3.1.Het gaat in deze zaak, voor zover thans van belang, om het volgende.
( a) SFBK is een landelijke instelling die tot doel heeft de beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst te bevorderen. Zij verstrekt subsidies aan beeldend kunstenaars, vormgevers en architecten, stelt ateliers in het buitenland beschikbaar en initieert kunstprojecten.
( b) [K] was sinds februari 2000 hoofd financiën bij SFBK en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de financiële administratie en het verrichten van betalingen. Op 2 maart 2009 heeft [K] zich ziek gemeld. Daarna is hij niet meer op kantoor verschenen en sinds een door SFBK op 4 maart 2009 met hem gevoerd telefoongesprek is hij onvindbaar. Tegen [K] is een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd. Bij vonnis van 17 november 2010 is hij bij verstek door de rechtbank Amsterdam wegens verduistering in dienstbetrekking veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, onder meer in verband met de hierna onder (c) te noemen betalingen.
( c) In de periode van 14 januari 2009 tot en met 2 maart 2009 heeft [K] vanaf een tweetal rekeningen van SFBK vele betalingen gedaan, waaronder een van € 1.000.000,= aan de Stichting Derdengelden Parkstad Kerkrade (verder: Stichting Derdengelden), waarvan [W] (mede-)bestuurder is, en een van € 1.000.000,= aan de door [W] gevoerde eenmanszaak Kantoor [W] (verder: de eenmanszaak). Deze beide betalingen vonden plaats op 9 februari 2009. [W] heeft vervolgens binnen een week daarna van de rekeningen van Stichting Derdengelden en de eenmanszaak een bedrag van in totaal € 1.876.000,= overgemaakt op een rekening van [appellant].
( d) [appellant] heeft van het door hem ontvangen bedrag van € 1.876.000.= op 16 februari 2009 een bedrag van € 34.500,= aan de Altez Group en een bedrag van € 43.650,= aan [G], zulks telkens ter aflossing van privé-schulden. De rest van het door hem ontvangen bedrag heeft hij in de periode van 18 februari 2009 tot en met 3 maart 2009 overgemaakt naar elf rekeningen op naam van verschillende personen in België, waarvan € 785.000,= naar een eigen rekening in België.
( e) Bij het bestreden vonnis is [appellant] op grond van een door hem tegenover SFBK begane onrechtmatige daad (met [K], De Weerd en Stichting Derdengelden) hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan SFBK van een bedrag van € 1.876.000,=, met wettelijke rente, zulks onder afwijzing van het jegens hem meer of anders gevorderde en met zijn veroordeling in de proceskosten van SFBK. Tegen deze beslissing en de gronden waarop zij berust zijn de grieven van [appellant] gericht. De grieven kunnen gezamenlijk worden besproken.