Uitspraak
mr. M. Velsinkte Haarlem,
mr. Ch. Y. M. Moonste Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
een kostenopgave laten maken. Vanzelfsprekend hebben wij niet op voorhand, zonder te weten wat de hoogte van die kosten zou zijn, enig bedrag geaccepteerd. (…)
3.Beoordeling
grief Iklaagt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat vaststaat dat partijen in 2007 en januari 2008 hebben gesproken over casco (kale) oplevering maar zij destijds niet hebben besproken wat zij daaronder precies verstaan. Partijen zijn geen casco oplevering overeengekomen, aldus [appellant]. Dat valt volgens
grief IIook niet af te leiden uit de getuigenverklaringen waarin over de gang van zaken bij de opname van april 2008 is verklaard. De kantonrechter interpreteert de brief van 7 mei 2007 fout, aldus
grief III. Ten onrechte overwoog de kantonrechter dat [appellant] de sleutel van het gehuurde op 13 mei 2008 aan Heineken heeft verstrekt, aldus
grief IV. Met
grief V stelt[appellant] aan de orde dat hij - anders dan de kantonrechter heeft overwogen - wel aan Heineken kenbaar heeft gemaakt dat hij het met de gang van zaken niet eens was, dat partijen (nog) geen afspraken hadden gemaakt en dat hij, [appellant], nog in de veronderstelling verkeerde dat na de sloop nog een opbouwfase zou volgen.
Grief VIklaagt erover dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat [appellant] in april 2008 heeft ingestemd met verwijdering van de houten vloer. [appellant] had wel geprotesteerd tegen het afvoeren van de vloer, zoals de kantonrechter, volgens [appellant] correct, vaststelt.
Grief VII,ten slotte, is een verzamelgrief waarin wordt betoogd dat de kantonrechter ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat [appellant] stilzwijgend akkoord is gegaan met casco oplevering.