ECLI:NL:GHAMS:2012:BY5050
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M.A. Gerritzen - Gunst
- A.V.T. de Bie
- J.G. Gräler
- Rechtspraak.nl
Ontzetting van het gezag over kinderen wegens slecht levensgedrag van de vader
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen de beschikking van de rechtbank Haarlem, waarin zijn gezag over zijn kinderen, [kind A] en [kind B], is ontzet vanwege slecht levensgedrag. De vader is op 12 juni 2012 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 13 maart 2012. De moeder, die op 18 oktober 2010 ernstig gewond raakte door toedoen van de vader, is niet verschenen op de zitting. De vader was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar wegens poging tot moord op de moeder. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om ontzetting van het gezag, wat door de rechtbank is toegewezen. De vader verzet zich hiertegen en stelt dat hij niet onherroepelijk is veroordeeld en dat hij de moeder nooit heeft willen doden.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof oordeelt dat de vader niet in staat is om gezamenlijk gezag uit te oefenen, gezien de trauma's die de moeder en de kinderen hebben opgelopen door het geweld van de vader. De vader ontkent zijn daden en lijkt geen inzicht te hebben in de gevolgen daarvan. Het hof concludeert dat het in het belang van de kinderen is dat de vader geen beslissingen meer over hen neemt. De ontzetting van het gezag wordt dan ook bekrachtigd.
De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 9 oktober 2012. De vader heeft zijn grieven niet kunnen onderbouwen, en het hof bevestigt de eerdere beschikking van de rechtbank. De kinderen zijn door het handelen van de vader ernstig getraumatiseerd, en het is noodzakelijk dat de vader geen gezag meer uitoefent.