Deze klachtzaak vindt plaats tegen de achtergrond van de “Yukos-zaak” en de verschillende juridische procedures die in die zaak in Nederland hebben plaatsgevonden en nog plaatsvinden. In die procedures gaat het, kort gezegd, om het geschil over de activa van het (voormalig) Yukos concern tussen enerzijds de Russische staat en Russische staatsinstellingen, waaronder klaagster sub 1, en anderzijds OAO Yukos Oil Company, een Russische vennootschap (hierna: Yukos Oil), en bij haar betrokkenen, waaronder de Nederlandse Yukos entiteiten en hun bestuurders.
Yukos Oil hield alle aandelen in Yukos Finance B.V. (hierna: Yukos Finance), die op haar beurt alle aandelen hield in Yukos International B.V. (hierna: Yukos International).
Yukos Oil is op 1 augustus 2006 in Rusland failliet verklaard. E.K. Rebgun (hierna: Rebgun) is benoemd tot curator. Rebgun heeft de bestuurders van Yukos Finance (D.A. Godfrey en B.K. Misamore) ontslagen en twee nieuwe bestuurders benoemd (onder wie S.S. Shmelkov).
Op 15 augustus 2007 heeft Rebgun de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance op een in Rusland gehouden veiling verkocht aan OOO Promneftstroy, een Russische vennootschap (hierna: Promneftstroy). De aandelen zijn op 10 september 2007 geleverd.
In een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 oktober 2007 waarin Yukos Finance, Godfrey en Misamore als eisers optraden en Rebgun en de twee door hem benoemde bestuurders als gedaagden is – kort gezegd – geoordeeld dat het Russische faillissement van Yukos Oil strijdig is met de Nederlandse openbare orde en dat het Russische faillissementsvonnis om die reden niet in Nederland kan worden erkend.
Tegen het vonnis van 31 oktober 2007 is door Rebgun en Shmelkov hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. In die procedure is Promneftstroy als tussenkomende partij opgetreden. Bij arrest van 19 oktober 2010 heeft het hof voor recht verklaard dat Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen Yukos Finance is geworden. Het gerechtshof heeft voor het oordeel of het faillissement strijdig is met de Nederlandse openbare orde de zaak aangehouden. Het gerechtshof heeft nog geen (eind)arrest gewezen.
Op 12 november 2007 is het faillissement van Yukos Oil bij vonnis van de Russische rechtbank geëindigd op verzoek van Rebgun.
Zowel Rebgun als Promneftstroy hebben cassatie ingesteld bij de Hoge Raad tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 19 oktober 2010. In deze zaak heeft de Hoge Raad nog geen arrest gewezen.
Op 14 februari 2008 heeft de notaris in opdracht van de Stichting Administratiekantoor Yukos International (hierna: de Stichting) – een akte Statutenwijziging (hierna: de Statutenwijziging) verleden.
Tot 14 februari 2008 luidde de in artikel 2.2 van de statuten van de Stichting opgenomen doelomschrijving als volgt – voor zover hier van belang- : “De stichting zal van de aan de aandelen verbonden rechten op zodanige wijze gebruik maken dat zij zo goed als mogelijk zal waarborgen, al dan niet door het voeren van gerechtelijke procedures, de belangen van de Vennootschap en de andere, directe of indirecte, dochtermaatschappijen van Yukos Oil Company, welke gezamenlijk de groep vormen waartoe de Vennootschap behoort en de crediteuren die een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van een Nederlandse rechter tegen Yukos Oil Company en/of Yukos Finance hebben verkregen.”
Met de Statutenwijziging kwam de tekst van artikel 2.2 te luiden als volgt: “De stichting bevordert de belangen van de Vennootschap, Yukos Oil Company, de andere directe of indirecte dochtermaatschappijen van Yukos Oil Company, die deel uitmaken van de groep waartoe de Vennootschap behoort, de crediteuren van Yukos Oil Company met een in kracht van gewijsde gegane uitspraak van een Nederlandse rechter of een in kracht van gewijsde gegane in Nederland uitvoerbaar verklaarde uitspraak tegen Yukos Oil Company (“Crediteuren”), alsmede van de aandeelhouders van Yukos Oil Company en de bestuurders, functionarissen en werknemers van de groep waartoe de Vennootschap behoort; zij zal de aan de aandelen verbonden rechten uitoefenen op een wijze die deze belangen beschermt. De stichting kan in het kader van de bevordering van deze belangen optreden als zaakwaarnemer voor Yukos Oil Company in de zin van artikel 6:198 Burgerlijk Wetboek.”
Op 14 februari 2008 heeft voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de gelijktijdige behandeling van twee kort gedingen plaatsgevonden, waarbij onder meer [vennootschap 1], Yukos Oil, Yukos International en de Stichting partij waren. In het eerste kort geding (met nummers met nummers 388931/KG ZA 08-104 ) vorderden [vennootschap 1] en Promneftstroy een “freezing order”: een verbod gericht tot Yukos International en haar bestuurders om te beschikken over gelden op een door haar aangehouden bankrekening. In het tweede kort geding (met nummers 388931/KG ZA 08-104) vorderden onder meer Yukos International en de Stichting opheffing van alle door [vennootschap 1] gelegde beslagen. Op de zitting heeft de advocaat van de Yukos partijen, mr. Van Galen, meegedeeld dat de Stichting als zaakwaarnemer voor Yukos Oil hem als advocaat wenste te instrueren en dat de Stichting volgend op een statutenwijziging eerder die dag daartoe ook de bevoegdheid had. De voorzieningenrechter overweegt daarover in het vonnis van 6 maart 2008 als volgt: “Yukos Oil, gedaagde sub 2 in de zaak onder nummer 389897 / KG ZA 08-174, is in Rusland failliet is verklaard en vervolgens, na beëindiging van dit faillissement met ingang van 4 november 2007, geschrapt uit het Russische register van ondernemingen. Yukos Oil is dus in Rusland opgehouden te bestaan. Bij vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 is beslist dat het Russische faillissementsvonnis in Nederland niet voor erkenning in aanmerking komt. Stichting Yukos heeft ter zitting verklaard dat gelet op voornoemde omstandigheden er thans niemand is die Yukos Oil in deze procedure kan vertegenwoordigen en dat daarom Stichting Yukos de belangen van Yukos Oil waarneemt, waartoe Stichting Yukos krachtens een statutenwijziging van 14 februari 2008 bevoegd zou zijn. Zij heeft geen exemplaar van de gewijzigde statuten overgelegd. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van Stichting Yukos is door Promneftstroy en [vennootschap 1] betwist. Zonder kennisname van de gewijzigde statuten van Stichting Yukos kan niet worden vastgesteld of de door Stichting Yukos gestelde zaakwaarneming binnen de doelstelling van haar statuten valt. Voorts kan op voorhand niet worden uitgesloten dat Stichting Yukos en Yukos Oil tegenstrijdige belangen hebben, gelet op het feit dat ze in deze procedure respectievelijk eiseres en gedaagde zijn. Evenmin is duidelijk waarom de aandeelhouders van Yukos Oil niet in haar vertegenwoordiging voorzien. Gelet op deze onduidelijkheden kan er voorshands niet van worden uitgegaan dat Stichting Yukos uit hoofde van zaakwaarneming bevoegd is Yukos Oil te vertegenwoordigen en zal verstek worden verleend tegen Yukos Oil.”
Op de hiervoor genoemde zitting van 14 februari 2008 werden ook twee door [vennootschap 1] op 12 februari 2008 ingediende beslagrekesten behandeld, met Yukos Oil als gerekwestreerde.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft in voornoemd vonnis van 6 maart 2008 (in de procedure onder nummer 389897/KG ZA 08-174) Yukos International toegestaan om de vordering die Moravel Investment Limited (hierna: Moravel) had op Yukos Oil te betalen.
Op 14 maart 2008 heeft de notaris een akte verleden tussen de Stichting, Yukos International en Moravel, getiteld “Deed of subrogation and recourse” (hierna: de Subrogatieakte).
De Subrogatieakte behelst een verklaring van de Stichting (die daarin compareert met Moravel en Yukos International) dat zij optreedt als zaakwaarnemer namens Yukos Oil en als zodanig ook Yukos Oil rechtstreeks vertegenwoordigt. De Stichting, Moravel en Yukos International verklaren in de akte te zijn overeengekomen dat Yukos International de vordering van Moravel op Yukos Oil uit hoofde van een akte van geldlening van 30 september 2003 zal voldoen waartegenover Yukos International werd gesubrogeerd in de rechten van Moravel uit hoofde van voornoemde geldleningovereenkomst tegenover Yukos Oil en niet met name genoemde “third parties” (onder wie klaagsters).
In een brief van 14 maart 2008 heeft de advocaat van Moravel mededeling gedaan aan de rechtbank van de betaling van de vordering door Yukos International aan Moravel, met een kopie van die brief aan de raadslieden van alle betrokken partijen, waaronder [vennootschap 1].
Op 15 maart 2008 heeft de raadsman van Yukos International de subrogatie bevestigd in een brief aan de rechtbank, met een kopie aan onder meer de raadsman van [vennootschap 1].
Op 30 mei 2008 heeft de raadsman van Yukos International aan de rechtbank geschreven (met een kopie aan onder meer de raadsman van [vennootschap 1]) - voor zover hier van belang -: “
De subrogatie van Yukos International in de rechten van Moravel(…) Zo de rechtbank zulks nodig zou achten om te beoordelen of Yukos International geldig is gesubrogeerd, bied ik aan de betreffende stukken te overleggen.”
Op 3 april 2008 is Yukos International in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de voorzieningenrechter van 6 maart 2008 in de zaak 388931/KG ZA 08-104. Bij betekening van de dagvaarding op 3 april 2008 aan [vennootschap 1] werden ook de gewijzigde statuten (1.k) aan [vennootschap 1] betekend.
Op 18 juni 2008 heeft de advocaat van [vennootschap 1] de Statutenwijziging en de Subrogatieakte ontvangen.
Vanaf augustus 2010 zijn klaagsters door Yukos International aangesproken tot betaling met een beroep op de Subrogatieakte.
Op 20 september 2011 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). uitspraak gedaan in een (artikel 6 EVRM-)procedure, die door Yukos Oil aanhangig was gemaakt over - kort gezegd – de rechtsgeldigheid van de naheffingsaanslagen en de wijze van uitwinning daarvan.