Uitspraak
mr. D.P. Joostente Amsterdam,
mr. S.P.J.F. Zwanente Rotterdam.
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
force majeure.
Re: Hosting Agreement with Tyco (...)
tegen1 oktober 2008 en dat zij haar vordering wenst te beperken in die zin dat van een beëindiging tegen die datum wordt uitgegaan. Tyco is haar alsdan verschuldigd de overeengekomen maandtermijnen tot die datum en de overeengekomen beëindigingvergoeding van € 35.000,-, aldus Inter Access. Tyco op haar beurt betwist niet dat de datum waartegen zij voor het eerst kon beëindigen 1 oktober 2008 was en evenmin dat zij alsdan voormelde maandtermijnen en beëindigingvergoeding aan Inter Acces verschuldigd zou zijn. Vanwege dit een en ander zijn, met gelet op wat het hof onder 3.15 en 3.16 heeft overwogen, de door Inter Access op grond van nakoming gevorderde maandtermijnen tot 1 oktober 2008 toewijsbaar, evenals de beëindigingvergoeding van € 35.000,=. Wat betreft die vergoeding is niet van belang dat geen sprake is van een daadwerkelijke beëindiging tegen die datum, zoals Tyco stelt. Tyco heeft immers niet aangevoerd dat zij de Overeenkomst had kunnen beëindigen zonder een dergelijke vergoeding verschuldigd te worden. Tyco wijst wel terecht erop dat zij bij een beëindiging tegen 1 oktober 2008 slechts negen maandtermijnen (januari tot en met september 2008) dienen te worden toegewezen en niet de gevorderde tien maandtermijnen. Wat dat laatste betreft slaagt grief III in principaal appel. Deze faalt voor het overige. Grief II in incidenteel appel slaagt. Toewijsbaar is derhalve € 246.529,62 (in plaats van € 273.921,80) aan maandtermijnen en € 35.000,= aan beëindigingvergoeding.