Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de vrouwis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de vaststelling van kinderalimentatie. De man heeft in hoger beroep beroep gedaan op de Tremanormen, ondanks dat partijen nog gehuwd zijn en deze normen normaal gesproken niet van toepassing zijn. Het hof heeft besloten om deze normen toe te passen, omdat dit een juiste invulling geeft aan de overeenkomst tussen partijen. De vrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof, wat de beslissing van het hof heeft beïnvloed.
De man is op 21 januari 2013 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 24 oktober 2012, waarin zijn verzoek om de verhouding vast te stellen waarin de ouders dienen bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind werd afgewezen. De vrouw heeft op 2 april 2013 een verweerschrift ingediend en beide partijen hebben nadere stukken ingediend voor de zitting op 24 juli 2013.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de financiële situatie van beide ouders. De vrouw heeft een belastbaar inkomen uit werk en woning en diverse lasten, waaronder huur en zorgverzekering. De man heeft verzocht om een bijdrage van € 326,- per maand van de vrouw voor de kosten van de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw in de periode van 1 juli 2011 tot 1 juli 2012 niet in staat was om een bijdrage te leveren in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het verzoek van de man om de vrouw te verplichten de ontvangen kinderbijslag aan hem te voldoen, is afgewezen.
De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen voor zover deze aan het oordeel van het hof is onderworpen, en het in hoger beroep meer of anders verzochte af te wijzen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 17 september 2013.