ECLI:NL:GHAMS:2013:2320
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen - Poortvliet
- C.G. Kleene-Eijk
- C.A. Joustra
- Rechtspraak.nl
Verrekening van vermogens op basis van huwelijkse voorwaarden na echtscheiding
In deze zaak gaat het om de verrekening van vermogens van partijen die op basis van huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin is bepaald dat de woning aan de vrouw verkocht zal worden en dat de man een bedrag van € 4.004,87 aan de vrouw moet betalen. De man verzoekt het hof om deze beschikking te vernietigen en de verrekening en verdeling opnieuw te bepalen. De vrouw verzoekt om de grieven van de man ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De rechtbank had 23 maart 2010 als peildatum vastgesteld voor de verrekening, de datum waarop het echtscheidingsverzoek is ingediend. De man heeft geen grief gericht tegen deze peildatum. Het hof volgt de rechtbank in deze vaststelling. De man stelt dat hij onterecht aan de vrouw een bedrag van € 4.004,87 moet betalen en dat de rechtbank hem niet gelijk heeft behandeld. Het hof overweegt dat partijen op grond van hun huwelijkse voorwaarden per peildatum dienen te verrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen gehuwd zijn.
Het hof komt tot de conclusie dat de vrouw op de peildatum een totaal vermogen had van € 33.467,01, terwijl de man een bedrag van € 32.989,53 had. Dit leidt tot de beslissing dat de vrouw aan de man een bedrag van € 238,74 moet betalen. De eerdere beschikking, waarin de man aan de vrouw € 4.004,87 moest betalen, wordt vernietigd. Het hof bekrachtigt de beschikking voor het overige en verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.