Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3. Annuleringskosten
3.Beoordeling
grief Ibetoogt Vamonos dat de rechtbank heeft verzuimd vast te stellen dat partijen een overeenkomst hebben gesloten die Vamonos recht geeft op betaling voor haar werkzaamheden, los van de tussen partijen gesloten reisovereenkomst.
“Ik wil hoe dan ook een (aan)betaling ontvangen voor al het werk dat is verricht voor de periode na 2011. Dit is veel verder gegaan dan het normale offertewerk en als we hier niets over afspreken komt het risico van annulering geheel bij ons te liggen.”
(…) Zoals overeengekomen zou ik waar we het over hebben gehad nog even op papier zetten en naar je mailen.
de grieven III en IVstelt het hof in lijn met de rechtbank - in het bestreden vonnis onder 4.5 - het volgende voorop. Tussen [geïntimeerden] en Vamonos zijn afspraken gemaakt over de invulling en het verloop van een reis door Oeganda. Vamonos dient zich in beginsel aan deze afspraken te houden. Inherent aan een reis naar een (tropisch) ontwikkelingsland als Oeganda, en zeker deze langdurige reis op individuele basis die door [geïntimeerden] zelf in samenspraak met Vamonos was ingevuld, is echter dat niet alle omstandigheden van tevoren zijn te voorzien. Van reizigers naar een dergelijk land, maar zeker ook van [geïntimeerden], die zoals hij zelf aan Vamonos heeft laten weten, een ervaren reiziger is, mag dan ook in dat verband en mede gezien zijn keuze voor een dergelijke bestemming, worden verwacht dat hij met - het zich voordoen van - onvoorziene omstandigheden rekening houdt en daartoe ook bereid is en mag voorts een zekere mate van flexibiliteit en zelfredzaamheid verwacht worden indien hij met dergelijke omstandigheden wordt geconfronteerd, ook al zou hij (zoals [geïntimeerden] stelt) vooraf niet uitdrukkelijk door Vamonos met zoveel woorden erop zijn gewezen dat zich bij de reis onvoorziene omstandigheden kunnen voordoen. Het feit dat sommige dingen anders lopen dan vooraf gepland ligt besloten in de aard van de reis en de bestemming waarvoor [geïntimeerden] heeft gekozen en levert naar het oordeel van het hof dan ook zeker niet in alle omstandigheden een tekortkoming van Vamonos in de nakoming van de overeenkomst op. Of er een dergelijke tekortkoming is dient te worden beoordeeld aan de hand van de bijzondere omstandigheden van het geval alsmede het handelen of nalaten van [geïntimeerden] zelf en van Vamonos, waarbij de inspanningen die zij zich heeft getroost om bij het zich voordoen van zulke onvoorziene omstandigheden dit rekening houdend met de wensen van [geïntimeerden] op te lossen van belang zijn.
“Prima dat het(het hof begrijpt: de gids/chauffeur)
één persoon is maar één van de redenen om voor een Mini VAN te kiezen was dat er in de offertes duidelijk is opgenomen dat het over één Gids en één Chauffeur ging. Dit zijn dus twee volwassen plaatsen voorin in één Auto. Nu blijkt dat het over fysiek één persoon gaat veranderd e.e.a. Twee kleine kinderen en één volwassene kunnen wél op de achterbank mits er in de bagage ruimte is voldoende plaats is (verlengde Landcruiser). Een Mini VAN bied hier in Uganda geen extra ruimte omdat deze VAN vol met banken en stoelen zit. (…).
“Opmerking 2: voor alle beschreven Vervoer + Chauffeur (+ Evt. Gids) in de Offertes:
Wat willen we wel? (…) 2. Privé rondreis (Engelstalige chauffeur/gids)”.Op de laatste pagina van het reisvoorstel van 4 december 2009 staat weliswaar vermeld dat een gids en een chauffeur bij de reissom zijn inbegrepen, maar niet dat voortdurend een aparte gids met [geïntimeerden] zou meereizen. Nu in de reis ook diverse rustdagen en studiedagen voor de kinderen waren inbegrepen lag dit ook minder voor de hand. Gelet op de specifieke wens van [geïntimeerden] voor een minivan als reiswagen in verband met de ruimte, kan Vamonos niet worden verweten dat zij niet uitputtender aan [geïntimeerden] heeft voorgehouden dat niet op alle routes een gids en een chauffeur zouden meereizen zodat het wellicht in verband met beschikbare ruimte toch wenselijker voor hem zou zijn voor een terreinwagen/jeep te kiezen. Dit lag ook te minder voor de hand nu volgens het reisprogramma op meerdere dagen van de reis wel een aparte (lokale) gids zou meereizen. Op die dagen zou dan immers alsnog een ruimteprobleem ontstaan. Vamonos mocht er bovendien van uit gaan dat [geïntimeerden] zijn keuze voor de minivan weloverwogen had gemaakt, nu [geïntimeerden] met betrekking tot de invulling van de reis zeer veel eigen initiatief aan de dag had gelegd, onder meer blijkend uit het word-document en eerdergenoemde email van 5 maart 2009 met de wensenlijst en zoals gezegd een ervaren reiziger was. Met betrekking tot de minivan kan dan ook ten hoogste worden gezegd dat [geïntimeerden] bij nader inzien tot de conclusie is gekomen dat de keuze voor een minivan minder gelukkig was nu van ruimtegebrek onvoldoende sprake was. Deze onverwachte omstandigheid is door [geïntimeerden] vervolgens per email en telefoon aan Vamonos gecommuniceerd op respectievelijk 8 en 11 januari 2010. Vamonos heeft zich vervolgens ingespannen ander vervoer in de vorm van een Landcruiser voor [geïntimeerden] te organiseren, hetgeen op 17 januari 2010 zijn beslag heeft gekregen en - vanwege een door [geïntimeerden] nader geuite wens dat dit een Landcruiser Extra Extended moest zijn, die echter niet zonder meerkosten beschikbaar was - op 20 januari 2010 zou resulteren in het kosteloos vervangen van de minivan door een Landcruiser Extended. In aanmerking genomen de bijzondere omstandigheden van het geval - waaronder opnieuw begrepen de aard van de reis en de bestemming -, het handelen van [geïntimeerden] zelf en de inspanningen van Vamonos om de minivan te vervangen door de Landcruiser, kan niet worden gezegd dat op dit punt tekortkomingen van Vamonos kunnen worden vastgesteld die meebrachten dat de reis niet voldeed aan hetgeen [geïntimeerden] op grond van de reisovereenkomst mochten verwachten. Grief IV slaagt ook.
grief V. Deze behelst dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de niet getekende overeenkomst geen onderdeel uitmaakt van de tussen partijen geldende afspraken. In de toelichting op de grief stelt Vamonos dat partijen (conform artikel 3 van de conceptreisovereenkomst) zijn overeengekomen dat in geval van annulering door [geïntimeerden], de kosten van annulering gelijk zijn aan de aanbetaalde bedragen. Artikel 3 houdt overigens in, zo is hiervoor vermeld, dat er van wordt uitgegaan dat alle volgens het schema verschuldigde (aan)betalingen daadwerkelijk zijn betaald. Op het moment van de opzegging was [geïntimeerden] volgens Vamonos een aanbetaling verschuldigd voor de reis naar de Seychellen, ter hoogte van € 21.264,-. Volgens Vamonos is deze aanbetaling verschuldigd en dient deze alsnog te worden voldaan. Vamonos verwijst naar de onderbouwing van deze vordering in haar memorie van antwoord/eis in reconventie waar is gesteld dat de reis naar de Seychellen op 11 maart 2010 zou aanvangen, en dat dit bedrag aldus uiterlijk 8 weken tevoren, zijnde 14 januari 2010 aan Vamonos had dienen te zijn overgemaakt. Een voorbehoud zoals door [geïntimeerden] eenzijdig gemaakt dat aanbetaling ook 6 weken van te voren kon plaatsvinden, geldt volgens Vamonos niet.
“Met betrekking tot de betalingen heb ik reeds aan [M.] doorgegeven dat wij ervoor zorgen deze bij jullie te zullen zijn tussen de 8 en 6 weken voor aanvang route. Dit heeft te maken dat er niet overal en en zeker niet overal een goede internet verbinding mogelijk is. (…) De betalingen komen binnen maar wij moeten er toch wel op kunnen vertrouwen dat in geval van een technisch probleem dit geen struikelblok mag opleveren en de reizen door jullie gewoon zijn geregeld. (…) Het kan dan ook niet meer zo zijn door een te late betaling als gevolg van onmogelijke toegang tot het internet om de betaling op tijd te doen een reis niet is geboekt. Dit zou tegen de afspraken in zijn.”