Uitspraak
mr. A. Anakhrouchte Amsterdam,
mr. E.V.C. Savelkoulte Heerlen.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 4betoogt [appellant] dat het ontslag op staande voet hem niet is gegeven onverwijld nadat de gestelde dringende reden ter kennis van Q-Park was gekomen en dat het ontslag reeds hierom geen stand kan houden. [appellant] kan in dit betoog niet worden gevolgd, zodat de grief faalt. Hiertoe is het volgende bepalend.
grief 2bestrijdt [appellant] de aanwezigheid van een dringende reden voor het hem gegeven ontslag. Ook deze grief kan niet slagen. Hiertoe geldt hetgeen hierna onder 3.14 tot en met 3.16 wordt overwogen.
grief 5, waarmee [appellant] kennelijk het tegendeel wil betogen, tevergeefs is voorgesteld.
grief 3komt [appellant] op tegen het gebruik door de kantonrechter van in de parkeergarage gemaakte video-opnamen en van gegevens uit het onder 3.5 bedoelde geautomatiseerde systeem en elektronische logboek bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een dringende reden voor het gegeven ontslag.