Uitspraak
mr. S.L. Knolste Utrecht,
mr. E.S. de Bockte Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
– uitvoerbaar bij voorraad – beslissing over de proceskosten.
2.Feiten
3.Beoordeling
€ 17.590,13 bruto en met buitengerechtelijke incassokosten.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van een ontslagen manager, [appellant], tegen zijn voormalige werkgever, Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. [appellant] was van 1 september 2009 tot 16 januari 2012 in dienst bij Fiat, waar hij verschillende functies bekleedde, waaronder die van sales manager. Na ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst door de kantonrechter, vorderde hij in hoger beroep betaling van een bonus over het jaar 2011, die hij begrootte op € 35.180,35 bruto. De arbeidsovereenkomst bevatte een bepaling over een bonusregeling, die afhankelijk was van zowel individuele prestaties als de prestaties van de organisatie. Het hof oordeelde dat de toekenning van de bonus niet automatisch was en dat deze afhankelijk was van de invulling van verschillende variabelen, waaronder de prestaties van Fiat en de groep waartoe zij behoort. Het hof concludeerde dat de financiële resultaten van de groep in 2011 negatief waren, wat betekende dat er geen recht op bonus bestond. De vordering van [appellant] werd afgewezen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter. Tevens werd [appellant] veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.