Uitspraak
mr. E.C.M.J. van Kempente Boxmeer,
mr. A. Kniggete Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Hypotheek Visie Gouda B.V. tegen de vonnissen van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzekeringskwestie na een brand in een winkelpand. Hypotheek Visie, die de vordering van de failliete vennootschap onder firma X Sportshop V.O.F. heeft overgenomen, vordert dat de verzekeraars en Eurolloyd B.V. gehouden zijn de schade te vergoeden die is ontstaan door de brand op 17 juni 2005. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de verzekeraars niet gehouden waren tot schadevergoeding, omdat er opzet in het spel zou zijn geweest bij de opgave van de schade door de vennoten van de failliete onderneming.
In het hoger beroep heeft Hypotheek Visie zes grieven ingediend en een incidentele vordering ingesteld op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin zij inzage vordert in bepaalde documenten die relevant zijn voor haar zaak. De verzekeraars hebben verweer gevoerd tegen deze incidentele vordering en betoogd dat Hypotheek Visie niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Het hof heeft de incidentele vordering van Hypotheek Visie afgewezen. Het hof oordeelt dat de gevorderde inzage in de documenten onvoldoende bepaald is en dat Hypotheek Visie niet heeft aangetoond dat zij een rechtmatig belang heeft bij de gevraagde inzage. De vordering tot inzage in de RAID-copy van de harde schijf is eveneens afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de verzekeraars daarover beschikken. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een memorie van antwoord door de verzekeraars en Eurolloyd, en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.