ECLI:NL:GHAMS:2013:3691
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.H. Huijzer
- A.M.A. Verscheure
- W.H.F.M. Cortenraad
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontbinding huurovereenkomst en ontruiming
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de huurovereenkomst tussen [appellant] en de stichting Woonstichting Rochdale is ontbonden. Het vonnis, gewezen op 23 mei 2013, verplichtte [appellant] om het gehuurde ontruimen en ter beschikking te stellen aan Rochdale, met machtiging voor Rochdale om de ontruiming zelf te bewerkstelligen met de hulp van de sterke arm. [Appellant] heeft op 6 juni 2013 hoger beroep ingesteld en een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis ingediend. Rochdale heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de incidentele vordering van [appellant].
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [appellant] geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een hernieuwde beoordeling van de vordering tot schorsing van de executie rechtvaardigen. De eerdere beslissing van de voorzieningenrechter, die de tenuitvoerlegging van het vonnis had opgeschort tot 1 november 2013, was reeds gebaseerd op de aanstaande geboorte van het kind van [appellant] en zijn echtgenote. Het hof concludeert dat de incidentele vordering van [appellant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat deze in wezen dezelfde stellingen bevatte als eerder aan de voorzieningenrechter zijn voorgelegd.
De beslissing van het hof houdt in dat [appellant] de kosten van het incident moet dragen en dat de hoofdzaak wordt verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door Rochdale. Het hof houdt verdere beslissingen aan totdat het eindarrest in de hoofdzaak is gewezen. Dit arrest is op 29 oktober 2013 in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.