Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
3.Het geschil in hoger beroep
4.De ontvankelijkheid van het hoger beroep
[x], wonende te […],
echtscheidingsbeschikking van 30 januari 2013(…) van de rechtbank Noord-Holland, waarin tussen partijen bovenvermeld echtscheiding is uitgesproken.
5.Beoordeling van het hoger beroep
Op grond daarvan moet ervan worden uitgegaan dat partijen ten tijde van het opstellen van het ouderschapsplan zijn uitgegaan van een behoefte van de kinderen van tenminste € 550,- per kind per maand. Voor zover de man heeft bedoeld te stellen dat thans van een lagere behoefte dient te worden uitgegaan, gaat het hof daaraan voorbij. Niet gesteld of gebleken is dat partijen bij de vaststelling destijds zijn uitgegaan van onjuiste feiten en omstandigheden en evenmin zijn omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat de behoefte van de kinderen nadien is gewijzigd. De door de man als productie 5 bij zijn beroepschrift overgelegde berekeningen zijn daartoe onvoldoende. De man heeft de behoefte ook anderszins ter zitting niet aan de orde gesteld, zodat de vrouw op een andersluidend standpunt van de man niet bedacht hoefde te zijn en daarop behoefde te reageren.