ECLI:NL:GHAMS:2013:4465
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van het gezag over kinderen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw die in 2009 is gehuwd met een man in Kuta, Indonesië. Het huwelijk is op 25 april 2013 ontbonden door een echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Amsterdam. Uit het huwelijk zijn twee kinderen geboren, die bij de vrouw verblijven. De vrouw heeft op 25 februari 2013 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin haar verzoek om alleen met het gezag over de kinderen te worden belast, werd afgewezen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 september 2013 is de vrouw bijgestaan door haar advocaat en was er een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De man is niet verschenen.
De vrouw stelt dat de man zich nooit met de verzorging en opvoeding van de kinderen heeft bemoeid en dat er al twee jaar geen contact meer is tussen hen. Ze heeft geen contactgegevens van de man en is van mening dat de kinderen klem of verloren kunnen raken als de man op enig moment besluit zich alsnog met de opvoeding te bemoeien. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de vrouw toe te wijzen.
Het hof overweegt dat ouders die gezamenlijk gezag hebben, dit gezag blijven uitoefenen na de ontbinding van het huwelijk, tenzij er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt. Gezien het gebrek aan contact tussen de vrouw en de man en de wens van de man om zich te onttrekken aan de opvoeding, concludeert het hof dat wijziging van het gezag in het belang van de kinderen noodzakelijk is. Het hof vernietigt de bestreden beschikking en wijst het verzoek van de vrouw toe, waardoor zij alleen met het gezag over de kinderen wordt belast.