ECLI:NL:GHAMS:2013:1908
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.L.G.A. Stille
- G.C.C. Lewin
- A.H.N. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van toezicht over notarissen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van toezicht over notarissen en kandidaat-notarissen te Zwolle-Lelystad, die op 17 september 2012 de klacht van klager tegen de notaris ongegrond heeft verklaard. Klager heeft op 25 oktober 2012 een verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, waarin hij zijn hoger beroep heeft ingesteld. De zaak is behandeld op een openbare terechtzitting op 31 januari 2013, waarbij klager niet is verschenen en de notaris heeft aangegeven niet te zullen verschijnen.
Het hof heeft de stukken van het geding bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 99 lid 6 van de Wet op het notarisambt, dat tot 1 januari 2013 van kracht was. Dit artikel stelt dat tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer geen ander rechtsmiddel openstaat dan verzet. Klager heeft aangevoerd dat hij uit een brief van het secretariaat van de kamer heeft afgeleid dat zijn klacht in een zitting behandeld zou worden, maar het hof oordeelt dat dit niet afdoet aan de wettelijke bepalingen.
De beslissing van het hof is op 25 juni 2013 openbaar uitgesproken, waarbij klager niet-ontvankelijk is verklaard in zijn hoger beroep. De rechters die deze beslissing hebben genomen zijn A.L.G.A. Stille, G.C.C. Lewin en A.H.N. Stollenwerck.