Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
STMICROELECTRONICS N.V.,
mr. J.D. Drokte Amsterdam,
NOKIA OYJ,
mr. A. Killante Den Haag.
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
dual streammicrofoon. De te leveren microfoon moet een normaal kanaal hebben voor gematigde geluidsdruk en een High Amplitude Audio Capturing (HAAC) kanaal voor hoge geluidsdruk. Deze microfoon heeft bij Nokia de codenaam “Tufnel” (omwille van de duidelijkheid zal het hof steeds die spelling gebruiken) gekregen. In de e-mail van 12 november 2009 waarmee Nokia de RFQ onder de aandacht van leveranciers heeft gebracht is onder meer vermeld:
sheetsis een prijsoverzicht opgenomen, gedifferentieerd naar het kwartaal (vanaf vierde kwartaal 2010) waarvoor het aanbod geldt en het aantal af te nemen eenheden. Onderaan die bladzijde staat vermeld:
salesen
supplyovereenkomsten met klanten overgaan van ST naar International.
sheetsafkomstig is van Nokia en de in blauw geschreven tekst van ST. ) In blauw staat op bladzijde 27:
grief 1 in principaal beroepbetoogt ST dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen. Volgens haar is de PPA niet van toepassing en heeft de voorzieningenrechter bovendien op onjuiste wijze artikel 31 EEX-verordening toegepast.
branch, doet daar niet aan af.
grief 1 in incidenteel beroeplenen zich voor gezamenlijke behandeling, omdat zij beide de vraag betreffen door welk regiem de opdracht tot levering van de MEMS-Tufnel microfoons wordt beheerst, de PPA (zoals Nokia betoogt), de voorwaarden die Nokia bij de RFQ heeft gesteld (het subsidiaire standpunt van ST) of door de voorwaarden opgenomen in het aanbod dat ST heeft gedaan in haar presentatie in november 2009 (het primaire standpunt van ST).
final sample datevan 6 maanden. Buiten kijf is dat Nokia dat deel van het aanbod nooit heeft aanvaard. Nu dat is opgenomen in een presentatie van november 2009, waarna ST niet is geselecteerd en ST daarna op 4 mei 2012 niet alleen niet op de zes maanden termijn is teruggekomen, maar zelfs memoreerde dat zij zich door de PPA gebonden achtte, en bovendien toepassing van de termijn 6 maanden na
final sample datetot het ongerijmde resultaat zou leiden dat de periode van exclusiviteit eind december 2012 zou zijn verstreken, derhalve ruim voordat Nokia de telefoons met MEMS-Tufnel microfoons op de markt kon brengen, is het primaire standpunt van ST onaannemelijk.
mass salesvan de Nokia telefoon zou zijn. Tegen die achtergrond behoeft het standpunt van Nokia omtrent de toepasselijkheid van de PPA bepaling omtrent exclusiviteit nadere bewijslevering, waarvoor een kort geding zich niet leent.
mass salesgerekend dient te worden vanaf de datum dat door Nokia telefoons met de MEMS-Tufnel microfoons op de markt werden gebracht. Zowel de vijfde principale grief als de eerste incidentele grief is dus tevergeefs opgeworpen.
grieven 3 en 4 in principaal beroepevenmin slagen. Voor de te leveren MEMS-Tufnel microfoons geldt een van de PPA afwijkende exclusiviteitsperiode van één jaar. Dan doet het er niet toe of deze microfoons wel of niet
customised productszijn in de zin van de PPA. Evenmin is van belang of ST de desbetreffende technologie zelf ontwikkeld heeft en daarop octrooien heeft of kan verkrijgen. De exclusiviteit geldt voor alle door ST te leveren MEMS-Tufnel microfoons.
principale grief 6is gericht tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat de verkoop van de Nokia producten begonnen is in februari/maart 2013. ST wijst er op dat al in juni 2012 Nokia telefoons met Tufnel technologie in India in de winkel te koop waren. Dat mag zo zijn, maar dat waren dan telefoons die niet de MEMS-Tufnel microfoons bevatten. Nu de periode van exclusiviteit inging op het moment dat Nokia telefoons met de MEMS-Tufnel microfoons op de markt bracht, februari/maart 2013, eindigt de periode van exclusiviteit op 1 maart 2014.
grief 1 in principaal beroepvoert ST nog aan dat dit gebod geen internationale werking mag hebben. Dat de Nederlandse rechter geen grensoverschrijdende rechtsmacht zou hebben doet niet ter zake. Het gaat hier immers om een gebod dat gebaseerd is op de nakoming van verplichtingen uit een tussen partijen gesloten overeenkomst. En een verbod tot inbreuk daarop kan ook handelingen van partijen in het buitenland betreffen. De eerste principale grief slaagt dus in zoverre evenmin.
grief 3 in incidenteel beroepmerkt het hof allereerst op dat het op grond van artikel 31 EEX-Verordening bevoegd is voorlopige maatregelen te treffen volgens zijn eigen nationale wetgeving. Of een
recallnaar Fins recht mogelijk is, is derhalve niet van belang. Wel van belang is dat een
recalleen vergaande maatregel is, waarvan degene die deze vordert dient te onderbouwen dat deze passend en geboden is. De enkele omstandigheid dat Nokia vermoedt dat ST nog voorraad heeft en deze uitlevert is daarvoor niet toereikend. Waar het om gaat is dat derden nog MEMS-Tufnel microfoons in voorraad hebben die zij aan ST moeten terugzenden, en dat is niet aannemelijk geworden gelet ook op het
just in timevoorraadbeleid dat blijkens mededelingen ter zitting bedrijven als HTC en ook Nokia zelf voeren. De derde incidentele grief slaagt daarom niet.
grief 5 in incidenteel beroepaan de orde wordt gesteld, is evenmin toewijsbaar. Een zodanige verlenging, door Nokia als ‘corrigerend’ aangeduid, is immers geen voorlopige maatregel en kan daarom in beginsel in kort geding niet worden uitgesproken. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die hier nopen tot een ander oordeel.