ECLI:NL:GHAMS:2012:BX2498
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- W.J.J. Los
- W.J. Noordhuizen
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Griffierecht bij hoger beroep tegen nevenvoorzieningen in echtscheidingsprocedure
In deze zaak hebben verzoekers X en Y, bijgestaan door hun advocaat mr. M.M.H. van de Vijver-Aeckerlin, verzet aangetekend tegen de beslissing van de griffier van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de heffing van griffierechten in het kader van een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Haarlem, waarbij de echtscheiding en nevenvoorzieningen zijn vastgesteld. De griffier had voor twee verschillende nevenvoorzieningen, die beide voortvloeien uit één verzoekschrift, afzonderlijk griffierecht geheven. Verzoekers zijn van mening dat dit niet gerechtvaardigd is, aangezien het gaat om één beroepschrift in één en dezelfde procedure. Ze stellen dat het heffen van griffierecht voor elke nevenvoorziening in strijd is met het recht op toegang tot de rechter, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat voor de indiening van één verzoekschrift slechts eenmaal griffierecht geheven mag worden. Dit is in lijn met de voorgestelde wijzigingen in de Wet griffierechten burgerlijke zaken, die beogen om de toegang tot de rechter te vergemakkelijken. Het hof heeft het verzet gegrond verklaard en de griffier gelast om het onterecht geheven griffierecht te crediteren.