Uitspraak
1.[APPELLANT SUB 1]en
2. [APPELLANT SUB 2],
mr. J.G. Princente Rotterdam,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben appellanten [appellant sub 1] en [appellant sub 2] een herziening aangevraagd van een eerder arrest dat op 18 juni 2013 was uitgesproken. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. J.G. Princen, stelden dat er een kennelijke fout in het arrest was geslopen, specifiek een rekenfout in het dictum. Het hof heeft de advocaat van de geïntimeerden, mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, om een reactie gevraagd. Na overleg met beide partijen heeft het hof besloten om de kennelijke rekenfout te corrigeren. De fout betrof de som van drie bedragen die in het dictum waren vermeld, die niet overeenkwam met de werkelijke som. Het hof heeft vastgesteld dat het juiste bedrag € 1.015.559,80 moest zijn in plaats van het eerder genoemde bedrag van € 1.013.559,80.
Daarnaast was er een opmerking in de marge van het arrest die geen deel uitmaakte van de uitspraak. Het hof heeft besloten deze opmerking ambtshalve te verwijderen, nadat beide partijen hierover waren gehoord. De beslissing van het hof was om de verbeteringen op de minuut van het eerdere arrest vast te stellen, waarmee de juridische en contractuele verplichtingen van de betrokken partijen werden verduidelijkt. Het hof heeft de verbeteringen op 16 juli 2013 openbaar uitgesproken, waarmee de rechtszekerheid voor de betrokken partijen werd gewaarborgd.