3.2.Zowel [X] als [geïntimeerde] hebben ieder voor zich naar aanleiding hiervan moeder en [appellant] gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar. In beide zaken heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan op 8 april 2010. In de door [geïntimeerde] geëntameerde zaak heeft de voorzieningenrechter [appellant] en moeder onder meer – zakelijk weergegeven – uitvoerbaar bij voorraad:
veroordeeld om binnen één week na betekening van het vonnis de artikelen “17 instanties die niets ondernemen tegen het seksueel misbruik van de meisjes [geïntimeerde]” en “Eén van de vele praktijkgevallen waarin het AMK niets doet en de kinderen de dupe zijn” met alle daarbij behorende reacties te verwijderen en verwijderd te houden, in zoverre dat deze artikelen op geen enkele wijze meer via welke zoekopdracht dan ook op het internet zijn terug te vinden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag of gedeelte daarvan dat [appellant] en moeder daarmee in gebreke blijven en/of zulks weigeren, met een maximum van € 25.000,00;
veroordeeld om zich voortaan te onthouden van het doen van uitlatingen dan wel het uiten van beschuldigingen gericht op het seksueel misbruik van en/of door [geïntimeerde] en haar kinderen, zulks in de breedste zin van het woord, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag dat [appellant] en moeder hiermee in strijd handelen, met een maximum van € 25.000,00;
hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.500,00 bij wege van een voorschot op de aan [geïntimeerde] te betalen vergoeding wegens immateriële schade;
veroordeeld om binnen veertien dagen na het vonnis een kopie van het vonnis aangetekend toe te sturen aan een aantal overheids- en semioverheidsinstanties, de school van de kinderen van [geïntimeerde], de huisarts van [geïntimeerde] en haar dochters en een journalist, en bewijs van die aangetekende verzending aan [geïntimeerde] te leveren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag dat zij hiermee in gebreke zullen blijven, met een maximum van € 25.000,00. Dit vonnis is op 9 april 2010 aan [appellant] en moeder betekend.