ECLI:NL:GHAMS:2012:BX9492
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Ingelse
- H.H.J. Zevenhuijzen
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring van de aanwijzing van accountants bij een splitsing van vennootschappen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 6 september 2012, hebben de verzoeksters, ING DIRECT N.V. en ING BANK N.V., een verzoek ingediend om goedkeuring van de aanwijzing van accountants in het kader van een voorgenomen afsplitsing. De verzoeksters hebben op 8 augustus 2012 een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer, waarin zij vroegen om goedkeuring voor de aanwijzing van M. Frikkee RA als enig accountant en J. van Nek RA als plaatsvervangend accountant. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 2:334aa lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat voorschrijft dat bij een splitsing onafhankelijke accountants moeten verklaren over het splitsingsvoorstel en de redelijkheid van de ruilverhouding.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat ING Groep N.V., als enige aandeelhouder van ING Bank, en ING Bank zelf, verklaringen hebben afgelegd waarin zij instemmen met de uitsluiting van de toepassing van bepaalde leden van artikel 2:334aa BW. Dit betekent dat de vereiste verklaringen van onafhankelijke accountants niet nodig zijn, mits alle aandeelhouders instemmen. De Ondernemingskamer concludeert dat de aandeelhouders van beide vennootschappen hebben ingestemd met de afsplitsing, waardoor de leden 1 en 3 van artikel 2:334aa BW niet van toepassing zijn.
De voorzitter van de Ondernemingskamer oordeelt dat het verzoek van de verzoeksters niet ontvankelijk is, omdat de goedkeuring van de aanwijzing van dezelfde persoon als accountant niet kan worden verleend. De beslissing houdt in dat de verzoeksters niet ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek, wat betekent dat zij niet in hun verzoek om goedkeuring van de accountantsaanwijzing worden gehonoreerd. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer.