Uitspraak
mr. J.P.G. van Roeyente Terneuzen,
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
mr. P. Heijnente Hoorn.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een verzet tegen een dwangbevel dat door de gemeente Opmeer is uitgevaardigd in verband met de ongeoorloofde permanente bewoning van een stacaravan op een recreatiepark. De gemeente had de bewoners, [geïntimeerden], een last onder dwangsom opgelegd, waarbij hen werd gelast de permanente bewoning van de stacaravan te beëindigen. De rechtbank Alkmaar had in eerdere vonnissen geoordeeld dat de gemeente niet voldoende bewijs had geleverd dat de bewoners de stacaravan permanent bewoonden. De gemeente ging in hoger beroep tegen deze vonnissen.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 2 mei 2013 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De gemeente stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de bewoners in staat waren om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat zij de stacaravan permanent bewoonden. De bewoners voerden aan dat zij sinds 3 november 2009 hun hoofdverblijf hadden verplaatst naar een woning in Enkhuizen en dat zij de stacaravan alleen recreatief gebruikten.
Het hof heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen en heeft geoordeeld dat de gemeente niet in haar bewijslevering is geslaagd. Het hof heeft vastgesteld dat de bewoners met hun getuigenverklaringen en andere bewijsstukken de stelling van de gemeente dat zij de permanente bewoning van de stacaravan niet hadden gestaakt, hebben ontzenuwd. Het hof heeft de grieven van de gemeente verworpen en de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de gemeente werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.