ECLI:NL:GHAMS:2013:1601
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en schadevergoeding in arbeidszaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Graphit B.V. inzake een kennelijk onredelijk ontslag. [appellant] was van 15 oktober 1997 tot 1 oktober 2009 in dienst bij Graphit en heeft verschillende functies bekleed. Na een periode van arbeidsongeschiktheid heeft Graphit de arbeidsovereenkomst opgezegd zonder enige ontslagvergoeding. [appellant] vorderde in hoger beroep dat het ontslag kennelijk onredelijk was en eiste een schadevergoeding van € 130.500,--. De kantonrechter had de vorderingen van [appellant] afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat Graphit geen financiële voorziening had getroffen voor [appellant] na het ontslag. Het hof stelde vast dat Graphit het afspiegelingsbeginsel niet correct had toegepast, maar dat dit niet de enige reden was voor de onredelijkheid van het ontslag. Het hof oordeelde dat Graphit, gezien de omstandigheden, een schadevergoeding van € 24.000,-- bruto aan [appellant] moest betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 september 2009. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Graphit in de proceskosten van beide instanties.