ECLI:NL:GHAMS:2013:2010
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.V.T. de Bie
- M.M.A. Gerritzen - Gunst
- M. Perfors
- Rechtspraak.nl
Leeftijdsgrens voor het horen van minderjarigen en ontzeggingsgronden voor omgangsrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek tot het vaststellen van een informatie- en consultatieregeling en het recht op omgang met zijn kinderen werd afgewezen. De vader is op 25 januari 2013 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 12 december 2012. De kinderen, geboren in 2003, 2004, 2006 en 2007, zijn onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst bij een pleegmoeder. De rechtbank had de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot omgang met de kinderen totdat zij de 12-jarige leeftijd hebben bereikt. De vader verzoekt het hof om deze beslissing te vernietigen en een omgangsregeling onder toezicht van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) vast te stellen. BJAA en de moeder verzetten zich tegen het verzoek van de vader, waarbij zij stellen dat omgang met de vader schadelijk zou zijn voor de kinderen, die al een trauma hebben opgelopen door eerdere ervaringen met de vader. Het hof overweegt dat de kinderen kwetsbaar zijn en dat het afdwingen van contact met de vader hen zou kunnen schaden. Het hof concludeert dat de ontzeggingsgrond van artikel 1:377a lid 3 BW van toepassing is en bevestigt de beslissing van de rechtbank om het verzoek van de vader af te wijzen. Daarnaast wordt het verzoek van de vader tot het opleggen van een informatie- en consultatieregeling afgewezen, omdat dit niet correct was gericht.