Dit besluit is genomen met inachtneming van de ernst van de situatie en de noodzaak om de minderjarige te beschermen tegen mogelijke risico's in de thuissituatie bij de moeder. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam op 20 augustus 2013.