ECLI:NL:GHAMS:2013:4604
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- M.F.G.H. Beckers
- M. Perfors
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de onbevoegdverklaring van de rechtbank in een geschil over de erkenning van een huwelijk gesloten in Thailand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een huwelijk dat in 1987 in Bangkok, Thailand, is gesloten tussen [de man] en [mevrouw x]. De rechtbank Noord-Holland had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het subsidiaire verzoek van appellante, [de vrouw], om te verklaren dat het huwelijk een schijnhuwelijk is en in strijd met de Nederlandse openbare orde. Het hof oordeelt dat de rechtbank ten onrechte onbevoegd is verklaard, omdat het subsidiaire verzoek van [de vrouw] niet alleen een wijziging van de GBA betreft, maar ook een verklaring voor recht inhoudt. Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk tussen [de man] en [mevrouw x] is gesloten met het oogmerk om [mevrouw x] een verblijfstitel in Nederland te verschaffen, wat duidt op een schijnhuwelijk. Het hof heeft daarom besloten dat aan dit huwelijk erkenning moet worden onthouden in Nederland. De rechtbank had zich dus niet onbevoegd moeten verklaren en de bestreden beschikking is vernietigd. Het hof heeft het verzoek van [de vrouw] om instructies te geven over de registratie van het huwelijk in de GBA afgewezen, omdat dit een bestuursrechtelijke aangelegenheid betreft waar de burgerlijke rechter niet bevoegd is. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de erkenning van huwelijken te toetsen aan de Nederlandse openbare orde, vooral in gevallen van schijnhuwelijken.