ECLI:NL:GHAMS:2013:4521

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 december 2013
Publicatiedatum
11 december 2013
Zaaknummer
200.137.743/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van het reorganisatieplan van TintelTuin B.V. door de Ondernemingskamer

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 11 december 2013, wordt het verzoek van de Ondernemingsraad van TintelTuin B.V. beoordeeld. De Ondernemingsraad heeft beroep ingesteld tegen een besluit van TintelTuin B.V. tot vaststelling van een reorganisatieplan voor 2014, dat op 26 oktober 2013 was genomen. De Ondernemingsraad verzocht om te verklaren dat TintelTuin niet in redelijkheid tot dit besluit had kunnen komen en om het besluit te vernietigen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat TintelTuin de ondernemingsraad onvoldoende heeft betrokken bij de besluitvorming en dat er procedurele onzorgvuldigheden zijn geweest. De Ondernemingsraad had niet de gelegenheid om zijn advies tijdig uit te brengen door technische problemen met e-mailverkeer. De Ondernemingskamer oordeelt dat TintelTuin, door het besluit te nemen zonder het advies van de ondernemingsraad af te wachten, de medezeggenschap heeft tekortgedaan. De Ondernemingskamer concludeert dat TintelTuin niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen en wijst het verzoek van de ondernemingsraad in zoverre toe. De overige verzoeken van de ondernemingsraad worden afgewezen. De proceskosten worden door TintelTuin vergoed, mits deze binnen de door de advocaat van de ondernemingsraad verstrekte opgave blijven.

Uitspraak

Beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.137.743/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 december 2013
inzake
de
ONDERNEMINGSRAAD VAN TINTELTUIN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. B.L.A. van Drunen, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TINTELTUIN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. A.J. Quant, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen zullen worden aangeduid als de ondernemingsraad en TintelTuin.
1.2
De ondernemingsraad heeft bij op 26 november 2013 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties beroep ingesteld tegen het op 26 oktober 2013 genomen en op diezelfde datum aan de ondernemingsraad bekend gemaakte besluit tot vaststelling van het reorganisatieplan 2014, verder het Besluit. De ondernemingsraad heeft de Ondernemingskamer verzocht:
  • te verklaren voor recht dat TintelTuin in redelijkheid niet tot het Besluit had kunnen komen;
  • te bepalen dat TintelTuin het Besluit geheel moet intrekken en de eventuele gevolgen daarvan ongedaan moet maken;
  • TintelTuin te verbieden handelingen te (doen) verrichten die zijn gericht op, of samenhangen met, de uitvoering van het Besluit, zowel gedurende de looptijd van de procedure bij de Ondernemingskamer als na afloop daarvan;
  • TintelTuin te gebieden binnen 24 uur na het uitspreken van deze beschikking een rectificatie van de in het verzoekschrift vermelde inhoud "in een organisatiebrede email" rond te sturen;
  • TintelTuin te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de kosten van de door de ondernemingsraad ingeschakelde deskundige;
een en ander voor zover mogelijk tevens als voorlopige voorziening.
1.3
De Ondernemingskamer heeft TintelTuin tot 2 december 2013 om 14:00 uur de gelegenheid gegeven een verweerschrift in te dienen. Binnen de gestelde termijn is geen verweerschrift ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen. De Ondernemingskamer heeft – vóór de mondelinge behandeling – geen acht meer geslagen op een later die dag, na 17:00 uur, ingekomen verweerschrift.
1.4
Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 3 december 2013. De Ondernemingskamer heeft eerst mr. Quant in de gelegenheid gesteld om – aan de hand van het verweerschrift onder overlegging van de daarbij behorende producties – namens TintelTuin verweer te voeren. Mr. Quant heeft geconcludeerd tot afwijzing van de verzoeken van de ondernemingsraad. Voorts hebben de advocaten van partijen hun standpunten nader toegelicht, mr. Van Drunen aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en aan de wederpartij overgelegde – aantekeningen. Mr. Van Drunen heeft medegedeeld, dat hij de dag tevoren nog producties aan de Ondernemingskamer heeft toegezonden, doch de Ondernemingskamer heeft deze niet ontvangen. De Ondernemingskamer heeft daarom – onder protest van mr. Van Drunen die de betrokken producties alsnog wenste over te leggen – aan de zijde van de ondernemingsraad geen acht geslagen op andere dan bij het verzoekschrift overgelegde producties. Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord. Voorts hebben partijen ermee ingestemd, dat de Ondernemingskamer niet alleen een beslissing geeft op het verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen maar ook op het beroep ten principale.

2.De feiten

De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten.
2.1
TintelTuin drijft een onderneming die zich bezighoudt met kinderdagopvang.
2.2
In januari 2013 heeft TintelTuin een reorganisatie doorgevoerd. Daarbij zijn gedwongen ontslagen gevallen.
2.3
Bij e-mail van 31 mei 2013 heeft TintelTuin op de voet van artikel 25 Wet op de ondernemingsraden (WOR) aan de ondernemingsraad om advies gevraagd over het bij die e-mail bijgesloten concept sociaal plan voor de tweede helft van 2013.
2.4
Op 20 augustus en 10 september 2013 hebben overlegvergaderingen plaatsgevonden over (onder meer) voormelde adviesaanvraag.
2.5
Op 11 september 2013 heeft TintelTuin een nieuwsbrief aan haar medewerkers gezonden. Daarin heeft zij onder meer "het voornemen om opnieuw te reorganiseren" aangekondigd. Zij schrijft daarin onder meer het volgende.
"
In de afgelopen twee jaar hebben we rekening gehouden met vraaguitval, maar deze bleek steeds hoger te zijn dan we hadden ingeschat. Ook voor 2014 moeten we weer een inschatting maken van de omzet en het aantal kindplaatsen. We houden er op dit moment rekening mee dat deze in 2014 verder zullen dalen. We zullen daarom verder moeten bezuinigen op materiële kosten (…) en we zullen er niet aan ontkomen om helaas opnieuw verdere personele maatregelen te moeten nemen. Een en ander zal worden verwerkt in een volgend voorgenomen reorganisatieplan dat noodzakelijk is voor de continuïteit van TintelTuin.
(…)
De planning van de voorgenomen reorganisatie
Half september
De OR adviseert over een nieuw, soberder sociaal plan dat geldig is van juli 2013 tot en met juli 2014
In de week van 16 september
Het voorgenomen reorganisatie plan gaat naar de OR. Hierin staan de plannen voor 2014 beschreven en van welke functies we bij TintelTuin afscheid moeten gaan nemen.
In de week van 23 september
De medewerkers die in het voorgenomen reorganisatieplan worden genoemd, worden persoonlijk door de directie of een leidinggevende geïnformeerd. Dit gebeurt onder voorbehoud van advies van de OR op het reorganisatie plan. (…)
(…)
(…)
Voor 1 december
Aanzeggingsgesprekken vinden plaats
Voor 1 maart 2014
Datum uit dienst aangezegde medewerkers.
Er kunnen nog enige verschuivingen in de tijd optreden en wijzigingen in het plan, afhankelijk van de gesprekken met de OR. Heb je vragen over de planning, of feedback over de reorganisatie: het e-mailadres reorganisatie@tinteltuin.nl is de handigste manier. (…)"
2.6
Op 17 september 2013 heeft een overlegvergadering plaatsgevonden over onder meer het sociaal plan. Tijdens dit overleg heeft de ondernemingsraad aangekondigd de volgende dag advies over het sociaal plan uit te brengen. De bestuurder heeft daarop meegedeeld dat het bestuur een besluit zal nemen, indien het bestuur het advies niet ontvangt. De ondernemingsraad heeft vervolgens op 19 september 2013 nog om uitstel gevraagd, maar het bestuur was niet bereid dat te verlenen.
2.7
Op 20 september 2013 heeft TintelTuin een bericht gezonden aan haar medewerkers en daarin onder andere medegedeeld – zakelijk – dat het reorganisatieplan op verzoek van de ondernemingsraad hangende de adviesprocedure niet bekend wordt gemaakt en dat de medewerkers pas zullen worden geïnformeerd, na het advies van de ondernemingsraad en nadat het bestuur een besluit zal hebben genomen.
2.8
Tijdens een overlegvergadering van 24 september 2013 heeft TintelTuin aan de ondernemingsraad meegedeeld dat zij op die dag het besluit heeft genomen tot vaststelling van een sociaal plan met looptijd van 1 november 2013 tot en met 31 juli 2014. Zij heeft dit bij e-mail van dezelfde dag onder toezending van het sociaal plan aan de ondernemingsraad bevestigd.
2.9
Op 26 september 2013 heeft TintelTuin op de voet van artikel 25 WOR advies gevraagd over het "Voorgenomen besluit reorganisatie 2014". Volgens het bij de adviesaanvraag behorende "Formatieplaatsenplan overhead 2014" zou het aantal fte’s op het hoofdkantoor verminderen van 64,12 naar 51,77, een verschil van 12,35 fte’s. In de begeleidende brief bij het advies heeft TintelTuin onder meer het volgende geschreven.
"
Op uw verzoek hebben wij besloten om het voorgenomen besluit tot reorganisatie, in tegenstelling tot vorig jaar, met de betrokken medewerkers te bespreken nadat wij van u advies hebben ontvangen. Daarom dient u geheimhouding in acht te nemen over de inhoud van dit voorgenomen besluit. Gisteren hebben wij één medewerker geïnformeerd, omdat zij lid is van de ondernemingsraad en haar functie in het voorgenomen besluit wordt genoemd.
Wij hebben in onze vergadering van 24 september jongstleden afgesproken dat uvoor 26 oktoberadvies zult uitbrengen, zodat de effecten van het reorganisatieplan nog verwerkt kunnen worden in de begroting voor 2014 die op 25 november aanstaande door de Raad van Commissarissen zal worden goedgekeurd."
2.1
Bij brief van 1 oktober 2013 heeft de ondernemingsraad aan TintelTuin meegedeeld, dat de adviesaanvraag van 26 september 2013 naar zijn opvatting niet aan de vereisten van artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden voldoet omdat de aanvraag onvoldoende is gemotiveerd, omdat de te verwachten personele gevolgen niet afdoende zijn uiteengezet en omdat geen advies is gevraagd omtrent de voorgenomen maatregelen om de te verwachten personele gevolgen op te vangen.
2.11
Bij brief van 3 oktober 2013 heeft TintelTuin aan de ondernemingsraad meegedeeld dat de ondernemingsraad kennelijk behoefte heeft aan aanvullende informatie en dat zij daarop op korte termijn zal terugkomen. Voorts heeft zij in deze brief het volgende medegedeeld.
"
Het advies met betrekking tot het sociaal plan dient (…) geheel los te worden gezien van het advies met betrekking tot de aankomende reorganisatie. Het feit dat deze twee adviesaanvragen nu samen lijken te komen heeft alleen te maken met het feit dat er na 4 maanden nog steeds geen advies was. Nadat u een aantal keren een advies had toegezegd, hetgeen vervolgens weer werd uitgesteld, hebben wij besloten het sociaal plan als voorgelegd vast te stellen."
2.12
Op 17 oktober 2013 om 15:22 uur heeft TintelTuin onder meer het volgende aan de ondernemingsraad geschreven.
"
In overleg met[de bestuurder in de zin van de WOR]
willen wij jullie het volgende voorstellen. Jullie willen nog graag wat extra tijd en wij willen het risico niet lopen dat we daardoor een maand moeten opschuiven en daardoor in november geen begroting kunnen laten goedkeuren door de RvC en extra kosten krijgen. Daarom stellen we het volgende voor:
1.
Nadat jullie morgen de laatste gevraagde informatie hebben gekregen hebben jullie t/m vrijdag 25 oktober de tijd om jullie advies uit te brengen. Wij nemen dan een principebesluit tot reorganisatie
2.
Als het advies Ja, mits … is hebben we de tijd tot 8 of 9 november om alsnog tot overeenstemming te komen
3.
Als het advies, nee tenzij is geldt het zelfde scenario
4.
Als het niet lukt om voor 9 november tot overeenstemming te komen blijven wij bij ons principebesluit van 26 oktober over de reorganisatie en verwerken dat in de begroting en loopt de termijn waarop wij de reorganisatie niet mogen uitvoeren tot 26 november
5.
Jullie hebben dan tot 26 november de tijd om ons besluit aan te vechten."
2.13
Op vrijdag 25 oktober 2013 om 16:12 uur heeft de voorzitter van de ondernemingsraad door middel van een sms aan de bestuurder in de zin van de WOR bericht dat binnen de organisatie van TintelTuin geen e-mailverkeer mogelijk was, dat de ondernemingsraad zijn advies daardoor niet kon afronden en dat hij het advies niet tijdig aan TintelTuin kon toezenden.
2.14
Bij e-mail van zaterdag 26 oktober 2013 om 10:19 uur heeft TintelTuin het volgende aan de ondernemingsraad meegedeeld.
"
De Raad van Bestuur heeft, conform onze mail van 17 oktober jl., het reorganisatieplan 2014, vandaag, 26 oktober 2013, vastgesteld
Op woensdag 30 oktober a.s en op donderdagmiddag 31 oktober is er gelegenheid om hierover te overleggen."
2.15
In de loop van de middag van diezelfde dag heeft de bestuurder in de zin van de WOR bij sms aan de voorzitter van de ondernemingsraad bericht – zakelijk – dat de vertraging in het uitbrengen van het advies geen bezwaar hoeft op te leveren, omdat nog verder overleg over het genomen besluit kan worden gevoerd.
2.16
Eveneens op 26 oktober 2013, om 23:48 uur, heeft de ondernemingsraad zijn advies aan TintelTuin toegezonden. Daarin heeft de ondernemingsraad TintelTuin meegedeeld te hebben besloten "negatief te adviseren ten aanzien van het voorgenomen besluit" en heeft hij een in het advies uitgewerkt alternatief voorgesteld.
2.17
Vervolgens is tussen partijen discussie ontstaan over de vraag of het besluit tot vaststelling van het reorganisatieplan 2014 wel of niet was genomen. TintelTuin heeft daarbij op 29 oktober 2013 het standpunt ingenomen, en dat standpunt ook gehandhaafd, dat het besluit, zoals meegedeeld bij de e-mail van 26 oktober 2013 om 10:19, definitief is. Op 8 november 2013 heeft TintelTuin inhoudelijk gereageerd op het advies van de ondernemingsraad en het daarin verwoorde alternatief plan.
2.18
Bij e-mail van 25 november 2013 heeft TintelTuin de ondernemingsraad laten weten onder meer het volgende aan de medewerkers van TintelTuin te zullen meedelen.
"
Hierbij maken wij bekend dat het reorganisatieplan door de Raad van Bestuur is vastgesteld op 26 oktober jl. Omdat de ondernemingsraad een negatief advies heeft uitgebracht moeten wij een wachttijd van een maand in acht nemen, voordat we uitvoering kunnen geven aan het plan. (…) De start van de reorganisatie zal daarom plaatsvinden op woensdag 27 en donderdag 28 november."

3.De gronden van de beslissing

3.1
De ondernemingsraad heeft aangevoerd, dat het Besluit procedureel en materieel onzorgvuldig is. TintelTuin heeft verweer gevoerd. De Ondernemingskamer zal beide onderdelen hierna beoordelen en daarin voor zover nodig het verweer van TintelTuin betrekken.
Procedurele onzorgvuldigheid
3.2
Volgens de ondernemingsraad had TintelTuin de hiervoor aangehaalde nieuwsbrief van 11 september 2013 conform het herhaalde verzoek van de ondernemingsraad moeten rectificeren. TintelTuin heeft dat niet gedaan, zodat "is gegeven dat het Besluit voor TintelTuin vanaf 11 september 2013 vaststond." TintelTuin heeft vervolgens het door de ondernemingsraad gegeven advies en het daarin vervatte alternatief genegeerd, zodat het advies en het alternatief geen wezenlijke invloed hebben kunnen uitoefenen. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is op zichzelf juist, dat het verzenden van een dergelijke nieuwsbrief hangende de adviesprocedure weinig gelukkig is en dat het risico bestaat, dat de ondernemingsraad zich als gevolg daarvan voor een voldongen feit ziet geplaatst, zodat zijn advies inderdaad niet meer de door de Wet op de ondernemingsraden voorgeschreven invloed kan uitoefenen. Gelet echter op de omstandigheid, dat – naar de Ondernemingskamer begrijpt – een vergelijkbare gang van zaken zich bij een eerdere adviesaanvraag – met instemming van de ondernemingsraad – heeft voorgedaan en gelet op het feit, dat TintelTuin in de nieuwsbrief op verschillende plaatsen duidelijk een voorbehoud maakt met het oog op het door de ondernemingsraad te geven advies, neemt de Ondernemingskamer aan dat het verzenden van de nieuwsbrief niet betekende, dat TintelTuin niet (meer) open stond voor het nog te vragen en uit te brengen advies van de ondernemingsraad.
3.3
Voorts heeft de ondernemingsraad gesteld, dat TintelTuin het sociaal plan – op 24 september 2013 – eenzijdig heeft vastgesteld, dat zij "het onderliggende voorgenomen besluit" – de Ondernemingskamer begrijpt: het reorganisatieplan 2014 – nog niet ter advisering had voorgelegd en dat de ondernemingsraad daardoor "op een cruciaal onderdeel van de voorgenomen reorganisatie" geen wezenlijke invloed heeft kunnen uitoefenen. De Ondernemingskamer stelt voorop, dat de ondernemingsraad geen beroep heeft ingesteld tegen het besluit van 24 september 2013 tot vaststelling van het sociaal plan. Dat betekent dat bezwaren tegen dat plan hier niet meer aan de orde kunnen komen. De ondernemingsraad heeft – onder meer ter terechtzitting – nog aangevoerd, dat het sociaal plan als bijlage bij de adviesaanvraag was gevoegd en daardoor opnieuw ter advisering werd voorgelegd. Daargelaten dat die bijvoeging niet blijkt uit de adviesaanvraag, kan een dergelijke conclusie gelet op de onderscheiden adviesaanvragen en onderscheiden besluitvorming uit het enkele bijvoegen niet worden getrokken. Daarbij komt, dat TintelTuin steeds duidelijk heeft gemaakt, dat de besluitvorming ten aanzien van sociaal plan respectievelijk reorganisatieplan 2014 van elkaar moeten worden onderscheiden, onder meer in de hiervoor aangehaalde brief van 3 oktober 2013 van TintelTuin aan de ondernemingsraad.
3.4
Ten slotte heeft de ondernemingsraad aangevoerd, dat TintelTuin het reorganisatieplan uiteindelijk heeft vastgesteld zonder advies van de ondernemingsraad, terwijl zij wist dat het advies vrijwel gereed was en door de verstoring van het e-mailverkeer niet kon worden voltooid en verzonden, terwijl het advies haar een dag later alsnog bereikte.
Bij de beoordeling van deze stelling is het volgende van belang. Anders dan TintelTuin heeft aangevoerd kan niet – zeker niet in zijn algemeenheid – worden gezegd dat een termijn van één maand voor het uitbrengen van het advies bij een dergelijk voorgenomen besluit "gezien de gebruikelijke termijnen (…) vrij ruim is" (pleitnota – "verweerschrift" – 28). TintelTuin heeft echter gesteld dat de ondernemingsraad heeft ingestemd met de in voormelde e-mail van 17 oktober 2013 15:22 uur vervatte planning op grond waarvan het advies uiterlijk op 25 oktober 2013 zal worden uitgebracht. De ondernemingsraad heeft dit betwist. De ondernemingsraad kan daarin niet worden gevolgd. In een reactie van de ondernemingsraad kort na voormelde e‑mail, te weten bij e-mail van 16:18 uur op diezelfde dag, sprak de ondernemingsraad immers over "het tijdspad zoals afgesproken". De Ondernemingskamer heeft de ondernemingsraad ter terechtzitting voorgehouden, dat dit erop wijst dat de ondernemingsraad wel degelijk met de planning heeft ingestemd. De ondernemingsraad heeft zijn betwisting op dit punt niet verder toegelicht en de Ondernemingskamer neemt daarom aan, dat hij inderdaad met de planning heeft ingestemd.
3.5
Gelet op deze afspraak en gelet op de in de e-mail van 17 oktober 2013 van TintelTuin aan de ondernemingsraad gegeven toelichting (het risico "dat we daardoor een maand moeten opschuiven en daardoor in november geen begroting kunnen laten goedkeuren door de RvC en extra kosten krijgen"), moet de ondernemingsraad begrepen hebben, dat de termijn nauw genomen moest worden. Daar staat echter tegenover, dat TintelTuin – in ieder geval na ontvangst van voormelde sms van 25 oktober 2013 16:12 uur – wist, dat de ondernemingsraad een advies voorbereidde, dat de ondernemingsraad dit advies op 25 oktober 2013 vrijwel had afgerond, maar dit niet kon voltooien en dat de voorzitter van de ondernemingsraad, die toen als gevolg van ziekte thuis was maar op het netwerk van TintelTuin probeerde in te loggen, het advies niet kon toezenden als gevolg van een technische storing. TintelTuin heeft ter terechtzitting nog aangevoerd, dat "het e-mailverkeer binnen de organisatie gewoon werkte" (pleitnota – "verweerschrift" – 24). Wat er van dit laatste ook zij, de Ondernemingskamer heeft, gelet op hetgeen ter terechtzitting over en weer naar voren is gebracht, geen aanleiding om aan te nemen dat de stelling van de ondernemingsraad dat het probleem nu juist zat in het inloggen van buitenaf, onjuist te achten.
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer had het in de gegeven omstandigheden in redelijkheid op de weg van TintelTuin gelegen om – na ontvangst van de sms van 25 oktober 2013 om 16:12 uur – het Besluit korte tijd uit te stellen om de ondernemingsraad in de gelegenheid te stellen het advies alsnog af te ronden en uit te brengen zodat zij, TintelTuin, dat advies alsnog in de besluitvorming kon betrekken, althans ten minste contact op te nemen met de ondernemingsraad om te onderzoeken of de technische storing kon worden opgelost of anderszins in de daardoor ontstane problemen kon worden voorzien. Daarbij neemt de Ondernemingskamer in aanmerking, dat weliswaar enerzijds de termijn "vóór 26 oktober 2013" zoals overwogen nauw moest worden genomen, maar dat anderzijds niet valt in te zien dat enig uitstel, bijvoorbeeld van één dag, naar TintelTuin vreesde in feite tot een uitstel van een maand en daardoor tot het verder oplopen van de kosten zou leiden. Door niettemin in de gegeven omstandigheden noch bedoeld korte uitstel te verlenen noch contact met de ondernemingsraad op te nemen om anderszins de mogelijkheden van een oplossing te onderzoeken – of mogelijke misverstanden over en weer op te sporen – en door vervolgens het Besluit zonder het advies van de ondernemingsraad te nemen heeft TintelTuin naar het oordeel van de Ondernemingskamer de medezeggenschap tekort gedaan. Zij is van oordeel, dat TintelTuin bij afweging van de betrokken belangen op 26 november 2013 om 10:19 uur niet in redelijkheid tot het Besluit heeft kunnen komen.
Daarbij heeft de Ondernemingskamer onder ogen gezien dat het verder oplopen van kosten slechts kon worden voorkomen indien TintelTuin overeenkomstig het voorgenomen besluit de beoogde ontslagen zou kunnen aanzeggen vóór 1 december 2013 en dat de resterende tijd tussen het aflopen van de opschortingstermijn als bedoeld in artikel 25 lid 6 WOR en 1 december 2013 bij een kort uitstel als voormeld extra onder druk zou worden gezet, terwijl 30 november 2013 ook nog op een zaterdag viel. Het bleef echter redelijkerwijs mogelijk om – zo TintelTuin na het alsnog uitbrengen van advies haar voornemen zou omzetten in een definitief besluit – de ontslagen tijdig vóór 1 december 2013 aan te zeggen. Bij dit een en ander moet nog in aanmerking worden genomen, dat TintelTuin zelf voor de niet ruime termijn van één maand voor de adviesprocedure heeft gekozen alsmede dat zij kennelijk zelf had verdisconteerd, dat zij slechts korte tijd, één dag, nodig zou hebben om het advies te beoordelen en om tot definitieve besluitvorming te komen.
3.6
De ondernemingsraad heeft ter terechtzitting verder nog aangevoerd, dat TintelTuin onvoldoende respectievelijk onjuiste informatie heeft verstrekt. Die klacht is echter niet in het verzoekschrift opgenomen en kan daarom niet aan de orde komen.
Materiële onzorgvuldigheid
3.7
De ondernemingsraad heeft onder het kopje "materiële onzorgvuldigheid" aangevoerd, dat TintelTuin beweegredenen heeft "voorgewend", dat deze "gezocht" en/of "achterhaald" zijn. Voorts heeft de ondernemingsraad aangevoerd, dat TintelTuin tot uitgangspunt heeft genomen dat bij "een structurele vraaguitval (…) een structureel lagere bezetting in fte" hoort en dat op die grond duidelijk is dat zij maar één voornemen had: besparen op personeel door gedwongen ontslagen.
3.8
De Ondernemingskamer verwerpt deze stellingen. TintelTuin heeft in de adviesaanvraag de noodzaak tot bezuinigen voldoende aannemelijk gemaakt. Het is aan TintelTuin om daaraan invulling te geven en niet gezegd kan worden, dat zij dat op onredelijke wijze heeft gedaan. Dat bezuinigen bij een arbeidsintensieve onderneming als die van TintelTuin vooral zal moeten worden gezocht in het verminderen van de personele lasten, ligt voor de hand. Het reorganisatieplan voorziet bovendien ook in bezuinigingen op andere dan personele kosten. Dat de perspectieven voor de kinderopvang mogelijk geleidelijk enigermate zouden verbeteren, betekent nog niet dat de ingeslagen weg moet worden heroverwogen.
Conclusie en verdere beslissingen
3.9
De Ondernemingskamer heeft hiervoor geoordeeld, dat TintelTuin bij afweging van de betrokken belangen op 26 november 2013 om 10:19 uur niet in redelijkheid tot het Besluit heeft kunnen komen. De Ondernemingskamer zal met dit oordeel volstaan. De Ondernemingskamer heeft de overige bezwaren verworpen dan wel niet zo ernstig geacht dat zij tot het oordeel kunnen leiden dat TintelTuin in redelijkheid niet tot het Besluit heeft kunnen komen. Uit het over en weer gestelde blijkt voorts, dat TintelTuin zich – zoals tevoren aangekondigd – bereid heeft getoond om ondanks het nemen van het besluit serieus met de ondernemingsraad te overleggen over de bezwaren van de ondernemingsraad en de door de ondernemingsraad op onderdelen aangedragen alternatieven. Bovendien is aannemelijk, dat, zoals TintelTuin heeft gesteld, verder uitstel tot verder oplopen van kosten leidt als gevolg waarvan de financiële problematiek – mede ten koste van de door de ondernemingsraad verdedigde belangen – slechts kan worden verzwaard. Dit een en ander betekent, dat de Ondernemingskamer het verzoek voor het overige – en dus ook het verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen – zal afwijzen.
Proceskosten
3.1
Ter terechtzitting heeft TintelTuin verklaard, dat zij de door de ondernemingsraad in verband met deze procedure gemaakte kosten zal betalen, mits die blijven binnen de door mr. Van Drunen verstrekte opgave. Daarop heeft de ondernemingsraad het verzoek tot veroordeling in de proceskosten ingetrokken.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart dat TintelTuin bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot haar besluit van 26 oktober 2013 tot vaststelling van het reorganisatieplan 2014;
wijst het meer of anders verzochte af.
De beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuisen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en drs. P.R. Baart en mr. drs. B.M. Prins RA, raden, in tegenwoordigheid van mr.  A.J. van Wees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 11 december 2013.