Uitspraak
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
[laan]
[laan]
[laan]
3.Geschil3.1. In hoger beroep is in geschil of de heffingsambtenaar de waarde van het Object te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende stelt, evenals voor de rechtbank, dat de waarde van het Object moet worden verminderd tot € 625.000. De heffingsambtenaar stelt dat de WOZ-waarde - dat wil zeggen de waarde ingevolge artikel 17 Wet WOZ - van de litigieuze onroerende zaak ten minste € 747.000 bedraagt en dat om die reden de uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd.
4.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht dit juist.
Deze berekening is slechts een hulpmiddel dat op zichzelf niet ter beoordeling staat, maar verweerder heeft hiermee wel laten zien hoe rekening is gehouden met de verschillen tussen de woningen.
5.Beoordeling van het geschil
gewogengemiddelde is berekend.
- dat hij een begunstigend, niet-gepubliceerd beleid voert en hij daarvan ten nadele belanghebbende is afgeweken,
- dat hij binnen een groep van belastingplichtigen, waartoe belanghebbende behoort, sommigen met het oogmerk van begunstiging gunstiger behandelt dan de wet voorschrijft, terwijl hij dit met betrekking tot belanghebbende heeft nagelaten,
- dat hij in een meerderheid van de met het geval van belanghebbende vergelijkbare gevallen een juiste rechtstoepassing achterwege heeft gelaten.