ECLI:NL:GHAMS:2012:BW8753
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling huwelijksvermogensregime naar Turks recht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime van een echtpaar dat in Turkije is getrouwd en inmiddels gescheiden is. De vrouw, appellante in het principaal hoger beroep, en de man, geïntimeerde in het principaal hoger beroep, zijn in geschil over de verrekening van schulden en de toewijzing van immateriële schadevergoeding. De rechtbank Utrecht had eerder geoordeeld dat het Turks recht van toepassing is op hun huwelijksgoederenregime, en dat alle bezittingen als verwervingen moeten worden beschouwd. De vrouw betwist de schuld aan Solveon Incasso B.V. en Tegelland Arnhem B.V. en vordert immateriële schadevergoeding op basis van het Turks Burgerlijk Wetboek. Het hof oordeelt dat de schuld aan Solveon van € 45.488,27 vaststaat en dat deze in de verrekening moet worden betrokken. De vordering van de vrouw tot immateriële schadevergoeding wordt afgewezen, omdat het Nederlands recht deze niet kent en de omstandigheden niet voldoende zijn om een dergelijke vordering te rechtvaardigen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en compenseert de kosten van het hoger beroep, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt.