Uitspraak
mr. E.H.M. Harberste Nijmegen,
mr. J. de Beurste Den Helder.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Steclan Bloembollen B.V. tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin Steclan werd veroordeeld tot ontruiming van een bloembollenschuur en betaling van achterstallige kosten aan Woningstichting Den Helder. Steclan heeft op 21 juni 2013 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 6 juni 2013, waarin de voorzieningenrechter had geoordeeld dat Steclan de schuur uiterlijk binnen zes weken moest ontruimen en een bedrag van € 88.037,24 moest betalen voor water- en energieverbruik. Steclan heeft in het hoger beroep verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis, omdat de bloembollenoogst binnenkort zou beginnen en het voor haar onmogelijk zou zijn om op korte termijn een alternatieve bedrijfsruimte te vinden. Woningstichting heeft verweer gevoerd en gesteld dat zij een dringend belang heeft bij de tenuitvoerlegging van het vonnis, omdat zij de schuur uiterlijk 15 augustus 2013 aan de gemeente Den Helder moet overdragen. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake is van misbruik van executiebevoegdheid en dat de incidentele vordering van Steclan tot schorsing van de tenuitvoerlegging moet worden afgewezen. Het hof heeft de zaak voor beraad partijen naar de rol verwezen en verdere beslissingen aangehouden.