Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
in het principale appelhet beroep zal verwerpen en
in het incidentele appelhet vonnis van 11 april 2012 zal vernietigen en, opnieuw recht doende, [appellante] zal veroordelen aan [geïntimeerde] € 2.667,= per maand te betalen vanaf 1 januari 2010 tot de dag waarop de huurovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd (met wettelijke rente), en, voorts, voor recht zal verklaren dat [appellante] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst en [appellante] zal veroordelen tot vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade aan [geïntimeerde], op te maken bij staat, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten van beide instanties – wat betreft het hoger beroep zowel in de proceskosten van het principale als het incidentele appel – alsmede in de nakosten.
2.De feiten
3.De beoordeling
Duur.
grief 2 in het principale appelfaalt.
allehuurtermijnen tot 1 januari 2014. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
grief in het incidentele appelslaagt en dat
grief 3 en grief 4 in het principale appelgeen doel treffen.
grief 1, grief 5, grief 6 en grief 7 in het principale appelzelfstandige betekenis missen, zodat deze na het voorgaande geen afzonderlijke bespreking meer behoeven.
4.De beslissing
woensdag 27 november 2013 te 13.00 uurzitting zal houden in een der lokalen van het gerechtsgebouw aan het IJdok 20 te Amsterdam;
beidepartijen in de maanden november en december 2013 en januari 2014, in welk geval, met inachtneming van die verhinderdagen, een nieuw tijdstip voor de te houden comparitie van partijen zal worden vastgesteld;