Uitspraak
mr. E.J. van der Doe, kantoorhoudende te Breda,
mr. N. Köse-[C],kantoorhoudende te Rotterdam.
2 [Belanghebbende 2],
[Belanghebbende 3],
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als [verzoekster],
- verweerster als MC De Baronie,
- belanghebbende sub 1 als [Belanghebbende 1],
- belanghebbende sub 2 als [Belanghebbende 2],
- belanghebbende sub 3 als [Belanghebbende 3],
- belanghebbende sub 4 als STAK.
primair
subsidiair
meer subsidiair
2.De feiten
(45%) en STAK (10%), voor welke laatstgenoemde aandelen certificaten zijn uitgegeven aan [Belanghebbende 3] (5%) en [Belanghebbende 2] (5%), en met [verzoekster] en [Belanghebbende 1] als gezamenlijk vertegenwoordigingsbevoegde bestuurders ;
- Stichting De Baronie, waarvan [B] en [C] de zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde bestuurders zijn, en met een raad van toezicht;
- STAK, waarvan [B] en [C] gezamenlijk vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder zijn.
gegeven de (…) verwevenheid van activiteiten en de (…) ‘incompatibilité de humeur’ tussen[[B] en [C]]
het voor de RvT niet doenlijk is om op een juiste wijze toezicht te houden, zodat de leden van de RvT hebben besloten met onmiddellijke ingang hun ontslag in te dienen.”