ECLI:NL:GHAMS:2013:4330
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor een eenmalige schenking namens een wilsonbekwame rechthebbende
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de bewindvoerder van een wilsonbekwame rechthebbende, mevrouw […], die in een instelling voor verstandelijk gehandicapten verblijft. De bewindvoerder heeft in hoger beroep de beschikking van de kantonrechter van 28 februari 2013 aangevochten, waarin zijn verzoek om toestemming voor een eenmalige schenking van € 2.000,- per persoon aan de zes broers en zussen van de rechthebbende werd afgewezen. De bewindvoerder stelt dat er wel degelijk sprake is van een schenkingstraditie, die door de kantonrechter ten onrechte niet is erkend. Hij wijst op eerdere goedkeuringen van schenkingen door de kantonrechter en betoogt dat het belang van de rechthebbende vereist dat de schenking wordt toegestaan.
Het hof overweegt dat volgens artikel 1:441 van het Burgerlijk Wetboek een bewindvoerder toestemming nodig heeft van de rechthebbende of de kantonrechter om een schenking te doen. De aanbevelingen van het Landelijk Overleg Kantonsectorvoorzitters stellen als hoofdregel dat schenkingen namens een wilsonbekwame rechthebbende alleen zijn toegestaan indien er een schenkingstraditie is. Het hof concludeert dat de rechthebbende nooit wilsbekwaam is geweest en dus geen schenkingstraditie kan hebben opgebouwd. Desondanks oordeelt het hof dat de belangen van de rechthebbende niet geschaad worden door de eenmalige schenking, gezien de omstandigheden van de zaak, zoals de leeftijd van de rechthebbende en het resterende vermogen na de schenking.
Uiteindelijk vernietigt het hof de beschikking van de kantonrechter en verleent toestemming aan de bewindvoerder om de schenking te doen, waarbij het hof de uitvoerbaarheid bij voorraad verklaart. Deze uitspraak is gedaan door de rechters A.V.T. de Bie, M.F.G.H. Beckers en L.H.M. Zonnenberg, en is openbaar uitgesproken op 19 november 2013.