ECLI:NL:GHAMS:2013:3386

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2013
Publicatiedatum
18 oktober 2013
Zaaknummer
200.128.640/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissingen van de Ondernemingskamer inzake aandeelhoudersgeschillen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 18 oktober 2013, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. over de periode vanaf 28 december 2012, naar aanleiding van een verzoek van aandeelhouders Michael en Rowena van Waveren en Merdan Koç. De Ondernemingskamer oordeelt dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid van beide vennootschappen te twijfelen, vooral gezien de belangenverstrengeling en het gebrek aan openheid richting minderheidsaandeelhouders. De beschikking volgt op eerdere beslissingen van 4 en 25 juli 2013, waarin verzoekers niet ontvankelijk werden verklaard voor bepaalde verzoeken. De Ondernemingskamer stelt vast dat de aandeelhouders van Meromi en Jeemer hun statutaire verplichtingen niet zijn nagekomen, wat leidt tot een schorsing van de huidige bestuurder Pim Schram en de benoeming van een nieuwe bestuurder. Tevens worden de aandelen van de erven Schram en Delta Onroerend Goed overgedragen ten titel van beheer aan een nog aan te wijzen persoon. De kosten van het onderzoek worden vastgesteld op maximaal € 50.000, en de vennootschappen worden veroordeeld in de kosten van het geding. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.128.640/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 18 oktober 2013
inzake

1.Michael David Ilhan VAN WAVEREN,

wonende te Rotterdam,
2.
Rowena Sharonna Alexia VAN WAVEREN,
wonende te Amsterdam,
3.
Aysel ERBUDAK,
handelend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
Merdan Michael Tristan KOÇ,
wonende te Beverwijk,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. A. Haanen
mr. J. Groot, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JEEMER B.V.,
gevestigd te Velsen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEROMI HOLDING B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKRAND B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A2 ANTWOORDSERVICE B.V.,
gevestigd te Velsen,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. H.F. van Druten,
mr. S.J.H.M. Berendsenen
mr. A.J. Kok, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLOTERVAARTZIEKENHUIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. O.L.M. Heuts, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELTA ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.W.E. Eversen
mr. S.M.A.M. Timmermans, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

2.W.J.M. SCHRAM,

wonende te Amsterdam,
3.
A.J.P. SCHRAM,
wonende te Beverwijk,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHRAM BELEGGING MAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VELSEN TERMINAL B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen,
e n t e g e n

6.Theodorus Johannes Hendrik DEKKER,

wonende te Amsterdam,
7.
Johan Jan Willem MEURS,
wonende te Ursem,
8.
Andries Augustus KAMPFRAATH,
wonende te Breukelen,
9.
Cornelis Wilhelmus Maria ZWANENBURG,
wonende te Willemstad, Curaçao,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. L.C.J.M. Spigten
mr. F. Eikelboom, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen en andere personen en rechtspersonen zullen in het navolgende (ook) als volgt worden aangeduid:
- Michael David Ilhan van Waveren met Michael;
- Rowena Sharonna Alexia van Waveren met Rowena;
- Merdan Michael Tristan Koç met Merdan;
- verweerster 1 met Jeemer;
- verweerster 2 met Meromi;
- Jeemer en Meromi, tezamen, met Jeemer c.s.;
- verweerster 3 met Parkrand;
- verweerster 4 met A2 Antwoordservice;
- verweerster 5 met Slotervaartziekenhuis;
- belanghebbende 1 met Delta Onroerend Goed;
- W.J.M. Schram met Pim Schram;
- A.J.P. Schram met Lex Schram;
- R.A.M. Schram met Rob Schram;
- J.R.M. Schram met Jan Schram;
- de erfgenamen van Jan Schram met de erven Schram;
- belanghebbende 4 met Schram Belegging Maatschappij;
- Stichting Administratiekantoor Schram Belegging Maatschappij met Stak;
- A. Erbudak met Erbudak;
- belanghebbenden 6 tot en met 9 met Dekker c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 4 juli 2013 en 25 juli 2013 in deze zaak. Bij de beschikking van 4 juli 2013 heeft de Ondernemingskamer (i) verzoekers niet ontvankelijk verklaard voor zover het het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Slotervaartziekenhuis en Parkrand betreft, (ii) Michael en Rowena niet ontvankelijk verklaard voor zover het het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van A2 Antwoordservice en Meromi betreft, (iii) Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan in de gelegenheid gesteld om een machtiging als bedoeld in artikel 1:349 BW over te leggen en (iv) iedere verdere beslissing aangehouden. De bedoelde machtiging is vervolgens in het geding gebracht. Bij de beschikking van 25 juli 2013 heeft de Ondernemingskamer het verweer van Jeemer c.s. dat Merdan in zijn verzoek jegens Meromi niet ontvankelijk verklaard dient te worden omdat een op de voet van artikel 1:349 BW door de kantonrechter gegeven machtiging ontbreekt en omdat niet Erbudak maar Merdan als formele procespartij is opgetreden, verworpen. Iedere verdere beslissing is vervolgens aangehouden.

2.De feiten

2.1
De Ondernemingskamer handhaaft de opsomming van de feiten, zoals weergegeven onder 2 van de beschikking van 4 juli 2013. Een aantal van die vastgestelde feiten zal hier worden herhaald. De Ondernemingskamer voegt voorts een aantal feiten toe.
2.2
Als gevolg van het overlijden van Jan Schram op 28 december 2012 zijn de erven Schram (onder wie Pim Schram en Rob Schram, beiden zonen van Lex Schram, die executeur testamentair is in de nalatenschap van Jan Schram) de aandelen gaan houden die voor die datum door Jan Schram werden gehouden (zie onder 2.6 in de beschikking van 4 juli 2013). Meromi was op dat moment enig aandeelhouder van (onder meer) Slotervaartziekenhuis en Parkrand. De overige aandeelhoudersverhoudingen (voor zover thans nog relevant) zijn vanaf 28 december 2012 als volgt:
  • Delta Onroerend Goed, Merdan en Jeemer houden respectievelijk 16,66%, 16,66% en 66,66% van de aandelen in Meromi;
  • Rowena, Michael en de erven Schram houden respectievelijk 24,5%, 24,5% en 51% van de aandelen in Jeemer;
  • de erven Schram en Schram Belegging Maatschappij houden respectievelijk 0,02% en 99,98% van de aandelen in Delta Onroerend Goed;
  • Stak houdt alle aandelen in Schram Belegging Maatschappij. Deze aandelen zijn gecertificeerd. De certificaten zijn in handen van - onder meer - Pim en Rob Schram.
2.3
Jeemer heeft ten doel (volgens artikel 2 van de statuten): het houden van aandelen in - of het op andere wijze belang hebben bij andere - vennootschappen of ondernemingen, alsmede het besturen, beheren, controleren of financieren van andere vennootschappen en ondernemingen. Onder dit doel is mede begrepen het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met en het voeren van de directie over andere ondernemingen, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen en het beheren en beleggen van vermogen. Artikel 15 van de statuten van Jeemer bepaalt onder andere:
“1. Ingeval van overlijden (..) van een aandeelhouder (…), alsmede bij overdracht of overgang van een of meer aandelen, (…) moeten zijn aandelen worden aangeboden met inachtneming van het in de navolgende leden bepaalde.
2. (…)
3. Degenen, die tot tekoopaanbieding van één of meer aandelen zijn gehouden, dienen binnen dertig dagen na het ontstaan van die verplichting (..) van hun aanbieding aan het bestuur kennis te geven. (…)
4. (…)
5. De verplichting tot aanbieding van aandelen op grond van het bepaalde in dit artikel heeft tot gevolg, dat gedurende het bestaan van die verplichting de aan de aandelen verbonden rechten voor zover die aan de aandeelhouder toekomen niet kunnen worden uitgeoefend indien en voor zolang de aandeelhouder in verzuim is aan deze verplichting te voldoen.
(…)”
2.4
Meromi heeft onder andere ten doel (volgens artikel 2 van de statuten): het verwerven, exploiteren en vervreemden van belangen in, het financieren van, het voeren van het bestuur over, het deelnemen in en het op enigerlei wijze verlenen van diensten aan andere ondernemingen, het verkrijgen, beheren, exploiteren en vervreemden van registergoederen, effecten en andere vermogenswaarden, alsmede het beheren en beleggen van vermogen.
2.5
Artikel 15 lid 1 onder b van de statuten van Meromi en artikel 15 lid 1 onder b van de statuten van A2 Antwoordservice bepalen dat er een verplichting tot aanbieding van haar aandelen bestaat “
bij overdracht of overgang van één of meer aandelen (…) in een aandeelhouder-rechtspersoon”.In artikel 15 lid 3 van de statuten van Meromi en in artikel 15 lid 3 van de statuten van A2 Antwoordservice is dezelfde bepaling opgenomen als in artikel 15 lid 3 van de statuten van Jeemer (hierboven weergegeven). Artikel 15 lid 5 van de statuten van Meromi en artikel 15 lid 5 van de statuten van A2 Antwoordservice bepalen, gelijkluidend:
“Zolang de aandeelhouder in verzuim is te voldoen aan de verplichting tot aanbieding van aandelen op grond van het bepaalde in dit artikel, is het aan die aandelen verbonden stemrecht, het recht op deelname aan de algemene vergadering en het recht op uitkeringen opgeschort.”
2.6
Bij e-mailbericht van 15 januari 2013 heeft Erbudak aan Pim en Lex Schram geschreven dat Michael en Rowena de aandelen die Jan Schram hield in Jeemer, willen overnemen.
2.7
Bij brief van 25 januari 2013 heeft de raadsman van Michael en Rowena aan Jeemer (van welke vennootschap Pim Schram sinds 21 januari 2013 (enig) bestuurder is) en aan Lex Schram bevestigd dat zijn cliënten belangstelling hebben voor het verkrijgen van de door de erven Schram te koop aangeboden aandelen in Jeemer en dat zijn cliënten ervan uitgaan dat tussen partijen op korte termijn overeenstemming over de prijs kan worden bereikt.
2.8
Bij besluit van 19 februari 2013 van de raad van commissarissen van Slotervaartziekenhuis is Erbudak als bestuurder van Slotervaartziekenhuis geschorst. Zij hebben aan dit besluit mede ten grondslag gelegd dat ten gevolge van haar - volgens de raad eigenzinnige - wijze van onderhandelen met zorgverzekeraar Achmea, Slotervaartziekenhuis geen contract heeft kunnen sluiten met Achmea voor 2013 (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.8).
2.9
ING Bank N.V. (verder: ING) is de huisbankier van Slotervaartziekenhuis. Zij heeft deze vennootschap een krediet in rekening-courant met een limiet van € 51 miljoen alsmede een investeringsfaciliteit van € 11 miljoen verstrekt. Bij brief van 25 februari 2013 heeft ING het volgende aan Slotervaartziekenhuis geschreven. Op dat moment had het ziekenhuis onder de kredietlijn circa € 23 miljoen opgenomen en had Delta Onroerend Goed een vordering van bijna € 26 miljoen op Slotervaartziekenhuis: de in het citaat bedoelde aandeelhouderslening die Jan Schram in 2006 via Delta Onroerend Goed (tegen een rente van 6%) in Slotervaartziekenhuis had geïnvesteerd.

De afgelopen weken hebben diverse (telefonische) gesprekken plaatsgehad tussen het Slotervaartziekenhuis en ING. Onder andere heeft ING gesproken met mevrouw Erbudak, de heer Brandjes, de heer Dekker, alsmede met de heer Pim Schram als vertegenwoordiger van de aandeelhouder.
(…)
Wij hebben tijdens voornoemde gesprekken onze zorgen geuit over de recente ontwikkelingen bij het Slotervaartziekenhuis. In eerste instantie ging de discussie over de situatie die is ontstaan nadat publiek bekend werd dat Slotervaart-ziekenhuis geen contract heeft kunnen sluiten met Achmea en de effecten die dit kunnen hebben op de financiële positie van het ziekenhuis. Wij begrijpen dat er sindsdien intensief contact is met Achmea waarbij de verwachting is dat beide partijen op korte termijn akkoord kunnen sluiten over een contract.
Voorts hebben wij signalen opgevangen dat er wordt gesproken over het (gedeeltelijk) terugbetalen van de aandeelhouderslening. (…)
Het op non-actief stellen van de voorzitter van de Raad van Bestuur heeft bij ING vragen doen rijzen. Naar wij hebben begrepen lag het bestuurlijke zwaartepunt van de Raad van Bestuur bij de voorzitter. Door de recente op non-actiefstelling is naar de mening van ING een bestuurlijke issue ontstaan die in het belang van het ziekenhuis adequaat en op zeer korte termijn zal moeten worden opgelost, waarbij de belangen van alle stakeholders belangrijk zijn.
De bank had verwacht dat het ziekenhuis met alle belanghebbenden om de tafel zou gaan zitten zodat deze issue intern zou kunnen worden opgelost. Zodoende was de bank zeer verrast en verontrust naar aanleiding van het publiek maken van deze schorsing afgelopen vrijdagmiddag. Het is de mening van de bank dat als gevolg hiervan een machtsstrijd is ontstaan tussen de (indirecte) aandeelhouders van het ziekenhuis die een serieuze negatieve impact kan hebben op het ziekenhuis en, in het verlengde daarvan, de door ING verstrekte financiering. Ook dit vormt een grond voor vervroegde opeisbaarheid van de kredietfaciliteit. Het is de mening van de bank dat deze issue zo snel als mogelijk moet worden opgelost.
Als gevolg hiervan heeft ING besloten om alle banklijnen tot nader order te bevriezen. De bank is bereid om dit ongedaan te maken als aan de volgende condities is voldaan:

Slotervaartziekenhuis zorgt ervoor dat uiterlijk voor dinsdag 26 februari 2013 om 17:00 uur de relevante partijen in deze machtsstrijd (…) rond de tafel zijn gaan zitten met het doel een oplossing te zoeken waardoor deze machtsstrijd zo spoedig mogelijk kan worden opgelost.

Schriftelijke bevestiging van het Slotervaartziekenhuis en de aandeelhouder dat de aandeelhouderslening van c. EUR26m niet wordt afgelost en dat er binnen 2 weken na dagtekening van deze brief een achterstellingsakte in plaats is voor deze lening die conveniërend is voor ING.

(…)

(…).” (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.9)
2.1
Bij e-mailbericht van 7 maart 2013 heeft Lex Schram aan de raadsman van Michael en Rowena geschreven dat hij het onwenselijk vond dat zij de aandelen in Jeemer zouden verwerven. Bij brief van 8 maart 2013 aan Jeemer, Delta Onroerend Goed (van welke vennootschap Rob Schram sinds 1 maart 2013 de enige bestuurder is), Schram Belegging Maatschappij en STAK heeft deze raadsman namens Michael en Rowena onder andere verzocht om:
- een schriftelijke bevestiging van het op 21 januari 2013 mondeling aan Michael en Rowena gedane aanbod tot koop van de aandelen die Jan Schram in Jeemer hield;
- de door Schram Belegging Maatschappij in A2 Antwoordservice gehouden aandelen schriftelijk te koop aan te bieden aan de overige aandeelhouders;
- de door Delta Onroerend Goed gehouden aandelen in Meromi aan te bieden aan de overige aandeelhouders.
2.11
Op 13 maart 2013 heeft Pim Schram in zijn hoedanigheid van bestuurder van Meromi en als zodanig als enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis besloten om de statuten van Slotervaartziekenhuis te wijzigen en om voor een bedrag van € 5 miljoen 6%-cumulatief preferente aandelen met een nominale waarde van € 1 elk uit te geven. Volgens de considerans van dit besluit ligt daaraan - mede - ten grondslag dat
het “met het oog op de continuïteit van Slotervaartziekenhuis (…) gewenst (is) dat, mede op verzoek van de financierende instelling, het eigen vermogen van Slotervaartziekenhuis wordt verhoogd.”Bij notariële akte van 14 maart 2013 zijn de statuten dienovereenkomstig gewijzigd en zijn voormelde cumulatief preferente aandelen uitgegeven aan Delta Onroerend Goed. De aandelen zijn volgestort door verrekening met voormelde vordering van Delta Onroerend Goed op Slotervaartziekenhuis voor een bedrag van € 5 miljoen. Als gevolg daarvan houdt Delta Onroerend Goed sedertdien 99,64% en Meromi 0,36% (in plaats van voorheen 100%) van de aandelen in Slotervaartziekenhuis. Delta Onroerend Goed heeft Slotervaart en ING voorts bericht dat zij bereid is om haar vordering gedurende een periode van vijf jaar niet te zullen opeisen onder nader overeen te komen voorwaarden (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.11).
2.12
Bij brief van 19 maart 2013 heeft Lex Schram aan het bestuur van Jeemer (Pim Schram) kennis gegeven de aandelen die de erven Schram houden in Jeemer, aan de andere aandeelhouders te koop aan te bieden. Bij brief van 19 maart 2013 heeft Rob Schram als bestuurder van Delta Onroerend Goed aan Pim Schram als bestuurder van Meromi kennis gegeven alle aandelen die Delta Onroerend Goed houdt in Meromi aan de andere aandeelhouders te koop aan te bieden
“voorzover wij daartoe op grond van de statuten van Meromi (…) gehouden zijn.”Verzoekers hebben op 21 maart 2013 een kort geding aanhangig gemaakt - en later ingetrokken - tegen Schram Belegging Maatschappij, Pim, Rob en Lex Schram en Delta Onroerend Goed, onder andere tot nakoming van de gestelde aanbiedingsverplichtingen. Bij brief van 25 maart 2013 heeft Schram Belegging Maatschappij (Pim Schram) de aandelen die deze vennootschap houdt in A2 Antwoordservice aan de andere aandeelhouders te koop aangeboden. Op 25 maart 2013 heeft Rob Schram namens Lex Schram, Meromi, A2 Antwoordservice, Jeemer en Schram Belegging Maatschappij aan de raadsman van Michael en Rowena het volgende geschreven
: “Schram Beleggingsmaatschappij bv biedt haar aandelen welke zij houdt in A2 Antwoordservice bv te koop aan aan de andere aandeelhouders van A2 Antwoordservice. Delta onroerend goed bv, biedt – voor zover zij daartoe gehouden zou zijn op grond van de statuten van Meromi Holding bv – haar aandelen in Meromi Holding bv aan aan de andere aandeelhouders van Meromi Holding bv (…).” (…). Jeemer bv biedt haar aandelen welke zij houdt in Meromi Holding bv aan aan de andere aandeelhouders van Meromi (…). [Lex] Schram, in zijn hoedanigheid als executeur, biedt de aandelen aan die [Jan] Schram hield in Jeemer bv aan de andere aandeelhouders van Jeemer bv (…).”Delta Onroerend Goed heeft op 26 maart 2013 haar aandelen in Meromi - ongeclausuleerd - aan de overige aandeelhouders aangeboden. De vraag welke aandeelhouders de door Jeemer en Delta aangeboden aandelen in Meromi kunnen verwerven, is tussen partijen omstreden.
2.13
Bij brief van 26 maart 2013 heeft de raadsman van Erbudak (als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan) aan Delta Onroerend Goed (Rob Schram) geschreven dat Delta Onroerend Goed aandelen Slotervaart heeft verworven in de wetenschap dat daarmee de rechten van Merdan geweld worden aangedaan en dat dit handelen van Delta Onroerend Goed en van Rob Schram als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.
2.14
Bij besluit van 27 maart 2013 van de vergadering van aandeelhouders van Slotervaartziekenhuis (Delta Onroerend Goed en Meromi) is Erbudak als bestuurder van Slotervaartziekenhuis ontslagen (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.12).
2.15
Bij brief van 27 maart 2013 heeft ING de limiet van het rekening-courantkrediet van Slotervaartziekenhuis verlaagd tot € 28 miljoen. Volgens ING is
“[c]onform de door het Slotervaartziekenhuis verstrekte liquiditeitsprognose [die] kredietruimte (…) voldoende om het jaar 2013 op een goede manier af te ronden.”Zij schrijft voorts:
“Vanwege het thans verhoogde (krediet)risico als gevolg van het uitblijven van deze[Ondernemingskamer: de in de brief van 25 februari 2013 bedoelde, op de ‘aandeelhouders-lening’ van Delta Onroerend Goed betrekking hebbende]
achterstellingsakte, zullen wij de kredietlimiet van EUR 28 mln met ingang van 30 juni 2013 met EUR 1 mln per kwartaal verlagen.”(Zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.13).
2.16
Bij brief van 10 april 2013 heeft de raadsman van Michael en Rowena als indirecte aandeelhouders van Meromi, aan Meromi (en aan Jeemer als haar meerderheidsaandeelhouder) verzocht om hen het in het besluit van 13 maart 2013 (zie hierboven onder 2.11) genoemde verzoek van de financierende bankinstelling, dat het eigen vermogen van Slotervaartziekenhuis wordt verhoogd, te doen toekomen.
2.17
Bij brief van 12 april 2013 heeft de raadsman van Michael en Rowena Jeemer verzocht om een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen waarin onder andere de volgende onderwerpen worden behandeld:
  • “de omzet en resultaatontwikkeling van Jeemer B.V. en haar deelnemingen op basis van de voorlopige cijfers 2012, alsmede de cijfers over het eerste kwartaal van 2013;
  • de algemene gang van zaken binnen Jeemer B.V. en haar deelnemingen;
  • ondanks verzoeken om informatie missen cliënten over de afgelopen vijf jaar inzicht in de ontwikkeling van de door Jeemer B.V. gedreven onderneming en haar deelnemingen. Dat geldt niet alleen de financiële resultaten, maar eveneens de begrotingen, businessplannen en dergelijke. (…).;
  • het nemen van een besluit tot uitkering van dividend aan de aandeelhouders. Er is, sedert het aandeelhouderschap van cliënten, geen enkele keer dividend uitgekeerd, alhoewel daartoe wel mogelijkheden bestonden en cliënten dat hebben verzocht. Besluitvorming ter zake heeft, voor zover bekend, niet plaatsgevonden. (…).”
2.18
Bij brief van eveneens 12 april 2013 heeft de raadsman van Erbudak (als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan), Meromi verzocht een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen, waarin onder andere de volgende onderwerpen worden behandeld:
  • “de omzet en resultaatontwikkeling van Meromi Holding B.V. en haar deelnemingen op basis van de voorlopige cijfers 2012 en het eerste kwartaal 2013;
  • de algemene gang van zaken binnen Meromi Holding B.V. en met name haar deelnemingen, waaronder Slotervaartziekenhuis B.V.
  • verantwoording van het bestuur ter zake het besluit tot statutenwijziging van Slotervaartziekenhuis B.V. en het uitgeven van 5.000.000 cumulatief preferente aandelen aan een gelieerde vennootschap, tevens schuldeiser van het ziekenhuis, Delta Onroerend Goed B.V., vertegenwoordigd door Rob Schram;
  • ondanks verzoeken om informatie missen cliënten over de afgelopen vijf jaar inzicht in de ontwikkeling van de door Meromi Holding B.V. gedreven onderneming en haar deelnemingen. Dat geldt niet alleen de financiële resultaten, maar eveneens de begrotingen, businessplannen en dergelijke. (…).
  • cliënte verzoekt bij de uitnodiging tot het bijwonen van de AVA en het toezenden van de agenda, tevens te voegen alle documenten met betrekking tot het besluit tot statutenwijziging van Slotervaartziekenhuis B.V. en het uitgeven van 5.000.000 cumulatief preferente aandelen, waaronder (…) in ieder geval het namens de minderheidsaandeelhouders herhaaldelijk opgevraagde verzoek van de financierende instelling van Slotervaartziekenhuis B.V., welk verzoek (…) mede aan de besluitvorming ten grondslag zou hebben gelegen;
  • het nemen van een besluit tot uitkering van dividend aan de aandeelhouders. Er is, sedert het aandeelhouderschap van cliënten, geen enkele keer dividend uitgekeerd, alhoewel daartoe wel mogelijkheden bestonden en cliënten dat hebben verzocht. Besluitvorming ter zake heeft, voor zover bekend, niet plaatsgevonden. (…).”
2.19
Op 2 mei 2013 heeft de bestuurder van Jeemer (Pim Schram) Michael en Rowena voor een aandeelhoudersvergadering van Jeemer uitgenodigd, met als enige bijlage bij die uitnodiging de concept jaarrekening 2011. De vergadering is op 17 mei 2013 gehouden. Bij brief van eveneens 2 mei 2013 heeft de bestuurder van Meromi (Pim Schram) Erbudak voor een aandeelhoudersvergadering van Meromi uitgenodigd, met als enige bijlage bij die uitnodiging de jaarstukken 2011. Ook deze vergadering is op 17 mei 2013 gehouden. Naast de bespreking en goedkeuring van de jaarrekening 2011 is in beide vergaderingen geagendeerd de brief van 12 april 2013 van de raadsman van Michael en Rowena respectievelijk 12 april 2013 van de raadsman van Merdan.
2.2
Bij e-mail van 23 mei 2013 heeft Pim Schram aan de raadsman van Merdan, Michael en Rowena bericht dat er een prijs moet worden vastgesteld voor de aandelen van A2 Antwoordservice, Meromi en Jeemer.
“U stelt voor om aan KPMG te vragen het concept rapport definitief te maken. Dit is voor ons niet akkoord en niet wenselijk om meerdere redenen welke thans niet van belang zijn. Uw cliënten hebben (…) Busch als deskundige voorgesteld. Wij stellen Vondel Finance te Haarlem voor.”Bij e-mails van 5 en 10 juni 2013 heeft de raadsman van Merdan, Michel en Rowena Pim Schram gevraagd om gegevens te verstrekken van de contactpersoon bij Vondel Finance.
2.21
Ten tijde van de terechtzitting waren ING, Delta Onroerend Goed en Slotervaartziekenhuis nog met elkaar in gesprek over de in punt 2.11 bedoelde nader overeen te komen voorwaarden waaronder Delta Onroerend Goed bereid zou zijn haar vordering gedurende een periode van vijf jaar niet te zullen opeisen en over de (wijze van) voortzetting van de kredieten van ING (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.11 en 2.14).

3.De gronden van de beslissing

3.1
Gelet op het oordeel van de Ondernemingskamer in haar beschikking van 4 juli 2013, resteert een oordeel over de verzoeken aan de Ondernemingskamer om - zakelijk weergegeven -:
1. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer (het verzoek van Rowena en Michael) en Meromi (het verzoek van Merdan) over de periode vanaf 28 december 2012;
2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Jeemer:
a.
primairde door Jan Schram tot 28 december 2012 in Jeemer gehouden aandelen ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
subsidiairalle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiairte bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Jeemer alleen kunnen worden genomen na voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van Jeemer en een derde te benoemen tot bestuurder van Jeemer;
3. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Meromi:
a.
primairde door Delta Onroerend Goed en door Jeemer gehouden aandelen in Meromi ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
subsidiairalle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiairte bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Meromi alleen kunnen worden genomen met voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van Meromi en een derde te benoemen tot bestuurder van Meromi;
4. dan wel die onmiddellijke voorzieningen te treffen ten aanzien van Jeemer en Meromi die de Ondernemingskamer geraden acht,
5. Jeemer, Meromi, Slotervaart, Parkrand en A2 Antwoordservice te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2
Jeemer c.s. en Delta Onroerend Goed hebben de Ondernemingskamer verzocht verzoekers niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken, dan wel de verzoeken af te wijzen. Delta Onroerend Goed, Slotervaartziekenhuis en Dekker c.s. hebben de Ondernemingskamer verzocht verzoekers te veroordelen in de kosten van het geding, althans wat Dekker c.s. betreft, Slotervaart niet te veroordelen in de kosten van het geding (zie de overwegingen 1.3 tot en met 1.6 van de beschikking van 4 juli 2013).
3.3
Merdan heeft aan zijn stelling dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid van Meromi te twijfelen onder andere ten grondslag gelegd, zakelijk weergegeven, dat (i) hij, Merdan, (zijn wettelijk vertegenwoordiger Erbudak) als minderheidsaandeelhouder van Meromi niet is geïnformeerd over (de gang van zaken rond) de statutenwijziging en aandelenemissie bij Slotervaartziekenhuis en de daarmee verband houdende verwatering van de aandelen die Meromi in Slotervaart houdt, (ii) hij, Merdan, (zijn wettelijk vertegenwoordiger Erbudak) niet vooraf is betrokken bij, en zelfs niet is geïnformeerd over het nemen van, besluiten door de algemene vergadering van aandeelhouders waarvoor instemming van alle aandeelhouders was vereist in de periode van 28 januari 2013 tot en met 25 maart 2013 (de periode waarin Delta Onroerend Goed en Jeemer naar de opvatting van Merdan (zijn wettelijk vertegenwoordiger Erdubak) in verzuim waren om aan hun aanbiedingsplicht te voldoen op grond van artikel 15 van de statuten van Meromi), (iii) er sprake is van een verstrengeling van belangen en van tegenstrijdige belangen, zo begrijpt de Ondernemingskamer, tussen de vennootschap, haar bestuur (Pim Schram) en aandeelhouder Delta Onroerend Goed dan wel haar (indirecte) aandeelhouders/certificaathouders (onder wie Pim en Rob Schram) alsmede het bestuur van die (indirecte) aandeelhouders (Rob Schram of Pim Schram of Lex, Pim en Rob Schram gezamenlijk), (iv) Jeemer als meerderheidsaandeelhouder in Meromi haar zorgplicht jegens Merdan als minderheidsaandeelhouder heeft geschonden, en (v) de verhouding tussen de betrokken partijen inmiddels ernstig is verstoord.
3.4
Rowena en Michael hebben aan hun stelling dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid van Jeemer te twijfelen onder andere ten grondslag gelegd, zakelijk weergegeven, dat (i) het bestuur van Jeemer te kort is geschoten in haar zorgplicht jegens Michael en Rowena onder andere door hen niet vooraf te betrekken bij, en zelfs niet te informeren over te nemen en genomen besluiten door de algemene vergadering van aandeelhouders waarvoor instemming van alle aandeelhouders was vereist in de periode van 28 januari 2013 tot en met 25 maart 2013 (de periode waarin de erven Schram in de opvatting van Rowena en Michael in verzuim waren om aan hun aanbiedingsplicht op grond van artikel 15 van de statuten van Jeemer te voldoen), (ii) er sprake is van een verstrengeling van belangen en van tegenstrijdige belangen, zo begrijpt de Ondernemingskamer, tussen de vennootschap, haar bestuur (Pim Schram) en de gezamenlijke meerderheidsaandeelhouders (erven Schram), (iii) Jeemer besluiten neemt en (als meerderheidsaandeelhouder) in Meromi bewerkstelligt die strijdig zijn met de belangen van Rowena en Michael als minderheidsaandeelhouders in Jeemer, (iv) de uitvoering van de aanbiedingsplicht van aandelen wordt getraineerd en (v) de verhouding tussen de betrokken partijen inmiddels ernstig is verstoord.
3.5
Jeemer c.s. hebben in hun verweer naar voren gebracht dat verzoekers hun bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van Jeemer en van Meromi niet van te voren schriftelijk kenbaar hebben gemaakt aan het bestuur, zodat zij ingevolge artikel 2:349 lid 1 BW in hun verzoeken niet ontvankelijk verklaard dienen te worden.
3.6
De Ondernemingskamer verwerpt dit verweer. In de brieven van 10 april 2013 en 12 april 2013 (hierboven aangehaald onder 2.16 en 2.17) hebben Michael en Rowena hun bezwaren - in ieder geval de belangrijkste daarvan - tegen het beleid en de gang van zaken in Jeemer voldoende kenbaar gemaakt op de wijze zoals artikel 2:349 lid 1 BW dat voorschrijft. Dat zelfde geldt voor de brief van 12 april 2013 van de raadsman van Erbudak (in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van Merdan) aan Meromi (hierboven aangehaald onder 2.18). De Ondernemingskamer heeft hierbij in aanmerking genomen dat genoemde wetsbepaling ertoe strekt te voorkomen dat een vennootschap door een enquêteverzoek wordt overvallen. Daarom volstaat het in het algemeen indien het bestuur op de hoogte is geraakt van de bij de verzoeker(s) levende bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van de vennootschap en enige tijd heeft gehad om op die bezwaren te reageren. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer hebben Jeemer en Meromi uit de brieven van 12 april 2013 (maar ook reeds uit hetgeen aan correspondentie en informatieverzoeken daaraan was vooraf gegaan) moeten begrijpen dat Michael en Rowena respectievelijk Merdan met betrekking tot de in die brieven aan de orde gestelde onderwerpen bezwaren had(den) tegen het beleid en de gang van zaken van Jeemer en Meromi. De Ondernemingskamer merkt nog op dat die bezwaren de betreffende vennootschappen niet zullen hebben overvallen, gelet op de lopende machtsstrijd met Erbudak (zie hierna onder 3.14).
3.7
Jeemer en Meromi hebben ook overigens verweer gevoerd tegen de door verzoekers aangevoerde gronden. De Ondernemingskamer zal dit verweer voor zover nodig hierna beoordelen.
3.8
De Ondernemingskamer overweegt als volgt. Ten gevolge van het op 13 maart 2013 genomen besluit van Meromi - in haar hoedanigheid van (toen) enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis - tot wijziging van de statuten van Slotervaartziekenhuis en tot uitgifte van 5.000.000 cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van Slotervaartziekenhuis aan Delta Onroerend Goed (ofwel: de hiervoor bedoelde omzetting van de aandeelhouderslening in kapitaal), is het belang van Meromi in Slotervaartziekenhuis verwaterd van 100% naar 0,36%. Het bestuursbesluit van Meromi tot statutenwijziging bij, en emissie door, haar dochtervennootschap is - gelet op de statuten van Meromi - niet onderworpen aan de goedkeuring van de aandeelhouders van Meromi. Zeker bij een vennootschap waarin een beperkte kring van aandeelhouders deelneemt, brengt het gewicht van een dergelijk, voor Meromi ingrijpend besluit tot - in wezen - overdracht van (het voornaamste deel van) de indirect aan haar verbonden onderneming naar het oordeel van de Ondernemingskamer echter mee dat (het bestuur van) Meromi ten minste vooraf en uit zichzelf - al dan niet in een daartoe uit te schrijven algemene vergadering van aandeelhouders - openheid van zaken had dienen te geven aan (Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van) Merdan, als niet in het bestuur van Meromi vertegenwoordigde minderheidsaandeelhouder. Erbudak had als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan - na openheid te hebben verkregen - op zijn minst in de gelegenheid gesteld moeten worden zich op de gevolgen van het besluit voor de vennootschap en voor Merdan te beraden. Aldus is zij ten onrechte niet in de gelegenheid geweest haar bezwaren naar voren te brengen en mogelijke alternatieven voor de omzetting aan te dragen en hebben die bezwaren en alternatieven bij de besluitvorming geen rol kunnen spelen.
3.9
Dit een en ander klemt te meer in de specifieke omstandigheden van het geval. Zo waren beide andere aandeelhouders wél tevoren geïnformeerd. Jeemer en Delta Onroerend Goed waren rechtstreeks betrokken bij het bestuursbesluit van Meromi tot de statutenwijziging bij en de aandelenemissie door Slotervaartziekenhuis. Zij waren - zo heeft Meromi tijdens de terechtzitting naar voren gebracht - “sowieso akkoord” (pleitnota 33) met dit besluit. Voorts waren de belangen vermengd en deden zich ook tegenstrijdige belangen voor, doordat (i) Pim Schram bestuurder was van Jeemer en Meromi, (ii) Delta Onroerend Goed tot 1 maart 2013 werd bestuurd door Pim Schram en sindsdien door Rob Schram, terwijl (iii) zowel Pim als Rob Schram ook aandeelhoudersbelangen hadden in Jeemer en indirect ook in Delta Onroerend Goed en in Meromi (zie ook hieronder onder 3.14.) Ten slotte is van belang, dat niet blijkt - bij gebreke van een waardering van de onderneming - van een zorgvuldige toets van de prijs waartegen de aandelen werden uitgegeven.
3.1
Naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer moet op grond van het voorgaande geconcludeerd worden, dat Meromi ten onrechte niet tijdig openheid van zaken aan haar minderheidsaandeelhouder heeft gegeven, terwijl dat in ieder geval in de gegeven omstandigheden wel op haar weg had gelegen. Dit levert een gegronde reden op om aan een juist beleid van Meromi te twijfelen. Daarnaast geven de belangenvermenging en tegenstrijdigheid van belangen alsmede het - naar moet worden aangenomen - ontbreken van voormelde zorgvuldige toets ook zelfstandig gegronde redenen op om aan een juist beleid van Meromi te twijfelen.
3.11
De Ondernemingskamer overweegt voorts het volgende. De omstandigheid dat de verhouding met Erbudak als voormalig bestuursvoorzitter van Slotervaartziekenhuis gespannen was en dat Meromi mogelijk om die reden er weinig voor voelde om Erbudak in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger openheid van zaken te geven, doet niet af aan hetgeen hiervoor is overwogen. Ook de stelling van Jeemer c.s., dat Meromi geen alternatief voorhanden had en dat zij geen andere keuze had dan in te stemmen met de gedeeltelijke conversie van de vordering van Delta Onroerend Goed in cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van Slotervaartziekenhuis, doet aan het voorgaande niet af en is daarnaast niet overtuigend. Immers, niet alleen is niet komen vast te staan dat ING een aandelenemissie met het oog op de continuïteit van Slotervaartziekenhuis als voorwaarde voor haar voortgaande financiering had gesteld, dan wel dat die emissie mede op verzoek van ING heeft plaatsgevonden, maar evenmin is komen vast te staan dat het besluit het beoogde effect zou hebben. In de overgelegde stukken spreekt ING slechts over de achterstelling van de ‘aandeelhouderslening’ die Delta Onroerend Goed aan Slotervaartziekenhuis had verstrekt. Delta Onroerend Goed en Slotervaartziekenhuis hebben ING niet tevoren geraadpleegd en hebben niet onderzocht (i) of ING, in plaats van de geëiste achterstelling van de lening, akkoord zou gaan met een gedeeltelijke omzetting van die lening in kapitaal, en (ii) of ING het besluit toereikend vond om de kredietverhouding geheel of gedeeltelijk voort te zetten (ten tijde van de terechtzitting was nog immers niet duidelijk dat een vervroegde opeising van de kredietfaciliteit door ING van de baan was). Meromi heeft Erbudak als Merdan’s wettelijk vertegenwoordiger ondanks verzoeken daartoe ook na het besluit geen stukken verstrekt die op de statutenwijziging en emissie betrekking hadden. Bij de uitnodiging bij brief van 2 mei 2013 voor een algemene vergadering van aandeelhouders waren slechts conceptjaarstukken over 2011 gevoegd. Onvoldoende betwist is dat in die vergadering slechts zeer summiere mondelinge informatie is gegeven.
3.12
Dat de gevolgen van statutenwijziging en emissie voor Meromi uitsluitend gunstig zouden zijn, zoals door Jeemer c.s. bepleit, - wat daarvan ook zij - brengt de Ondernemingskamer niet tot een ander oordeel. Ook de stelling van Jeemer c.s. dat er sprake was van een noodsituatie en dat direct bij Slotervaartziekenhuis moest worden ingegrepen, rechtvaardigt niet - wat daarvan ook zij - dat geen opening van zaken werd gegeven. Jeemer c.s. hebben niet toegelicht dat en waarom de nood zo hoog was dat daarvoor geen ruimte meer was.
3.13
Jeemer c.s. hebben verder nog gesteld dat de belangen van alle betrokkenen in ieder geval parallel liepen, zij betroffen namelijk de continuïteit van Slotervaartziekenhuis, en dat er om die reden geen vermenging van belangen of van tegenstrijdige belangen in Meromi voordeed of voordeden. De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.14
Alle aandelen van Delta Onroerend Goed zijn in handen van Schram Belegging Maatschappij. Enig aandeelhouder van Schram Belegging Maatschappij is STAK. De erven Schram - onder wie Pim en Rob Schram - zijn certificaathouders. De erven zijn tevens voor 51% aandeelhouders in Jeemer. Pim Schram is bestuurder van onder andere de volgende vennootschappen:
  • sinds 10 juli 2012 van Schram Belegging Maatschappij;
  • sinds 21 januari 2013 van Jeemer;
  • sinds 21 januari 2013 van Meromi;
- sinds 3 december 2012 van STAK Schram Belegging Maatschappij, tezamen met Rob en Lex Schram.
Pim Schram was verder bestuurder van Delta Onroerend Goed tot 1 maart 2013. Per 1 maart 2013 is Rob Schram daarvan bestuurder. Uit dit een en ander blijkt dat de erven Schram en in het bijzonder de broers Pim en Rob Schram in hun uiteenlopende hoedanigheden steeds belang hadden bij het besluit tot statutenwijziging en emissie. Dit besluit had tot gevolg dat de erven Schram indirect een vrijwel 100% aandelenbelang in Slotervaartziekenhuis hebben verworven en dat het indirecte aandelenbelang van verzoekers in die vennootschap tot vrijwel nul is gereduceerd. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is niet gebleken, en had wel moeten blijken, dat Rob en Pim Schram maar in het bijzonder Pim Schram als “spin in het web” oog heeft/hebben gehad voor de belangentegenstellingen en de mogelijkheid van belangenvermenging en dat zij voldoende rekening hebben gehouden met de belangen van de minderheidsaandeelhouders in Meromi. Daarbij speelt mee dat zich inmiddels een machtsstrijd tussen Erbudak en haar kinderen enerzijds en de erven Schram althans Pim en Rob Schram anderzijds had ontwikkeld die samenhing met de gebeurtenissen in de onderneming van het Slotervaartziekenhuis (zie hierboven onder 2.8, de schorsing van Erbudak als bestuursvoorzitter, en onder 2.9, de dreiging van het opeisen van de aandeelhouderslening van Delta Onroerend Goed, zie de brief van 25 februari 2013 van ING). Deze ontwikkelingen brachten juist te meer mee dat Pim Schram als bestuurder van Meromi aandacht had moeten besteden aan de belangentegenstellingen en vermenging van belangen had dienen te voorkomen.
3.15
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer kan de wijze waarop Meromi is omgegaan met de nakoming van de aanbiedingsverplichtingen ingevolge artikel 15 van haar statuten (zie hierboven onder 2.5) niet los worden gezien van het hiervoor geconstateerde gebrek aan aandacht voor de belangentegenstellingen en het risico van belangenvermenging. Datzelfde geldt voor de wijze waarop Jeemer met de aanbiedingsverplichtingen zoals deze voortvloeien uit artikel 15 van haar statuten is omgegaan. Hetgeen de Ondernemingskamer hiervoor heeft overwogen ten aanzien van het gebrek aan aandacht voor de belangentegenstellingen en het risico van belangenvermenging in Meromi geldt op overeenkomstige wijze voor Jeemer.
De Ondernemingskamer wijst weer in het bijzonder op de rol van Pim Schram. Hij heeft als bestuurder van Jeemer de aandelen van Jeemer in Meromi aangeboden aan de andere aandeelhouders van Meromi. Tevens dient hij als bestuurder van Meromi uitvoering te geven aan de statuten van Meromi met betrekking tot de aandelen in Meromi die door Delta Onroerend Goed en Jeemer aan de andere aandeelhouders van Meromi zijn aangeboden. De Ondernemingskamer stelt vast dat de nakoming van de aanbiedingsverplichtingen op grond van de artikelen 15 van de statuten van Meromi en van Jeemer, die mogelijk zouden kunnen leiden tot verkrijging van een meerderheidsbelang van respectievelijk Merdan in Meromi en van Rowena en Michael in Jeemer (en daarmee, althans ten tijde van het ontstaan van de aanbiedingsverplichtingen, van een meerderheidsbelang in Slotervaartziekenhuis), niet voldoende voortvarend is uitgevoerd. De aanbieders hebben weliswaar steeds gesteld ‘bereid te zijn’ hun aandelen aan te bieden doch hebben dat in feite gedurende bijna drie maanden niettemin niet gedaan ondanks dat verzoekers daar op aan drongen (zie hierboven onder 2.6, 2.7, 2.10 en 2.12 en 2.20). Zowel de aandelen in Jeemer, als de aandelen in Meromi zijn pas na de emissie van 13 maart 2013 aan de overige aandeelhouders aangeboden. De Ondernemingskamer acht voorshands aannemelijk dat er sprake is van verzuim nu die aanbiedingen niet binnen de in de statuten genoemde termijn (via het bestuur van de betreffende vennootschappen) zijn geschied. Volgens de statuten bracht dit mee dat de stemrechten die aan de desbetreffende aandelen verbonden zijn, in de genoemde periode waren opgeschort. Het is de Ondernemingskamer niet gebleken dat Meromi en Jeemer aan de minderheidsaandeelhouders (Erbudak als wettelijke vertegenwoordiger, respectievelijk Michael en Rowena) - ook niet desgevraagd - adequate informatie hebben verschaft, volgend op het overlijden van Jan Schram op 28 december 2012, over de uitvoering van artikel 15 van haar respectieve statuten of over de vraag of er in de periode van het (mogelijke) verzuim door de algemene vergadering van aandeelhouders van Meromi en Jeemer besluiten zouden moeten worden (of zijn) genomen waarbij de schorsing van stemrechten aan de orde was. Dit leidt tot de conclusie dat de betrokken aandeelhouders en ook het bestuur van respectievelijk Meromi en Jeemer hun statutaire verplichtingen niet zijn nagekomen, althans - ook hier - onvoldoende openheid hebben betracht over de uitvoering van die verplichtingen. De Ondernemingskamer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het bestuur van respectievelijk Meromi en Jeemer, derhalve Pim Schram, die openheid - mede - niet heeft willen geven, omdat hij niet wenste dat ter zake van de statutenwijziging en de emissie roet in het eten zou worden gegooid. Ook dit een en ander levert een gegronde reden op om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Jeemer en Meromi te twijfelen.
Daarbij valt tevens nog op te merken dat de machtsstrijd tussen de erven Schram en verzoekers heeft geleid tot een ernstig verstoorde onderlinge relatie binnen de vennootschappen.
3.16
De door verzoekers aangevoerde gronden, zoals hierboven weergegeven onder 3.3. en 3.4, treffen (grotendeels) doel. De conclusie, hierboven reeds verwoord, luidt dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Jeemer en Meromi te twijfelen. De Ondernemingskamer zal een onderzoek gelasten vanaf, zoals verzocht, 28 december 2012, de datum van overlijden van Jan Schram. Voorts zal de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorzieningen, vooralsnog voor de duur van het geding, Pim Schram schorsen als bestuurder van Jeemer en Meromi en in zijn plaats een hierna te noemen bestuurder benoemen. Daarnaast zal de Ondernemingskamer de aandelen die de erven Schram houden in Jeemer en de aandelen die Delta Onroerend Goed en Jeemer houden in Meromi, telkens minus één aandeel, overdragen ten titel van beheer aan een hierna te noemen beheerder.
3.17
Voor zover Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan bedoeld heeft eveneens een onderzoek in Jeemer te gelasten, heeft zij haar gerechtigdheid daartoe niet toegelicht. De Ondernemingskamer zal haar in zoverre niet ontvankelijk verklaren in haar verzoek.
3.18
Verzoekers zullen, in die zaken in het ongelijk gesteld, worden veroordeeld in de kosten van de procedure van Slotervaartziekenhuis, Dekker c.s. en Delta Onroerend Goed. Jeemer en Meromi, in het ongelijk gesteld, zullen worden veroordeeld in de kosten van verzoekers. Voor verdere kostenveroordelingen ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart A. Erbudak, handelend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van M.M.T. Koç, niet ontvankelijk in haar verzoek voor zover het het verzoek tot het houden van een enquête in Jeemer B.V. betreft;
verklaart Michael en Rowena niet ontvankelijk in hun verzoek voor zover het het verzoek tot het houden van een enquête in Meromi betreft;
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer B.V., gevestigd te Velsen, en Meromi Holding B.V., gevestigd te Beverwijk, over de periode vanaf 28 december 2012;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon teneinde het onderzoek te verrichten;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek hoofdelijk ten laste komen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de onderzoeker vóór de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dienen te stellen;
schorst bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding W.J.M. Schram, wonende te Amsterdam, als bestuurder van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V.;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. en bepaalt dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V te vertegenwoordigen;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste komen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V en bepaalt dat Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V voor de betaling daarvan ten genoege van de bestuurder zekerheid dienen te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
bepaalt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding dat alle aandelen die de erven Schram houden in het kapitaal van Jeemer B.V. en alle aandelen die Delta Onroerend Goed B.V. en Jeemer B.V. houden in het kapitaal van Meromi Holding B.V., telkens minus één aandeel, met ingang van heden ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken beheerder;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze beheerder ten laste komen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V en bepaalt dat Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. voor de betaling daarvan ten genoege van de beheerder zekerheid dienen te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
veroordeelt verzoekers in de kosten van het geding tot op heden aan de zijde van:
- Slotervaartziekenhuis B.V. begroot op € 3.365;
- Dekker c.s. begroot op € 2.981;
- Delta Onroerend Goed B.V. begroot op € 3.365;
veroordeelt Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V in de kosten van het geding tot op heden aan de zijde van verzoekers begroot op € 2.981;
wijst af het meer of anders verzochte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.F. Faase en mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, raadsheren, en G.A. Cremers en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 18 oktober 2013.