ECLI:NL:GHAMS:2013:4982
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.V.T. de Bie
- R.G. Kemmers
- M.E. Burger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling en vakantiedispuut tussen ouders van minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam betreffende de omgangsregeling met hun minderjarige kind. De man is op 8 oktober 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 11 juli 2012. De vrouw heeft op 22 november 2012 een verweerschrift ingediend. De zaak is op 11 februari 2013 behandeld, waarbij beide partijen en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.
De partijen, de man en de vrouw, hebben samen een kind, geboren in 2003, en oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. De vrouw heeft het kind bij zich. De rechtbank had eerder bepaald dat partijen elkaar moesten informeren over vakantiebestemmingen en dat de man onder bepaalde voorwaarden met het kind naar Belarus mocht reizen. In hoger beroep verzoekt de man om extra omgangsweekenden en om de vakanties naar eigen inzicht in te delen, terwijl de vrouw zich verzet tegen deze verzoeken.
Het hof oordeelt dat de verzoeken van de man onvoldoende zijn onderbouwd en wijst deze af. Het hof benadrukt dat het belang van het kind voorop moet staan en dat ouders in onderling overleg tot oplossingen moeten komen. Het hof wijst ook op de noodzaak van betrokkenheid van beide ouders bij de omgangsregeling. Het hof besluit dat de vakanties door beide ouders naar eigen inzicht ingevuld mogen worden, met de voorwaarde dat zij elkaar tijdig informeren over hun plannen. De beslissing van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd en in zoverre opnieuw vastgesteld.