ECLI:NL:GHAMS:2012:BZ3839
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.V.T. de Bie
- A.R. Sturhoofd
- B.F.P. Lhoëst
- Rechtspraak.nl
Machtiging gesloten jeugdzorg voor minderjarige en behandeling van grieven in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot gesloten jeugdzorg voor een minderjarige, hier aangeduid als [de minderjarige]. De minderjarige was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een machtiging was verleend voor opname in gesloten jeugdzorg. De zaak werd behandeld op 7 november 2011 en de mondelinge behandeling werd voortgezet op 8 december 2011. Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de WSJ, de Stichting Jeugdzorg, niet ten uitvoer zou leggen de machtiging tot gesloten plaatsing, omdat de minderjarige inmiddels weer bij zijn pleegmoeder verbleef en het goed met hem ging.
De minderjarige had een belaste voorgeschiedenis en was onhandelbaar, wat leidde tot de aanvraag voor gesloten jeugdzorg. De advocaat van de minderjarige voerde aan dat de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper niet rechtsgeldig was, omdat deze niet met de minderjarige had gesproken. Het hof oordeelde echter dat de instemmingsverklaring, ondanks het ontbreken van persoonlijk onderzoek, niet in de weg stond aan de machtiging tot gesloten plaatsing, gezien de weigering van de minderjarige om mee te werken aan het onderzoek.
Het hof concludeerde dat de ernstige opgroei- en opvoedproblemen van de minderjarige en de bedreiging van zijn ontwikkeling ten tijde van de beschikking zo ernstig waren dat gesloten plaatsing noodzakelijk was. De WSJ bevestigde dat de minderjarige sindsdien een positieve ontwikkeling had doorgemaakt, wat leidde tot de beslissing om de machtiging niet ten uitvoer te leggen. Het hof liet de vraag of er nog gronden voor de machtiging aanwezig waren in het midden, omdat de minderjarige geen belang meer had bij een oordeel hierover.