ECLI:NL:GHAMS:2013:3198
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in een omgangsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [verzoeker], geboren in 2003. De minderjarige had verzocht om mr. B.J. de Groot te benoemen tot zijn bijzondere curator, zodat zijn belangen in de omgangsregelingprocedure beter behartigd konden worden. De minderjarige had eerder al een verzoek ingediend bij de rechtbank, maar dit was afgewezen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de minderjarige in een lastige positie zat, waarbij hij zijn mening wilde geven maar dit niet durfde. De advocaat van de vader maakte bezwaar tegen de benoeming van een bijzondere curator, terwijl de advocaat van de moeder benadrukte dat de minderjarige gehoord moest worden, vooral omdat de gezinsvoogd op vakantie was.
Het hof overwoog dat de belangen van de minderjarige en zijn moeder niet parallel liepen, en dat de minderjarige graag zijn stem wilde laten horen in de procedure. Gezien de omstandigheden en het feit dat de minderjarige de aanwezigheid van mr. de Groot als steunend ervoer, besloot het hof om mr. B.J. de Groot te benoemen tot bijzondere curator voor de duur van de procedure in hoger beroep. Het hof benadrukte dat de benoeming van de bijzondere curator noodzakelijk was om de belangen van de minderjarige te behartigen, vooral in het licht van de complexe situatie tussen de ouders en de omgangsregeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de bijzondere curator werd benoemd voor de duur van de procedure in hoger beroep.