Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. R.G.E. de Vrieste Diemen,
mr. K. Zeylmakerte Breda.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, waarin de kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen arbeidsverhouding bestond tussen [appellant] en de stichting Epafras. De zaak is gestart met een dagvaarding op 23 februari 2012, waarbij [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van 25 november 2011. De kantonrechter had in een tussenvonnis van 8 oktober 2010 vastgesteld dat [appellant] niet als werknemer kon worden gekwalificeerd volgens artikel 1 sub b onder 2 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA). De kantonrechter oordeelde dat [appellant] zich bij het vervaardigen van het blad 'Gezant uit Nederland' liet bijstaan door meer dan twee helpers, wat in strijd is met de voorwaarden van het BBA. Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat de kantonrechter terecht tot dit oordeel is gekomen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.