ECLI:NL:GHAMS:2013:4764
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- G.J. Driessen - Poortvliet
- J.G. Gräler
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van een erflaatster
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten [x] c.s. tegen de beschikking van de rechtbank Haarlem van 21 december 2012, waarin zij niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek tot benoeming van een vereffenaar van de nalatenschap van erflaatster [erflaatster]. De erflaatster is op 18 maart 2013 overleden en heeft bij testament over haar nalatenschap beschikt. Appellanten, die erfgenamen zijn, hebben de nalatenschap zuiver aanvaard, terwijl de heer [y] zich nog niet had uitgesproken over zijn keuze voor beneficiaire aanvaarding of verwerping. De zaak is behandeld op 5 augustus 2013, waar partijen hebben geprobeerd tot een schikking te komen, maar dit is niet gelukt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wetgever niet heeft beoogd onder het begrip 'belanghebbende' in de zin van artikel 4:204 lid 1 BW mede de erfgenaam te begrijpen. Appellanten zijn van mening dat zij ontvankelijk dienen te worden verklaard, omdat zij als erfgenamen ook schuldeisers van de nalatenschap zijn. Het hof heeft de argumenten van appellanten en de heer [y] overwogen en is tot de conclusie gekomen dat de grieven van appellanten falen. Het hof onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bekrachtigt de bestreden beschikking.