ECLI:NL:GHAMS:2012:BW7201

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R 001945-10
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding ex artikel 591a Wetboek van Strafvordering

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 29 april 2011, wordt het verzoekschrift behandeld dat is ingediend op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek betreft een schadevergoeding uit 's Rijks kas voor kosten die de verzoekster heeft gemaakt in verband met tijdverzuim van adviseurs, rechtsbijstand en andere gerelateerde kosten. De advocaat-generaal heeft tijdens de openbare behandeling in raadkamer geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van het verzoek. De verzoekster was niet vertegenwoordigd tijdens deze zitting.

Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak, waar het verzoek betrekking op heeft, is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en dat het arrest in die zaak inmiddels onherroepelijk is geworden. De advocaat heeft in raadkamer aangegeven dat de verzoekster de mogelijkheid heeft om de BTW terug te vragen, wat heeft geleid tot de conclusie dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het hof heeft echter wel gronden van billijkheid aanwezig geacht voor de vergoeding van kosten die zijn gemaakt door adviseurs die destijds bij de verzoekster werkzaam waren, en heeft deze kosten vastgesteld op € 17.337,00 exclusief BTW.

Daarnaast heeft het hof ook kosten voor rechtsbijstand erkend, die zijn gematigd tot een bedrag van € 220.000,-. De kosten die zijn gemaakt in een eerdere verzoekschriftprocedure zijn niet voor vergoeding in aanmerking gekomen, omdat het hoger beroep in die zaak ongegrond was verklaard. Het hof heeft ook een forfaitaire vergoeding van € 540,- toegekend voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. Uiteindelijk heeft het hof besloten om een totaalbedrag van € 237.877,00 aan verzoekster toe te kennen, met de afwijzing van andere of hogere verzoeken. De beschikking is uitgesproken in de openbare zitting van het hof.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 001945-10 / (artikel 591a Wetboek van Strafvordering)
Parketnummer: 23-001255-09
BESCHIKKING
op het verzoekschrift krachtens artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[VERZOEKER],
gevestigd en kantoorhoudend te [woonplaats],
voor dit verzoek domicilie kiezend ten kantore van haar advocaat,
mr. A.H. Gaastra, Schiphol Boulevard 345, 1 van 118 BJ Schiphol.
1. Inhoud van het verzoek
Het verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding uit ’s Rijks kas ter zake van:
1. kosten die verzoekster stelt te hebben gemaakt in verband met tijdverzuim van een aantal adviseurs, destijds allen werkzaam bij verzoekster, gedurende het vooronderzoek en de behandeling ter raadkamer en ter terechtzitting, ten bedrage van € 17.337,00 exclusief BTW;
2. kosten die verzoekster stelt te hebben gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 269.433,14 inclusief BTW;
3. kosten die verzoekster stelt te hebben gemaakt in verband met het laten opstellen van een accountantsrapportage door [accountant] ten bedrage van € 2.277,66 inclusief BTW;
4. de forfaitaire vergoeding voor het opstellen, indienen en behandelen van het verzoekschrift.
2. Procesverloop
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 1 april 2011 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoekster ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord.
Namens de verzoekster is niemand verschenen.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van het verzoek.
3. Beoordeling van het hoger beroep
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het arrest in die strafzaak is inmiddels onherroepelijk geworden.
De advocaat heeft in raadkamer medegedeeld dat verzoekster de mogelijkheid heeft om de BTW terug te vragen. Het hof is dan ook met de advocaat-generaal van oordeel dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van de kosten in verband met tijdverzuim van een aantal adviseurs, omdat deze adviseurs destijds gedetacheerd waren bij verzoekster en deze kosten door de adviseurs zijn gemaakt ten behoeve van de strafzaak. Nu de advocaat in raadkamer heeft verklaard dat de kosten ad € 17.337,00 exclusief BTW zijn en zulks ook volgt uit bijlage 2 van het verzoekschrift, komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking.
Het hof acht tevens gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake kosten rechtsbijstand tot een bedrag ad € 220.000,-. Het hof is met de advocaat-generaal en de advocaat van oordeel dat een toeslag ad 6% aan kantoorkosten billijk is. Het hof is echter van oordeel dat de kosten gemaakt in de vorige verzoekschriftprocedure ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (rekestnummer in hoger beroep: R 001687-09) niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat in die zaak het hoger beroep ongegrond is verklaard. Het hof heeft daarom billijkheidshalve de kosten rechtsbijstand gematigd tot een bedrag ad € 220.000,-.
Het hof wijst het verzoek tot vergoeding van de kosten die zijn gemaakt voor de accountantsrapportage door [accountant] af, omdat op grond van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Ter zake van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van het verzoekschrift acht het hof gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van € 540,-, zijnde het geldende standaardbedrag.
Gelet op het voorgaande komen de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:
- kosten in verband met tijdverzuim van een aantal adviseurs € 17.337,00
- kosten rechtsbijstand € 220.000,00
- kosten in verband met het opstellen, indienen en in raadkamer
toelichten van het verzoekschrift € 540,00
----------------- +
Totaal € 237.877,00
4. Beslissing
Het hof:
Kent uit ’s Rijks kas aan verzoekster een vergoeding toe van € 237.877,00 (tweehonderdzevenendertigduizend achthonderdzevenenzeventig euro).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoekster.
Deze beschikking is gegeven door de tweede meervoudige kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. Schimmel, Paridaens-van der Stoel en Bulsing, in tegenwoordigheid van mr. Van der Heide als griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 29 april 2011.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking voor een bedrag van € 237.877,00 (tweehonderdzevenendertigduizend achthonderdzevenenzeventig euro), te betalen uit ’s Rijks kas aan Stichting Beheer Derdengelden Gaastra advocaten door overmaking van bovenstaand bedrag op bankrekeningnummer 10.38.91.970 o.v.v. zaaknummer 60.10.0015.
Amsterdam, 29 april 2011.
mr. N.A. Schimmel, voorzitter.