In deze zaak gaat het om een klacht van klager tegen notaris [notaris] inzake de toekenning van een algehele volmacht aan zijn broer en zus door hun vader, [vader]. Klager stelt dat hij niet-ontvankelijk is verklaard in zijn klacht door de kamer van toezicht over de notarissen, omdat hij geen rechtstreeks belang zou hebben bij de uitspraak. Het hof bevestigt deze beslissing. Klager heeft op 25 februari 2013 hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kamer van toezicht van 28 januari 2013, waarin klager niet-ontvankelijk werd verklaard. Het hof oordeelt dat klager niet kan worden aangemerkt als belanghebbende, omdat hij geen partij is bij de volmacht en niet kan aantonen dat hij door het handelen van de notaris in zijn eigen belang is getroffen. Klager heeft weliswaar aangevoerd dat hij betrokken is bij de zorg voor zijn vader, maar het hof oordeelt dat dit onvoldoende is om hem als belanghebbende te kwalificeren. De kamer heeft terecht geoordeeld dat klager geen zelfstandig belang heeft bij de klacht en dat hij niet optreedt als gemachtigde van zijn vader. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.