ECLI:NL:GHAMS:2012:BW6582

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.103.739/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek van de Ondernemingsraad van Polymer Vision B.V. tot vernietiging van besluit tot beëindiging van activiteiten

In deze zaak heeft de Ondernemingsraad van Polymer Vision B.V. een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Het verzoek was gericht tegen het besluit van Polymer Vision c.s. om de activiteiten per 1 mei 2012 te beëindigen. De Ondernemingsraad stelde dat Polymer Vision c.s. niet in redelijkheid tot dit besluit hadden kunnen komen en verzocht om voorlopige voorzieningen, waaronder het intrekken van het besluit en het verbieden van handelingen ter uitvoering daarvan. De Ondernemingskamer heeft de feiten en omstandigheden rondom de adviesaanvraag en de daaropvolgende besluitvorming onderzocht. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat Polymer Vision c.s. niet de intentie hadden om te handelen in overeenstemming met hun eerdere toezeggingen. De Ondernemingsraad werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, omdat er geen nieuwe feiten waren die aanleiding gaven om het advies van de Ondernemingsraad te herzien. De Ondernemingskamer oordeelde dat de Ondernemingsraad niet kon aantonen dat er een nieuw besluit was genomen dat de beëindiging van de activiteiten zonder verkooppogingen inhield. De Ondernemingskamer verklaarde de Ondernemingsraad niet-ontvankelijk in zijn beroep, waarmee het besluit van Polymer Vision c.s. om de activiteiten te beëindigen werd gehandhaafd.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING in de zaak met nummer 200.103.739/01 OK van
de ONDERNEMINGSRAAD VAN POLYMER VISION B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
VERZOEKER,
advocaat: mr. S. de Lange, kantoorhoudende te Eindhoven,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POLYMER VISION B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
2. de coöperatie
WISTRON EUROPE HOLDING COOPERATIE U.A.,
gevestigd te Tilburg,
VERWEERSTERS,
advocaat: mr. R.H. Stam, kantoorhoudende te Amsterdam.
1. Het verloop van het geding
1.1 Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als de ondernemingsraad, verweerster sub 1 als Polymer Vision, verweerster sub 2 als Wistron Europe en verweersters gezamenlijk ook als Polymer Vision c.s.
1.2 De ondernemingsraad heeft bij op 16 maart 2012 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven -
1. te verklaren dat Polymer Vision c.s. bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het betrokken besluit van 12 januari 2012 hebben kunnen komen;
2. Polymer Vision c.s. te verbieden handelingen te verrichten ter uitvoering van het besluit;
3. Polymer Vision c.s. te verplichten het besluit in te trekken en de gevolgen van dat besluit ongedaan te maken;
4. en de hiervoor onder 2 en 3 genoemde voorzieningen bij wijze van voorlopige voorzieningen te treffen.
1.3 Verweersters hebben bij op 23 maart 2012 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht de ondernemingsraad niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek althans zijn verzoek ongegrond te verklaren.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 29 maart 2012, alwaar mr. De Lange en mr. Stam de standpunten van de door hen gerepresenteerde partijen nader hebben toegelicht, beiden aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitaantekeningen. Voorts hebben zij geantwoord op vragen van de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer heeft vervolgens de zitting geschorst en - na hervatting daarvan - terstond uitspraak gedaan, een en ander zoals hieronder wordt weergegeven.
2. De feiten
2.1 Polymer Vision is opgericht op 24 februari 2010. Enig bestuurder van Polymer Vision is B.C. Chong, CEO van Polymer Vision is K. McGoldrick. Wistron Europe is enig aandeelhouder van Polymer Vision. Wistron Europe en Polymer Vision maken deel uit van een groep vennootschappen die wordt geleid door Wistron Corporation, gevestigd in Taiwan.
2.2 Polymer Vision legt zich toe op de ontwikkeling en vervaardiging van oprolbare displays en de ontwikkeling van technologie om deze displays te integreren in mobiele devices. Bij Polymer Vision zijn thans 82 werknemers in dienst. De activiteiten van Polymer Vision komen voort uit (een doorstart van) de onderneming van Polymer Vision Ltd. (hierna PV Ltd. te noemen), welke rechtspersoon in juli 2009 failliet is gegaan. Activiteiten zijn daarbij overgenomen door Wistron Corporation en ondergebracht in Polymer Vision. De rechten van intellectuele eigendom van PV Ltd. zijn verworven door Creator Technology B.V., een (indirecte) dochtervennootschap van Wistron Corporation.
2.3 Tot en met november 2010 heeft Wistron Europe in totaal circa € 12 miljoen in Polymer Vision geïnvesteerd.
2.4 Wistron Corporation en Polymer Vision hebben een overeenkomst gesloten, genaamd “Development Agreement”, die in werking is getreden op 1 januari 2011. Op grond van deze overeenkomst betaalt Wistron Corporation aan Polymer Vision periodiek een bedrag gelijk aan haar maandelijkse kosten (met een opslag van 5%), waartegenover Polymer Vision de door haar gedurende de looptijd van deze overeenkomst verkregen rechten van intellectuele eigendom aan Wistron Corporation overdraagt. De Development Agreement kan door Wistron Corporation eenzijdig worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 15 dagen. Begin november 2011 heeft de ondernemingsraad kennisgenomen van het bestaan van deze overeenkomst.
2.5 Polymer Vision heeft op 20 oktober 2011 een adviesaanvraag bij de ondernemingsraad ingediend. Kort samengevat heeft zij advies gevraagd over haar voorgenomen besluit om de activiteiten van Polymer Vision met ingang van 1 januari 2012 te beëindigen. De adviesaanvraag houdt - voor zover hier van belang - het volgende in.
“(…)
2. Contemplated Decision
PV finds itself with no other choice than to terminate the entire business and terminate all the employment contracts. (…) All jobs will become redundant.
The contemplated decision is that as from January 1st, 2012, or the sooner date if possible, all production activities for the plant at Eindhoven will be terminated. (…)
The contracts of the personnel performing several functions that are related to the management and/or disposal of equipments, material and contracts will be terminated per February 1st, 2012 (…)
3. Ground of the Contemplated decision
(…) Healthy financial return is not foreseeable in coming years (…) The actual situation is that without any funding of Wistron Europe Holding Corp the company will go bankrupt for sure. Polymer Vision does not have any financial possibilities for itself since it has no revenues but a great deal of expenses every month. The cash flow position is very dramatic. (…)
4. Alternatives done before this conclusion is made:
In the past two years investments have been made by the shareholder in order to be able to make the rollable displays profitable. Due to the rapidly declining market for products such as PV products and due to critical technical problems which PV has not been able to solve in the last two years, PV has not been able to produce a product that is ready for mass production, let alone ready for a profitable mass production. (…)
In the past two years management has been trying to find external parties who are interested in buying the products of PV. (…) those actions were not fruitful at all. (…)
When it was found that PV was no longer able to run profitable business by running the plant, several companies were contacted to see if they can take over the operation. (…) But they both showed lack of interest in acquiring a rollable display plant in the Netherlands. (…).”
2.6 Vervolgens hebben de ondernemingsraad enerzijds en Polymer Vision c.s. en Wistron Corporation anderzijds naar aanleiding van de adviesaanvraag met elkaar gecorrespondeerd en hebben zij een aantal gesprekken met elkaar gevoerd. In het bijzonder zijn hierbij aan de orde geweest de datum van de bedrijfssluiting, de bij aanvang van onderhandelingen met potentiële kopers van (de onderneming van) Polymer Vision over te leggen concept-verkoopvoorwaarden (de “Term Sheet”), en de besteding van het tot het tijdstip van bedrijfssluiting ter beschikking gestelde budget van € 6,1 miljoen. Dit overleg heeft ertoe geleid dat Polymer Vision haar voorgenomen besluit heeft gewijzigd in die zin dat de activiteiten van Polymer Vision met ingang van 1 mei 2012 worden beëindigd indien op die datum (de onderneming van) Polymer Vision niet door een derde zou zijn overgenomen. Onder vermelding van een aantal voorwaarden heeft de ondernemingsraad vervolgens op 8 december 2011 aan Polymer Vision een positief advies uitgebracht over dit voorgenomen besluit.
2.7 Nadat Polymer Vision aan de ondernemingsraad had laten weten dat een voorwaardelijk positief advies niet acceptabel was, hebben de ondernemingsraad en Polymer Vision op 15 december 2011 opnieuw overlegd. Dit overleg heeft geresulteerd in een door R. Hwang namens Wistron Corporation en door T. Young (hierna Young te noemen) namens Polymer Vision ondertekend document dat partijen ook “missive” noemen en dat mr. Stam op 29 december 2011 per e-mail aan de ondernemingsraad heeft gezonden. De ondernemingsraad heeft vervolgens op 3 januari 2012 een positief advies uitgebracht (hierna het advies te noemen) en daarin opgemerkt dat de missive, behoudens enkele in het advies door de ondernemingsraad aangeduide onderdelen, deel uitmaakt van het advies.
2.8 De missive en het advies houden - voor zover hier van belang - het volgende in over verkoop van de onderneming van Polymer Vision aan een derde.
De missive
“(...) I would like to point out here, that (...) the ininital proposed prolongation until April/May does not mean that Wistron really believes that such alternatives exist. Wistron tried it and was not succesful. It does only mean that they gave the unions and the works council and [Mc Goldrick] the benefit of the (big) doubt and that they will be acting in good faith in the process. There is by no means the intention to frustrate this process. (...)
The main idea is that Wistron should be facilitating the finding of a new buyer. Wistron can confirm that it will do its best effort to facilitate this. This being said, Wistron would like to express their opinion that the conditions for a purchase are to be decided upon by them as an entrepreneur not by the Works Council. Wistron confirms again that the Term Sheet is to be considered as an opening offer and negotiations about the exact terms are possible and are dependent of who the buyer is and whether synergy is to be expected. Wistron however does not accept interference from the Works Council apart from the right to give an advice prior to any contemplated decision of a transfer in case a purchaser is found (...)
Wistron would like to confirm that it has no intention to stall the process of any purchase deliberately or voluntarily. It has no grounds for such delays at all. In case of a purchase agreement this is also in favor of Wistron. Wistron on the other hand does not want to be dependent on the judgment of the Works Council whether they acted speedily enough, because that is far too subjective for their opinion. (...)
After a meeting with a possible purchaser Wistron will inform the Works Council about the key topics of the meeting and the expected follow up. (...)
Wistron again wants to stress that it will do its best to cooperate with [Mc Goldrick] during the negotiations with any potential investor. (...)
Wistron is willing to confirm that provided that on the basis of the budget plan there is no need for anticipating to the close down WPV will not initiate any actions to anticipate the close down prior to March 15 2012. In case of a purchase agreement WPV will not anticipate to such a close down either, provided that a purchaser takes over the full financial risks for the term throughout May 1. (...)”
Het advies
“(...)
Het gewijzigde voorgenomen besluit gaat uit van een sluiting van Polymer Vision per 1 mei 2012. De termijn tot 15 maart 2012 wordt gebruikt door Polymer Vision, met volledige en toegezegde steun van Wistron, om te zoeken naar een koper/investeerder voor Polymer Vision B.V. en Creator Technologies B.V. (…)
Wistron stelt verder dat de term sheet een startpunt is voor onderhandelingen; elke investeerder heeft verschillende behoeftes waar op ingespeeld kan en zal worden. Wistron heeft toegezegd zich in dit kader in alle redelijkheid op te stellen. (…)
Na het vastgestelde en goedgekeurde budget, alsmede na de uitdrukkelijke toezegging dat Polymer Vision tot 15 maart 2012 de gelegenheid krijgt te zoeken naar een investeerder/koper (zodat er niet eerder dan de genoemde datum tot sluiting zal worden overgegaan), kan de OR leven met het gewijzigde voorgenomen besluit indien en voorzover er uiterlijk 15 maart 2012 geen overnameovereenkomst tot stand is gekomen. (…)
De OR van Polymer Vision adviseert, indien geen nieuwe investeerder/koper gevonden wordt, positief op het voorgenomen besluit tot het sluiten van Polymer Vision per 1 mei 2012. (…)”
2.9 Bij e-mail van 12 januari 2012 heeft Young aan de voorzitter van de ondernemingsraad bevestigd “that we indeed go ahead with the intended decision mentioned in the signed 2 documents.”
2.10 In de Term Sheet wordt uitgegaan van een vraagprijs van € 80 miljoen voor kort gezegd de onderneming van Polymer Vision en de rechten van intellectuele eigendom zoals bedoeld in 2.2 en 2.4 hiervoor.
2.11 Op 10 januari 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen WK Liu (hierna Liu te noemen) namens Wistron Corporation en R. Thorbecke namens Plastic Logic, een potentiële koper van (de onderneming van) Polymer Vision. Liu heeft McGoldrick bij e-mail van 11 januari 2012 hierover als volgt bericht:
“(...) We had meeting with [Thorbecke] already. [Thorbecke] insist the business is not cash transaction. Wistron want to follow the term sheet as the base line to initial the discussing. Both of side agree to come back with flexible proposal after report to their boss. We hope to have progress on next week. (...)”
2.12 In een e-mail van 20 januari 2012 van Liu aan McGoldrick staat onder meer:
“I want to re-emphases, any investment cases, please ensure you stick on the 'Term Sheet' that we provided. (...)”
2.13 Op 27 januari 2012 heeft Liu per e-mail geantwoord op vragen van de voorzitter van de ondernemingsraad:
“(…) We did received a proposal from Plastic Logic, but unfortunately, the proposal is far away from original term sheet, and different than what we understand from [McGoldrick]’s message in past months. However, we did meet [Thorbecke] of PL at US, and suggest him go back to work out another proposal. So far, we didn't see any response yet. We received few quires from other parties, but they are interesting in IP only, so we keep them out of door. (…)”
2.14 Op 31 januari 2012 heeft McGoldrick aan Liu per e-mail een lijst van circa 20 potentiële investeerders gestuurd. In die e-mail staat onder meer het volgende:
“In the case of PL, I have no further recent contact with them as the focus now is on the negotiation between you/Wistron and PL. (...)
The main blocking factor for everyone continues to be the 80 million demanded by Wistron even under the current 'shutdown' circumstances. If it was not for this, then finding investors in PV would not be a problem. (...)”
2.15 Liu heeft hierop in een e-mail van 1 februari 2012 aan McGoldrick als volgt gereageerd:
“Please be reminded (…) that Wistron is not interested in Joint Venture, co-investments or any kind of alliance in business (...)
So, the only option we have here is to sell 100% shares in PV, and the asking price starts from 80 million Euro but Wistron is open for further negotiation. (...)
Accordingly, as the deadlines (...) are drawing near day by day, we sincerely hope you would (...) focus on looking for a buyer to sign the purchase agreement by March 15, 2012 to purchase 100% shares of PV. (...)”
2.16 Op vragen van de voorzitter van de ondernemingsraad heeft Liu in een e-mail van 13 februari 2012 als volgt geantwoord:
“We did received another offer from PL last week, however, since there is still quite a big gap between new offer and our original price, so we will need some more time to discuss it internally. We will keep you update if any progress. (...) So far we have no any candidate for further step. However, if we plan to deal with any new investors and sign LOI, we will inform WC immediately and to get WC's advice. (...)”
2.17 Bij e-mail van 1 maart 2012 heeft McGoldrick onder meer het volgende aan Liu geschreven:
“What I learned is that you invited PL to visit Taipei next week to discuss the existing offer. (…) Up until now you have stressed that the PL offer is far from acceptable. Through this sudden invitation you have signaled that you are now prepared to accept significantly reduced terms. (…) Can you please let me know what the new acceptable terms are?”
2.18 De ondernemingsraad heeft alternatieve voorstellen gedaan. Deze zijn in een overlegvergadering van 7 maart 2012 besproken. Deze voorstellen brachten onder meer uitstel van de termijn van 1 mei 2012 met een aantal maanden en/of wijziging van de vraagprijs in de Term Sheet mee. Polymer Vision heeft de voorstellen afgewezen.
2.19 McGoldrick heeft eind januari 2012 en op 8 maart 2012 met het Ministerie van Economische Zaken over verstrekking van een overbruggingskrediet aan Polymer Vision gesproken. Bij het gesprek op 8 maart 2012 waren eveneens Liu, Young en de voorzitter van de ondernemingsraad aanwezig.
2.20 Op 12 maart 2012 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden tussen Wistron Corporation en Plastic Logic over een overname van (de onderneming van) Polymer Vision door Plastic Logic. Liu heeft daarvan per e-mail van dezelfde dag als volgt verslag gedaan aan McGoldrick:
“We had one hour meeting with [Thorbecke] who came from the PL. The meeting was smooth on each of side because we don’t touch the cost yet. The action plan as following:
1. PL will provide the formal LOI to Winstron. Ask for Winstron’s feedback ASAP.
2. Wistron provide the NDA [Ondernemingskamer: non disclosure agreement] to PL then ask for the feedback ASAP
3. PL will provide the list to us which will include the DD [Ondernemingskamer: due diligence] information, technical is one of portion.”
3. De gronden van de beslissing
3.1 De ondernemingsraad heeft aan zijn verzoek het volgende ten grondslag gelegd. Het besluit van 12 januari 2012 van Polymer Vision c.s. is tweeledig en houdt in dat (i) de activiteiten van Polymer Vision per 1 mei 2012 zullen worden beëindigd en (ii) er serieuze inspanningen zullen worden verricht om tot een succesvolle verkoop van (de onderneming van) Polymer Vision aan een derde te komen in welk kader zij zich flexibel zullen opstellen, opdat bedrijfssluiting kan worden voorkomen. Polymer Vision c.s. komen de door hen gedane toezeggingen die de ondernemingsraad ertoe hebben aangezet een positief advies uit te brengen, echter niet na. Zo doen zij weinig tot niets om (de onderneming van) Polymer Vision te verkopen. Op e-mails van McGoldrick met betrekking tot potentiële investeerders wordt niet of nauwelijks gereageerd. Er is een grote desinteresse aan de zijde van Polymer Vision c.s. in dit opzicht. Voorts stellen zij zich bij de onderhandelingen ten aanzien van de verkoopvoorwaarden niet flexibel op, in het bijzonder doordat zij blijven vasthouden aan de niet-realistische vraagprijs van € 80 miljoen. De ondernemingsraad concludeert daarom dat er ofwel feiten zijn (te weten onvoldoende inspanningen om te komen tot een verkoop en de niet-flexibele houding in dat verband) die, waren zij aan de ondernemingsraad bekend geweest ten tijde van het uitbrengen van zijn advies, aanleiding zouden zijn geweest om dat advies niet uit te brengen zoals dat is uitgebracht, danwel dat Polymer Vision c.s. een nieuw - niet aan de ondernemingsraad ter advisering voorgelegd - besluit hebben genomen dat inhoudt dat de activiteiten van Polymer Vision per 1 mei 2012 onvoorwaardelijk zullen worden beëindigd. Aldus begrijpt de Ondernemingskamer het standpunt van de ondernemingsraad.
3.2 Polymer Vision c.s. hebben als verweer het volgende aangevoerd. De ondernemingsraad is niet-ontvankelijk omdat het beroep zich richt tegen uitvoeringshandelingen, die niet voor beroep vatbaar zijn en omdat hij in deze procedure opkomt tegen een aangelegenheid als bedoeld in artikel 23 WOR naar aanleiding van het verloop van de overlegvergadering van 7 maart 2012, waarvoor de hier aan de orde zijnde procedure echter niet is bedoeld. Verder betwisten Polymer Vision c.s. de stellingen van de ondernemingsraad inhoudelijk als volgt. Met de ondernemingsraad is slechts overeengekomen dat Polymer Vision c.s. zich flexibel zouden opstellen in de onderhandelingen met potentiële kopers. Zij zijn bereid zich flexibel op te stellen, ook ten aanzien van de verkoopprijs. Dit laat onverlet dat Polymer Vision mag vasthouden aan een vraagprijs van € 80 miljoen. De ondernemingsraad was ten tijde van advisering op de hoogte van de Term Sheet en de daarin vermelde vraagprijs van € 80 miljoen, terwijl uit de missive niet kan worden afgeleid - en ook anderszins nooit de indruk is gewekt - dat Polymer Vision c.s. en Wistron Corporation bereid zijn een veel lagere vraagprijs te hanteren dan wel de Term Sheet aan te passen. Zoals ook is meegedeeld aan de ondernemingsraad, kan een ieder die een redelijk bod doet aan de onderhandelingstafel komen met Wistron Corporation, en Wistron Corporation is bereid over de verkoopprijs te onderhandelen. Polymer Vision c.s. hebben zich flexibel opgesteld door te onderhandelen met Plastic Logic. De stelling van de ondernemingsraad dat Polymer Vision geen intentie zou hebben om tot een verkoop te komen wordt niet ondersteund door de feiten. De onderhandelingen met Plastic Logic duren ook thans nog voort; Polymer Vision is met Plastic Logic zelfs in “verregaande onderhandelingen” getreden. Zeer recentelijk heeft Plastic Logic een due diligence onderzoek doen plaatsvinden. En ondanks de afspraak dat indien op 15 maart 2012 nog geen overname-overeenkomst zou zijn gesloten Polymer Vision in de “afbouwmodus” zal gaan functioneren, worden tot op heden alle reguliere ondernemingsactiviteiten voortgezet. Polymer Vision c.s. komen derhalve de met de ondernemingsraad gemaakte afspraken na. Onverplicht onderzoeken zij samen met het Ministerie van Economische Zaken de mogelijkheden voor verstrekking van een overbruggingskrediet - gesproken wordt over een bedrag van € 25 miljoen - door (een) (consortium van) derde partij(en), opdat aldus meer tijd ontstaat voor het bewerkstelligen van een volledige verkoop. In de avond van 29 maart 2012 zal daarover (nogmaals) met betrokken partijen worden gesproken. Voorts heeft zich naast Plastic Logic recentelijk een andere potentiële koper aangediend, aldus Polymer Vision c.s. ter terechtzitting.
3.3 De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.4 Uit de door de ondernemingsraad aangedragen feiten en omstandigheden is onvoldoende gebleken dat Polymer Vision c.s. ten tijde van het nemen van het besluit op 12 januari 2012 niet voornemens waren te handelen in overeenstemming met dat besluit en met de toezeggingen belichaamd in de missive, waaronder die terzake van de te leveren inspanningen met het oog op verkoop van de onderneming en de te betrachten flexibiliteit in de onderhandelingen daartoe.
3.5 Anders dan de ondernemingsraad meent kan dan ook niet worden gezegd dat er
- reeds bestaande - feiten aan hem bekend zijn geworden die, waren die ten tijde van het advies aan de ondernemingsraad bekend geweest, aanleiding zouden kunnen zijn geweest om dat advies niet uit te brengen zoals het is uitgebracht.
3.6 Voorts overweegt de Ondernemingskamer dat - gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, alsmede op de correspondentie en overige stukken die zij ter ondersteuning daarvan in het geding hebben gebracht - onvoldoende feiten en omstandigheden zijn komen vast te staan op grond waarvan moet worden aangenomen dat een nieuw besluit is genomen dat inhoudt dat de onderneming van Polymer Vision per 1 mei 2012 wordt gesloten zonder daaraan voorafgaand te goeder trouw te streven naar een verkoop overeenkomstig het oorspronkelijke besluit van 12 januari 2012 en overeenkomstig de toezeggingen zoals die zijn weergegeven in de missive en het advies.
3.7 Weliswaar is denkbaar dat een dergelijk nieuw besluit onder omstandigheden kan worden afgeleid uit de feitelijke gedragingen van de ondernemer, in het bijzonder indien die gedragingen van dat besluit afwijken zonder in het oorspronkelijke besluit gelegen grond. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer wijken de gedragingen van Polymer Vision c.s. - sinds het besluit van 12 januari 2012 - zoals die in deze procedure voor het voetlicht zijn gebracht, echter niet in zodanige mate en op zodanige wijze van voormeld besluit en voormelde toezeggingen af dat moet worden aangenomen dat Polymer Vision c.s. een nieuw besluit hebben genomen van de strekking dat onvoorwaardelijk op 1 mei 2012 de onderneming van Polymer Vision gesloten wordt.
3.8 Uit hetgeen de Ondernemingskamer hiervoor heeft overwogen volgt dat zich geen feiten hebben voorgedaan, die waren zij aan de ondernemingsraad bekend geweest ten tijde van het uitbrengen van zijn advies, aanleiding zouden kunnen zijn geweest om dat advies niet uit te brengen zoals het is uitgebracht. Dat betekent dat de ondernemingsraad niet-ontvankelijk is voor zover het beroep zich richt tegen het besluit van 12 januari 2012. Voorts volgt uit het vorenoverwogene dat niet kan worden aangenomen dat Polymer Vision c.s. nadien een (nader) besluit als bedoeld in artikel 25 WOR hebben genomen. Dat betekent dat de ondernemingsraad niet-ontvankelijk is in zijn beroep.
3.9 Ten slotte: de ondernemingsraad heeft zich nog op het standpunt gesteld dat Wistron Europe in verband met de hier aan de orde zijnde procedure dient te worden aangemerkt als mede-ondernemer. Wistron Europe heeft deze stelling gemotiveerd betwist. Nu de ondernemingsraad niet-ontvankelijk in zijn beroep zal worden verklaard, zal de Ondernemingskamer dit punt in het midden laten.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
verklaart de ondernemingsraad niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en prof. dr. M.H. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 29 maart 2012.