Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- aanslag € 157,50
- kosten € 7,00
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
3. Beoordeling van het geschil
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die het bezwaar tegen een aanmaning tot betaling van waterschapsbelastingen niet-ontvankelijk heeft verklaard. De aanmaning was verzonden door de ambtenaar belast met de invordering van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De rechtbank had eerder het bezwaar tegen de aanmaningskosten gegrond verklaard, maar de ambtenaar had in een latere brief, aangeduid als 'herinnering', het bezwaar tegen deze herinnering niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat de ambtenaar niet op het verzoek om kostenvergoeding had beslist, maar het Hof kwam tot de conclusie dat tegen de herinnering geen rechtsmiddelen openstonden en dat de ambtenaar terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van belanghebbende ongegrond werd verklaard. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van het geschil, en het Hof volgde deze redenering. De kostenvergoeding voor de bezwaarfase werd afgewezen, en het Hof oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 juli 2013.