ECLI:NL:GHAMS:2013:5218

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 december 2013
Publicatiedatum
1 mei 2014
Zaaknummer
23-003293-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen openlijke geweldpleging in Haarlem

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1992, was beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging, gepleegd op 5 mei 2013 te Haarlem. De tenlastelegging omvatte het duwen en slaan van het slachtoffer in een winkelcentrum. Tijdens de zitting op 17 december 2013 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf van 100 uren en een schadevergoeding van € 1805,00 eiste. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zelf geweld had gepleegd of een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen tot € 1805,00, werd in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 23-003293-13
Datum uitspraak: 31 december 2013
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 juli 2013 in de strafzaak onder parketnummer 15-086783-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 december 2013, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij:
op of omstreeks 5 mei 2013 te Haarlem met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [winkelcentrum], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit - het (met kracht) duwen tegen het lichaam van die [slachtoffer] en/of - het (met kracht) met de (tot vuist gebalde) hand slaan en/of stompen tegen het gezicht/hoofd, in elk geval het lichaam.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, waarvan voorwaardelijk 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, alsmede de toewijzing van de vordering benadeelde partij tot een bedrag ter hoogte van € 1805,00, met schadevergoedingsmaatregel en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 mei 2013.
Vrijspraak
Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt weliswaar dat de verdachte aanwezig is geweest bij de ruzie in de [winkelcentrum] waarbij het slachtoffer [slachtoffer] een klap heeft gekregen van [medeverdachte], maar naar het oordeel van het hof is er onvoldoende bewijs dat de verdachte zelf gewelddadigheden heeft gepleegd of op andere wijze een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld gepleegd door [medeverdachte].
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.555,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.805,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in zijn vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. I.M.A.M. Berben en mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt, in tegenwoordigheid van mr. M. Helmers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 december 2013.
mr. I.M.A.M. Berben en mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: 23-003293-13
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, op 31 december 2013.
Tegenwoordig zijn:
mr. M.M.H.P. Houben, raadsheer,
H. Doruk, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. C.A. van Beuningen, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de verdachte [verdachte] uitroepen.
De verdachte is
wel / nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Raadsman/raadsvrouw is
wel / nietaanwezig.
(zo ja:) naam raadsman/raadsvrouw en plaats:
Tolk is
wel / nietaanwezig. (zo ja:) naam tolk en taal:
De raadsheer spreekt het arrest uit.
De raadsheer geeft verdachte kennis, dat daartegen binnen 14 dagen na heden beroep in cassatie kan worden ingesteld.
(indien de VTE is verschenen)
Verdachte heeft
wel / geenafstand gedaan van recht aanwezig te zijn bij de uitspraak.
(indien VTE is gedetineerd)
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.