Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1],
[appellante sub 2],
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
grief Iover klagen dat de voorzieningenrechter in het bestreden vonnis onder de vaststaande feiten iets niet heeft vermeld, doet dit aan de juistheid van de daar wel vastgestelde feiten niet af. Het hof zal aan wat in de toelichting op de grief is aangevoerd zonodig in het hierna volgende aandacht geven.
3.De beoordeling
aalle op hen betrekking hebbende persoonsgegevens, in het bijzonder het adres, het huisnummer, woonplaats en postcode te verwijderen, en
abedoelde vordering moet worden afgewezen omdat voor de toepasselijkheid van de Wbp is vereist dat sprake is van verwerking van gegevens betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon en de foto's die via Google openbaar worden gemaakt geen verwijzing naar een bepaalde natuurlijke persoon bevatten. Ook de onder 3.2 sub
bbedoelde vordering moet worden afgewezen omdat de naam van een rechtspersoon waarin de naam van een natuurlijk persoon is verwerkt niet zonder meer kan worden beschouwd als een gegeven dat betrekking heeft op die natuurlijke persoon en daarmee onder de werkingssfeer van de Wbp kan worden gebracht en, zo in het onderhavige geval – veronderstellenderwijs – zou moeten worden aangenomen dat dit toch het geval is, een weging van belangen als bedoeld in artikel 8 aanhef en sub f Wbp dient plaats te vinden waarbij, gelet op alle concrete omstandigheden over en weer, het belang van [appellanten ] dient te wijken voor het belang dat Google erbij heeft om rechtmatig door haar verkregen informatie te gebruiken voor haar commerciële activiteiten. Op grond van een en ander heeft de voorzieningenrechter beide vorderingen van [appellanten ] afgewezen en [appellanten ] veroordeeld in de proceskosten.
aals de onder 3.2 sub
bbedoelde vordering aan de orde wordt gesteld – is of voldoende aannemelijk is dat de gegevens die thans nog door Google Maps – na het intypen van het adres [adres] te [A] – beschikbaar worden gesteld, persoonsgegevens zijn in de zin van de Wbp, nu [appellanten ] hun vorderingen baseren op het in het onderhavige geval van toepassing zijn van deze wet.
grief IIIfaalt.
bbedoelde vordering mede aan de orde wordt gesteld – is of [appellanten ] voldoende (spoedeisend) belang hebben bij deze vordering voor zover deze betrekking heeft op een gebod voor de toekomst tot (hernieuwde) openbaarmaking van de naam en het telefoonnummer van de stichting.
bbedoelde vordering zoals nader onder 3.8 omschreven. Dit impliceert dat de vraag of de gewraakte gegevens, dat wil zeggen de naam en het telefoonnummer van de stichting, onder de reikwijdte van de Wbp vallen alsmede de vraag of, als dit het geval is, een belangenafweging als bedoeld in artikel 8 aanhef en sub f Wbp in het voordeel van [appellanten ] dan wel in het voordeel van Google moet uitvallen, in het onderhavige (kort) geding buiten bespreking kunnen blijven.
grief II,
grief IV,
grief V,
grief VI,
grief VIIen
grief VIIIgeen nadere bespreking behoeven en alle falen. Bovendien kan ook
grief IXniet slagen, omdat [appellanten ] onvoldoende feiten en omstandigheden hebben gesteld waaruit voorshands kan worden afgeleid dat de gegevens die thans via Google worden geopenbaard met betrekking tot het adres [adres] te [A] het pand (eerder) een doelwit van inbrekers maken.