In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1992, was beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging, gepleegd op 5 mei 2013 te Haarlem. De tenlastelegging omvatte het duwen en slaan van het slachtoffer in een winkelcentrum. Tijdens de zitting op 17 december 2013 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf van 100 uren en een schadevergoeding van € 1805,00 eiste. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zelf geweld had gepleegd of een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen tot € 1805,00, werd in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.