Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
[y]is het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 september 2013 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende kinderalimentatie. De zaak was eerder door de Hoge Raad verwezen naar het hof na vernietiging van een eerdere beschikking van het hof 's-Gravenhage. De man, appellant, was verplicht om kinderalimentatie te betalen voor zijn twee dochters, geboren uit een eerdere relatie met de vrouw, geïntimeerde. De rechtbank had de man veroordeeld tot een bedrag van € 449,- per kind per maand, maar het hof heeft deze beschikking vernietigd en de alimentatie vastgesteld op € 224,- per kind per maand, met ingang van 23 juli 2010. De man had geen recente financiële gegevens overgelegd van zijn bijdrageplichtige ex-echtgenoot, wat leidde tot een schatting van de draagkracht van deze ex-echtgenoot, in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad. Het hof heeft vastgesteld dat de man, ondanks zijn verplichtingen ten aanzien van zijn stiefkinderen, voldoende draagkracht heeft om aan zijn alimentatieverplichtingen te voldoen. De uitspraak benadrukt het belang van het overleggen van financiële gegevens door alle betrokken partijen in alimentatiezaken, en dat de rechter de draagkracht kan schatten indien deze gegevens niet beschikbaar zijn. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage is vernietigd.